5 NOVEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de aanstelling, de rechten en plichten van de enquêteurs van de algemene socio-economische enquête 2001.
Art. 1-7
Artikel 1. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (N.I.S.) doet een oproep tot kandidaten onder de personeelsleden van de federale, gewestelijke, gemeenschaps- en lokale besturen. Het N.I.S. kiest de enquêteurs uit de kandidaten en uit de enquêteurs van zijn pool en duidt ze aan op basis van hun geschiktheid om deze opdracht uit te voeren, meer bepaald door hun contactuele eigenschappen, terreinkennis, bekwaamheid, motivatie en goed gedrag. Het N.I.S. houdt rekening met de geografische behoeften. Elke enquêteur wordt aangeduid voor een zone en een aantal huishoudens.
Art.2. De personeelsleden van de fiscale besturen die belast zijn met controle- of taxatieopdrachten mogen niet aangeduid worden als enquêteur.
De personeelsleden die van deze besturen afhangen maar niet belast zijn met zulke opdrachten als bedoeld in het eerste lid, mogen niet naar een respondent gestuurd worden die afhangt van de dienst waar zij hun hoofdberoep uitoefenen.
Art.3. De enquêteurs worden, vanaf hun indiensttreding, gewezen op hun verplichting tot statistische geheimhouding. Zij worden ingelicht over de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in geval van overtreding van deze verplichtingen en in het bijzonder van artikel 22 van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek en van artikel 458 van het Strafwetboek, waarover zij lectuur ontvangen.
Zij krijgen een speciale nota, opgemaakt door de directeur-generaal, die zij ondertekenen voor akkoord.
Zij worden erop gewezen dat elke schending van het statistische geheim, naast eventuele strafrechtelijke vervolgingen, beschouwd wordt als een zware beroepsfout.
Art.4. De enquêteurs moeten zich naar de woonplaats van de respondenten begeven; zij beschikken over een legitimatiekaart, afgeleverd dor het N.I.S., welke zij spontaan moeten tonen aan de respondenten.
Voor hun bezoek verwittigen zij de respondenten en proberen een datum en uur vast te leggen die passen voor de respondent, voor zover dat verenigbaar is met de dienstnoodwendigheden, meer bepaald met het aantal af te leggen bezoeken.
Art.5. De enquêteurs hebben de opdracht om :
1° de respondenten volledig en getrouw te informeren over de doelstellingen van de enquête en de manier om op de vragen te antwoorden;
2° de aangevers te helpen bij het invullen van het formulier, op basis van de informatie die zij hun hebben gegeven;
3° alle informatie te verzamelen over de situatie van de aangever op basis waarvan hem de hoedanigheid van kansarm persoon zou kunnen toegekend worden, zodat hij vrijgesteld kan worden van de betaling van de kosten. Zij brengen verslag uit over alle elementen die tot een beslissing van vrijstelling zouden kunnen leiden;
4° te rapporteren over de motieven waarom er niet werd geantwoord en over het gevolg dat werd gegeven aan hun bezoek - weigering tot antwoorden, niet nakomen van de afspraak, niet begrijpen van de vragen - en over de geboden hulp.
Art.6. De enquêteurs mogen op geen enkele manier de antwoorddocumenten of informatie uit deze antwoorden noteren, kopiëren, fotokopiëren of meenemen.
Zij voeren geen enkele controle ter plaatse uit, behalve op uitdrukkelijke vraag van de respondent, met het doel een juist antwoord te krijgen.
Zij mogen, indien de respondent het wenst, het ingevulde formulier meenemen in de hiertoe bestemde omslag, die in aanwezigheid van de respondent wordt verzegeld.
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 september 2001.
Brussel, 5 november 2001.
Ch. PICQUE.