Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 JUNI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de algemene voorwaarden voor de levering van aardgas en de toekenningsvoorwaarden van de leveringsvergunningen voor aardgas. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-07-2001 en tekstbijwerking tot 05-01-2011)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De leveringsvergunning.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Toekenningscriteria van de leveringsvergunning.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Toekenningsprocedure van de leveringsvergunning.
Art. 4-12
HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de vergunninghouders.
Afdeling 1. - Aansluitingspunten van afnemers op het vervoersnet.
Art. 13-16
Afdeling 2. - Het leveringscontract.
Art. 17-19
Afdeling 3. - Informatie.
Art. 20-22, 22bis
HOOFDSTUK VI. - Bijdragen.
Art. 23
HOOFDSTUK VII. - Intrekking, herziening en overdracht van de leveringsvergunning.
Afdeling 1. - Intrekking en herziening.
Art. 24
Afdeling 2. - Overdracht van de vergunning en controlewijziging.
Art. 25-26
HOOFDSTUK VIII. - Strafbepalingen.
Art. 27
HOOFDSTUK IX. - Overgangsbepaling.
Art. 28
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen.
Art. 29-30



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010011496 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. De termen bepaald in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, gewijzigd door de wet van 29 april 1999, hebben dezelfde betekenis voor de toepassing van dit besluit.
  Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
  1° "ingangspunt" : het punt van ingang van het aardgas in een vervoersnet;
  2° "leveringspunt" : het leveringspunt van aardgas op de verbruikslocatie;
  3° "vaste levering" : de levering die niet kan onderbroken worden door de leveringsonderneming gedurende de volledige duur van het leveringscontract;
  4° "maximum uurdebiet" : maximaal volume aardgas afgenomen in de loop van één wettelijk uur;
  5° "calorische bovenwaarde van een gas" (betrekking hebbende op het volume van droog gas) : hoeveelheid warmte die vrijkomt bij de volledige verbranding van aardgas onder een constante druk van 1,01325 bar en bij een constante temperatuur van 25 °C, voor 1 m3 onder een druk van 1,01325 bar en een temperatuur van 0 °C, waarbij al het water dat tijdens de verbranding werd aangemaakt condenseert bij een temperatuur van 25 °C;
  6° "leveringscontract" : het contract dat de rechten en verplichtingen van de leveringsonderneming en van een welbepaalde afnemer regelt;
  7° "gebruikelijke levering" : elke levering gedurende een termijn van meer dan drie maanden;
  8° "wet van 12 april 1965" : de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;
  9° "werkdagen" : elke kalenderdag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.

HOOFDSTUK II. - De leveringsvergunning.
Art.2. De gebruikelijke levering van aardgas aan in België gevestigde afnemers is onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een individuele vergunning door de minister behalve indien zij wordt verricht door een distributieonderneming binnen haar eigen distributienet.

HOOFDSTUK III. - Toekenningscriteria van de leveringsvergunning.
Art.3. De aanvrager van een leveringsvergunning als bedoeld in artikel 15/3 van de wet, toont aan dat hij beschikt over voldoende middelen om :
  1° de naleving te verzekeren van verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het vervoersnet van een vervoersonderneming;
  2° zijn financiële verplichtingen na te leven ten opzichte van zijn aardgasleveranciers, afnemers en de overheden;
  3° de gedragscode na te leven;
  4° de naleving van de openbare dienstverplichtingen te verzekeren.
  Om de aardgasbevoorrading van de afnemers van de aanvrager van een leveringsvergunning en het gebruik van het vervoersnet van een vervoersonderneming op een veilige, betrouwbare, doelmatige en rationele wijze te laten verlopen, beschikt de aanvrager van een leveringsvergunning bovendien over :
  1° voldoende en adequate technische middelen;
  2° voldoende personeel met ervaring in een aardgasonderneming;
  3° een beheersstructuur alsook een administratieve en boekhoudkundige organisatie aangepast aan de activiteiten die hij gaat uitoefenen; hiervoor beschikt hij eveneens over een dienst te allen tijde toegankelijk met het oog op het verzekeren van onder meer het evenwicht van de aardgasleveringen op de ingangs- en leveringspunten en de naleving van de aardgasspecificaties als netgebruiker.
  De aanvrager van een leveringsvergunning beschikt over voldoende aardgasvolumes, voldoende vervoerscapaciteit en capaciteit aan maximum uurdebiet om de aardgasbevoorrading van zijn afnemers te verzekeren, overeenkomstig de met zijn afnemers afgesloten en/of nog af te sluiten contracten, en om de naleving van de openbare dienstverplichtingen te verzekeren.
  De aanvrager van een leveringsvergunning die aardgas wenst te leveren aan een distributieonderneming die niet in aanmerking komt en voor de behoeften van de afnemers van de distributieonderneming die geen in aanmerking komende afnemers zijn, beschikt over voldoende ervaring met dergelijke soort van aardgaslevering onderworpen aan openbare dienstverplichtingen.

