12 JANUARI 2001. - Ministerieel besluit houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2001, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-2001 en tekstbijwerking tot 07-07-2001.)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Vaststelling van het budget.
Afdeling 1. - Deel A van het budget voor alle ziekenhuizen.
Onderafdeling 1. - Onderdeel A1 van het budget.
Art. 3
Onderafdeling 2. - Onderdeel A2 van het budget.
Art. 4
Onderafdeling 3. - Onderdeel A3 van het budget.
Art. 5
Afdeling 2. - Deel B van het budget.
Onderafdeling 1. - Algemene ziekenhuizen behalve deze erkend onder index Sp.
Rubriek 1. - Onderdeel B1 van het budget.
Art. 6-7
Rubriek 2. - Onderdeel B2 van het budget.
Art. 8-10
Rubriek 3. - Onderdeel B4 van het budget.
Art. 11
Rubriek 4. - Onderdeel B5 van het budget.
Art. 12
Rubriek 5. - Onderdeel B6 van het budget.
Art. 13
Rubriek 6. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art. 14-15
Onderafdeling 2. - Ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp.
Rubriek 1. - Onderdelen B1 en B2 van het budget.
Art. 16-17
Rubriek 2. - Onderdeel B4 van het budget.
Art. 18
Rubriek 3. - Onderdeel B5 van het budget.
Art. 19
Rubriek 4. - Onderdeel B6 van het budget.
Art. 20
Rubriek 5. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art. 21
Onderafdeling 3. - Psychiatrische ziekenhuizen.
Rubriek 1. - Onderdeel B1 van het budget.
Art. 22-23
Rubriek 2. - Onderdeel B2 van het budget.
Art. 24
Rubriek 3. - Onderdeel B4 van het budget.
Art. 25
Rubriek 4. - Onderdeel B5 van het budget.
Art. 26
Rubriek 5. - Onderdeel B6 van het budget.
Art. 27
Rubriek 6. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art. 28
HOOFDSTUK III. - Vaststelling van het quotum van verpleegdagen.
Art. 29-30
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen.
Art. 31-32
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. De bepalingen van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget en de onderscheiden bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van de verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 21 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994, 27 december 1995, 30 december 1996, 8 september 1997, 10 december 1997, 29 december 1997, 26 augustus 1998, 30 december 1998, 24 maart 1999, 15 juni 1999, 22 juni 1999, 23 december 1999, 25 september 2000 en 12 januari 2001, worden, voor het dienstjaar 2001, geconcretiseerd door en aangevuld met de bepalingen van dit besluit.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt bedoeld met :
1° " het koninklijk besluit van 30 juli 1986 " : het koninklijk besluit van 30 juli 1986 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend;
2° " het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 " : het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget en de onderscheiden bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van de verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994, 27 december 1995, 30 december 1996, 8 september 1997, 10 december 1997, 29 december 1997, 26 augustus 1998, 30 december 1998, 24 maart 1999, 15 juni 1999, 22 juni 1999, 23 december 1999, 25 september 2000 en 12 januari 2001;
3° " het ministerieel besluit van 2 mei 1995 " : het ministerieel besluit van 2 mei 1995 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 1994 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1995, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten;
4° " het ministerieel besluit van 27 december 1995 " : het ministerieel besluit van 27 december 1995 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1996, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten;
5° " het ministerieel besluit van 29 december 1997 " : het ministerieel besluit van 29 december 1997 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1998, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten;
6° " het ministerieel besluit van 27 juli 1998 " : het ministerieel besluit van 27 juli 1998 tot wijziging van het ministerieel besluit van 29 december 1997 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1998, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten;
7° " het ministerieel besluit van 30 december 1998 " : het ministerieel besluit van 30 december 1998 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1999, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten;
8° " het ministerieel besluit van 23 december 1999 " : het ministerieel besluit van 23 december 1999 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2000, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten;
9° " het ministerieel besluit van 31 mei 2000 " : het ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 6, § 2, van het ministerieel besluit van 23 december 1999 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2000, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten.
HOOFDSTUK II. - Vaststelling van het budget.
Afdeling 1. - Deel A van het budget voor alle ziekenhuizen.
Onderafdeling 1. - Onderdeel A1 van het budget.
Art.3. § 1. Het percentage bedoeld in artikel 16, § 2, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 kan, volgens nader te bepalen regels, op 70 %, gebracht worden ingeval van toepassing van het koninklijk besluit van 30 juli 1986.
§ 2. Een bedrag van 5 frank per verpleegdag, om de investeringslasten van het ziekenhuis te dekken, die voortkomen uit de invoering van de SIS-kaart en de informaticaproblemen met betrekking van de overgang van het jaar 2000 blijft behouden in het dienstjaar 2001.
Onderafdeling 2. - Onderdeel A2 van het budget.
Art.4. Het in artikel 21, § 2, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 bedoelde interestvoet wordt, op 5,80 %, vastgesteld.
