Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

9 MAART 2001. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan statutaire personeelsleden, stagiairs en personeelsleden aangeworven bij arbeidsovereenkomst, tewerkgesteld in de onthaalcentra voor vluchtelingen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-04-2001 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2001003556 



Artikels:

Artikel 1. De toelage voor onregelmatige prestaties wordt toegekend aan de statutaire personeelsleden, de stagiairs en de personeelsleden aangeworven bij arbeidsovereenkomst, tewerkgesteld in de onthaalcentra voor vluchtelingen van het Ministerie van Sociale Zaken, volksgezondheid en Leefmilieu die genoopt zijn tot zaterdag-, zondag- of nachtprestaties.

Art.2. Zaterdagprestaties zijn die welke op een zaterdag tussen 0 en 24 uur verricht worden.

Art.3. Zondagprestaties zijn die welke op een zondag of een wettelijke feestdag tussen 0 en 24 uur worden verricht.

Art.4. Nachtprestaties zijn die welke tussen 22 en 4 uur worden verricht.
  Met nachtprestaties worden gelijkgesteld de prestaties verricht tussen 18 en 8 uur voor zover zij eindigen te of na 22 uur of beginnen te of voor 4 uur.

Art.5. De bedragen van de toelage vermeld in artikel 1 worden vastgesteld als volgt :
  a) voor de zaterdagprestaties : (2,48 EUR) per uur prestatie; <MB 2001-12-04/50, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  b) voor de zondagprestaties : per uur prestatie 1/1976 van de jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd in voorkomend geval, met de toelage voor uitoefening van hogere functies;
  c) voor de nachtprestaties : (1,99 EUR) per uur prestatie. <MB 2001-12-04/50, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.6. § 1. Voor de nachtprestaties verricht op de zaterdagen, zondagen en wettelijk erkende feestdagen, mogen de toelagen vermeld in artikel 5, litt. a, b en c, samengevoegd worden.
  § 2. De toelagen vermeld in artikel 5 mogen niet worden samengevoegd met de verhoging van de vergoeding wegens buitengewone prestaties vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regent van 30 maart 1950; de betrokken personeelsleden genieten ter zake het gunstigste stelsel.
  Voor de toepassing van het voorgaande lid worden globaal in aanmerking genomen de sommen verschuldigd voor eenzelfde doorlopende prestatie.

Art.7. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald.
  Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
  Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat, wordt afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt dan dertig minuten; het valt weg indien het deze duur niet heeft bereikt.

Art.8. Kunnen geen aanspraak maken op het voordeel van de toelage bedoeld in artikel 1, de personeelsleden die functies uitoefenen die verbonden zijn aan een graad van niveau 1.

Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
  Brussel, de 9 maart 2001.
  J. VANDE LANOTTE.