HOOFDSTUK IV. - Toekenningsprocedure van de leveringsvergunning.
Art.4. De leveringsvergunning wordt aangevraagd door een natuurlijke of rechtspersoon gevestigd in één van de lidstaten van de Europese Unie.

Art.5. De aanvraag tot het bekomen van een leveringsvergunning wordt gericht aan de commissie per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ondertekend en gedagtekend door de aanvrager of zijn gemachtigde.

Art.6. Op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag tot het bekomen van de leveringsvergunning, bevat het dossier dat bij de aanvraag wordt gevoegd :
  1° de identiteit van de aanvrager, zijn volledig adres en eventueel het adres waar de uitbating zal plaatsvinden in België; de statuten van de aanvrager indien hij opgericht is onder de vorm van een rechtspersoon, of het ontwerp van de statuten van de toekomstige op te richten rechtspersoon;
  2° de algemene en relevante technische informatie en de beschrijving van de organisatie die de commissie moet toelaten te oordelen of de aanvrager in staat is zijn verbintenissen en verplichtingen, bedoeld in artikel 3 van dit besluit, na te komen;
  3° de maatregelen die de aanvrager zal nemen met het oog op het nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 3 van dit besluit;
  4° ingeval het aardgas geleverd wordt via een directe leiding, de verbruikslocatie die de aanvrager van plan is te bevoorraden en de daarmee verband houdende vervoersvergunning;
  5° het betalingsbewijs van de vergoeding voor het onderzoek van het dossier.

Art.7. De aanvrager van een leveringsvergunning duidt in het begin van zijn aanvraag en van zijn dossier de respectievelijke stukken aan die vertrouwelijk zijn.

Art.8. Binnen de tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag stuurt de commissie naar de aanvrager een ontvangstbewijs en deelt dit mee aan de minister. Desgevallend verzoekt de commissie de aanvrager haar de ontbrekende stukken of bijkomende inlichtingen over te maken binnen een termijn van tien werkdagen, te rekenen vanaf de dag van de ontvangst van het aangetekend schrijven.
  Indien op het einde van deze termijn, de aanvrager nalaat de ontbrekende stukken of de bijkomende inlichtingen te verschaffen, wordt de aanvraag verworpen.

Art.9. De termijn waarover de commissie beschikt om haar advies te verlenen mag de dertig werkdagen vanaf ontvangst van de aanvraag, desgevallend de ontbrekende stukken of de bijkomende inlichtingen, niet overschrijden.

Art.10. De minister beslist binnen de dertig werkdagen vanaf de ontvangst van het advies van de commissie. Hij geeft de aanvrager van de leveringsvergunning kennis van zijn beslissing en richt een afschrift aan de commissie.

Art.11. De leveringsvergunning bevat inzonderheid de volgende elementen :
  1° de informatie voorzien in artikel 6, 1° van dit besluit;
  2° in voorkomend geval, de directe leiding(en) waarmee de leveringen die het voorwerp uitmaken van de vergunning uitgevoerd worden;
  3° in voorkomend geval, de aan de leveringsonderneming toegewezen openbare dienstverplichtingen;
  4° de informatie die de leveringsonderneming dient mede te delen aan de commissie.

Art.12. De leveringsvergunning wordt toegekend voor een duur van vijf jaar.

HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de vergunninghouders.
Afdeling 1. - Aansluitingspunten van afnemers op het vervoersnet.
Art.13.
  <Opgeheven bij KB 2010-12-23/13, art. 237, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

Art.14.
  <Opgeheven bij KB 2010-12-23/13, art. 237, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

Art.15.
  <Opgeheven bij KB 2010-12-23/13, art. 237, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

Art.16.
  <Opgeheven bij KB 2010-12-23/13, art. 237, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

Afdeling 2. - Het leveringscontract.
Art.17.Het leveringscontract bepaalt ten minste :
  1° het leveringspunt of de leveringspunten;
  2° de hoeveelheden te leveren aardgas en de maximum uurdebieten;
  3° de prijzen;
  4° de leveringsmodaliteiten;
  5° in voorkomend geval, de onderbrekings- en verminderingsmodaliteiten van de leveringen;
  6° de aardgasspecificaties aan de leveringspunten en de beschrijving van de rechten en verplichtingen van de partijen ingeval van niet-naleving van deze specificaties;
  7° [1 ...]1;
  8° de metingmodaliteiten van het aardgas;
  9° het toepasselijke aansprakelijkheidsstelsel;
  10° de modaliteiten betreffende de facturering en betalingen;
  11° de duur van het contract;
  12° in voorkomend geval, de wijze van geschillenregeling.
  ----------
  (1)<KB 2010-12-23/13, art. 237, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

Art.18. De leveringen van aardgas zijn vaste leveringen als ze niet kunnen onderbroken worden door de leveringsondernemingen gedurende de volledige duur van het leveringscontract, behalve in de gevallen voorzien in het contract.