Onderafdeling 3. - Onderdeel A3 van het budget.
Art.5. Het bedrag van de niet-geïndexeerde algemene lasten, zoals bedoeld in artikel 22 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986, is gelijk aan nul voor het jaar 2001.
Afdeling 2. - Deel B van het budget.
Onderafdeling 1. - Algemene ziekenhuizen behalve deze erkend onder index Sp.
Rubriek 1. - Onderdeel B1 van het budget.
Art.6. Om onderdeel B1 van het budget van financiële middelen vast te stellen, wordt het dienstjaar 1998 weerhouden voor de toepassing van het artikel 34, 3e bewerking, en het dienstjaar 1994 voor de toepassing van artikel 34, 4e bewerking, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
Art.7. Een bedrag van 2 frank per dag toegekend om de toetredingskosten tot de Confederatie van de non-profit sector of een gelijkwaardige organisatie voor de openbare sector te dekken, wordt behouden voor het dienstjaar 2001.
Rubriek 2. - Onderdeel B2 van het budget.
Art.8. § 1. Om onderdeel B2 van het budget van financiële middelen vast te stellen, wordt het dienstjaar 1994 weerhouden voor de toepassing van de artikelen 42, § 9, en 43, § 3, 1° en 2°, c) en d), het dienstjaar 1998 voor de toepassing van de artikelen 42, § 8, 43, § 2, 2°, a), 3°, en 43, § 3, 2°, a, 2) en a, 4), van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
§ 2. Het dienstjaar 1998 is het referentiejaar voor de toepassing van de bepalingen vermeld in de bijlage 3 en in punt 2 van de bijlage 9 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
Art.9. De bedragen en voorwaarden, verbonden aan hun toekenning en toegekend in toepassing van artikel 1 van het ministerieel besluit van 2 mei 1995, artikel 8, § 1, van het ministerieel besluit van 29 december 1997, (artikel 1 van het ministerieel besluit van 27 juli 1998) en artikelen 8 en 9bis van het ministerieel besluit van 30 december 1998, artikel 8 van het ministerieel besluit van 23 december 1999 en artikel 2 van het ministerieel besluit van 29 september 2000, blijven toegekend voor het dienstjaar 2001. <MB 2001-04-17/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
Art.10. Teneinde de kosten voortvloeiend uit het verbod tot hersterilisatie van medisch materiaal ten laste te nemen, wordt onderdeel B2 van het budget van financiële middelen verhoogd met een bedrag berekend als volgt.
Het hiervoor beschikbaar nationaal budget wordt verdeeld tussen de ziekenhuizen op basis van het aantal chirurgische ingrepen, uitgevoerd in ieder ziekenhuis tijdens het dienstjaar 1998 en waarvan de lijst van de nomenclatuurnummers bepaald zal worden door de minister, die de verpleegdagprijs onder zijn bevoegdheid, heeft.
Rubriek 3. - Onderdeel B4 van het budget.
Art.11. § 1. Onverminderd artikel 48, §§ 6, 14, 16, 17, 18, 23, 24, 25 en 28, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986, wordt het onderdeel B4 van het budget van financiële middelen op de waarde per 31 december 2000 vastgesteld.
Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 48, § 16, a), van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986, wordt het dienstjaar 1998 weerhouden.
§ 2. Teneinde de kosten betreffende de toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 maart 2000, ter uitvoering van de artikels 30, 39, § 1 en § 4, alinea 2, 40, alinea 2, 41, 43, alinea 2 en 47, § 1, alinea 5, en § 5, alinea 2, van de wet van 24 december 1999 met het oog op de bevordering van de werkgelegenheid ten laste te nemen, zal de vroeger toegekende financiering voor de RVA-stagiairs herzien worden, voor het dienstjaar 2001, op basis van de reële kosten van de overeenkomsten van eerste tewerkstelling waarvan het aantal beperkt is, in het voorkomend geval, tot 1,8 % van het effectief, uitgedrukt in voltijdse equivalenten per 30 juni van het vorige jaar.
Rubriek 4. - Onderdeel B5 van het budget.
Art.12. Het onderdeel B5 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 2000.
Rubriek 5. - Onderdeel B6 van het budget.
Art.13. Het onderdeel B6 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 2000.
Onderdeel B6 wordt echter, (vanaf 1 oktober 2001), verhoogd teneinde rekening te houden met de kosten voortvloeiend uit de verhoging met 1 % van de weddeschalen, met een bedrag gelijk aan dit voortvloeiend aan 100 % uit een gelijkaardige vroegere maatregel en aangepast aan de index van de consumptieprijzen. <MB 2001-04-17/32, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
(Voor wat betreft de vrijstelling van prestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomsten, afgesloten in de bevoegde paritaire commissie of de protocolakkoorden afgesloten in de bevoegde overlegcomités, voorzien door de wet van 19 december 1974, die de betrekkingen regelt tussen de openbare overheden en de syndicaten van de werknemers afhangend van deze overheid, zijn de bepalingen van artikel 48, § 29 en § 30, van het voorvermeld ministerieel besluit van 2 augustus 1986, mutatis mutandis, toepasbaar op onderdeel B6.) <MB 2001-07-04/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2001 voor wat betreft artikel 48, § 30 en 01-08-2001 voor wat betreft artikel 48, § 29 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986>
Rubriek 6. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art.14. Het in punt 5 van de bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 bedoelde percentage wordt, op 0 %, vastgesteld.
