15 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming worden tussen het derde en het vierde lid de volgende leden ingevoegd :
" Wanneer de gehuwde gehandicapte of de gehandicapte die een huishouden vormt aanspraak kan maken op de tegemoetkoming bedoeld bij artikel 6, § 4, eerste lid, 3° en 4°, van de wet, en voor de berekening van deze tegemoetkoming, wordt het abattement van 60 000 BEF op de inkomsten van de echtgenoot of van de persoon met wie de gehandicapte een huishouden vormt verhoogd tot 700 000 BEF. Het bedrag van de tegemoetkomingen bedoeld bij artikel 6, § 4, eerste lid, 3° en 4°, van de wet wordt dan verminderd met de helft van de inkomsten van de echtgenoot of van de persoon met wie de gehandicapte een huishouden vormt, die dit abattement van 700 000 BEF overschrijden.
In de situaties bedoeld in het vorig lid gelden de maximumbedragen bedoeld in artikel 6bis van dit besluit enkel voor de inkomsten van de gehandicapte persoon. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2001.
Art. 3. Onze minister bevoegd voor de maatschappelijke integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 maart 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Maatschappelijke Integratie,
J. VANDE LANOTTE.