Art.15. § 1. Deel B met uitzondering van B6 van het budget van financiële middelen wordt verhoogd met 0,39 % om rekening te houden met de kosten verbonden aan de evolutie van de weddeschalen in functie van de wedde-anciënniteit van het personeel.
§ 2. Deel B, met uitzondering van B6, van het budget van financiële middelen wordt, op 1 oktober 2001, verhoogd met 0,94 % teneinde rekening te houden met de verhoging met 1 % van de weddeschalen.
Onderafdeling 2. - Ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp.
Rubriek 1. - Onderdelen B1 en B2 van het budget.
Art.16. § 1. De onderdelen B1 en B2 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp, worden vastgesteld op de bedragen overeenkomend met hun waarde per 31 december 2000.
§ 2. Het onderdeel B2 van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp, met uitzondering van de Sp - bedden palliatieve zorg, en voortkomend uit de reconversie van bedden erkend onder kenletter V en waarvan de capaciteit per specialiteit lager is dan 30 bedden, wordt verhoogd met 2 650 000 BEF voor iedere betreffende specialiteit met de bedoeling middelen toe te kennen voor het verzekeren van een optimale tenlasteneming van de patiënten, rekening houdend met de eisen van de verpleegkundige permanentie.
Art.17. De bepalingen onder artikel 7 van dit besluit zijn toepasselijk voor de ziekenhuizen en diensten erkend onder index Sp.
Rubriek 2. - Onderdeel B4 van het budget.
Art.18. § 1. Onverminderd artikel 48, §§ 6, 16, 17 en 23, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp, vastgesteld op een bedrag dat overeenstemt met zijn waarde per 31 december 2000.
§ 2. De bepalingen van artikel 11, § 2 zijn eveneens van toepassing voor de Sp-diensten.
Rubriek 3. - Onderdeel B5 van het budget.
Art.19. Het onderdeel B5 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 2000.
Rubriek 4. - Onderdeel B6 van het budget.
Art.20. De bepalingen van artikel 13 van dit besluit zijn eveneens van toepassing op de Sp-diensten.
Rubriek 5. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art.21. De bepalingen van artikel 15 van dit besluit zijn eveneens van toepassing voor de Sp-diensten.
Onderafdeling 3. - Psychiatrische ziekenhuizen.
Rubriek 1. - Onderdeel B1 van het budget.
Art.22. Het onderdeel B1 van het budget van financiële middelen van de psychiatrische ziekenhuizen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 2000.
Art.23. De bepalingen onder artikel 7 van dit besluit zijn eveneens van toepassing voor de psychiatrische ziekenhuizen.
Rubriek 2. - Onderdeel B2 van het budget.
Art.24. Het onderdeel B2 van het budget van financiële middelen van de psychiatrische ziekenhuizen wordt vastgesteld op een bedrag overeenstemmend met zijn waarde per 31 december 2000.
Rubriek 3. - Onderdeel B4 van het budget.
Art.25. § 1. Onverminderd artikel 48, §§ 2, 16, 23 en 27, wordt onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de psychiatrische ziekenhuizen vastgesteld op een bedrag dat overeenstemt met zijn waarde per 31 december 2000.
§ 2. De bepalingen van artikel 11, § 2 zijn eveneens van toepassing voor de psychiatrische ziekenhuizen.
Rubriek 4. - Onderdeel B5 van het budget.
Art.26. Het onderdeel B5 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 2000.
Rubriek 5. - Onderdeel B6 van het budget.
Art.27. De bepalingen van artikel 13 van dit besluit zijn eveneens van toepassing voor de psychiatrische ziekenhuizen.
Rubriek 6. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6.
Art.28. De bepalingen van artikel 15 van dit besluit zijn eveneens van toepassing voor de psychiatrische ziekenhuizen.
HOOFDSTUK III. - Vaststelling van het quotum van verpleegdagen.
Art.29. Het quotum van de verpleegdagen wordt voor de algemene ziekenhuizen vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 53 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
Art.30. Voor de psychiatrische ziekenhuizen, wordt het quotum van verpleegdagen vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 54 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen.
Art.31. Het beschikbaar bedrag, zoals bedoeld in (artikel 48, § 23), van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 wordt vastgesteld, voor dienstjaar 2001, op 107,4 miljoen frank. <MB 2001-04-17/32, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2001>
Art. 32. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.
Gegeven te Brussel, 12 januari 2001.
F. VANDENBROUCKE