Art.19. Een leveringsonderneming kan met haar afnemers overeenkomen aardgas te leveren op een niet-vaste basis. In dit geval kunnen de leveringen onderbroken worden gedurende de duur van het leveringscontract in overeenstemming met de contractuele bepalingen.
  De hoeveelheden en het maximum uurdebiet aan de leveringspunten worden tussen de eindafnemer en de leveringsonderneming overeengekomen.

Afdeling 3. - Informatie.
Art.20. De leveringsonderneming deelt jaarlijks, vóór 15 februari, aan de commissie een activiteitenverslag mede met betrekking tot het jaar dat het lopende jaar voorafgaat en dat betrekking heeft op :
  1° de bevoorradingsbronnen en de ingangspunten van het aardgas geleverd aan haar afnemers;
  2° het aantal m3 geleverd aan haar afnemers en het equivalent uitgedrukt in energie-eenheden met verwijzing naar de calorische bovenwaarde van het geleverde aardgas;
  3° het aantal m3 geleverd aan de distributieondernemingen en het equivalent uitgedrukt in energie-eenheden met verwijzing naar de calorische bovenwaarde van het geleverde aardgas;
  4° het aantal m3 dat niet in de boekhouding werd opgenomen ten gevolge van aardgasverliezen en het equivalent uitgedrukt in energie-eenheden met verwijzing naar de calorische bovenwaarde van het geleverde aardgas;
  5° de jaarrekeningen;
  6° de relevante elementen betreffende haar financiële en technische toestand, haar beheersstructuur en administratieve organisatie met het oog op het naleven van haar verbintenissen;

Art.21. De houder van een leveringsvergunning is gehouden jaarlijks aan de minister of zijn afgevaardigde de noodzakelijke administratieve gegevens over te maken om België toe te laten te voldoen aan haar verplichtingen inzake informatiemededeling aan de Europese Commissie ingevolge de richtlijnen betreffende de organisatie en werking van de gas- en elektriciteitsmarkten.

Art.22. De leveringsonderneming, die aardgas levert aan een distributieonderneming, deelt aan de minister of zijn afgevaardigde de oorzaak van leveringsonderbrekingen en het aantal mee.

Art. 22bis. [1 De leveringsonderneming die op vraag van de afnemer een vervoerscontract afsloot of liet afsluiten met de beheerder van het aardgasvervoersnet bezorgt deze afnemer onverwijld de bevestiging van het feit dat een vervoerscontract voor zijn aardgasbehoeften werd afgesloten alsmede van de duurtijd van de toegewezen vervoersdiensten. De leveringsonderneming bezorgt op verzoek van de afnemer alle andere nuttige informatie met betrekking tot het vervoerscontract dat voor zijn aardgasbehoeften op het afnamepunt werd afgesloten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2010-12-23/13, art. 235, 002; Inwerkingtreding : 15-01-2011>

HOOFDSTUK VI. - Bijdragen.
Art.23. De aanvrager van een leveringsvergunning betaalt, op het ogenblik van het indienen van zijn aanvraag, aan de commissie een bijdrage voor het onderzoek van zijn aanvraag van 1500 EUR.

HOOFDSTUK VII. - Intrekking, herziening en overdracht van de leveringsvergunning.
Afdeling 1. - Intrekking en herziening.
Art.24.
  § 1. De commissie stelt de vergunninghouder in gebreke als hij :
  1° de bepalingen van dit besluit niet naleeft;
  2° de kwaliteit en de continuïteit van de leveringen niet verzekert;
  3° de integriteit, de veiligheid of de betrouwbaarheid van het vervoersnet in gevaar brengt;
  4° niet meer over de technische middelen en noodzakelijke organisatie beschikt om de leveringen te verzekeren;
  § 2. De commissie stelt de vergunninghouder in gebreke per aangetekend schrijven. Een afschrift van deze ingebrekestelling wordt gericht aan de minister. Indien de vergunninghouder binnen de termijn die hem in de ingebrekestelling wordt opgelegd, zijn verplichtingen zoals toegelicht door de commissie niet is nagekomen, kan de commissie aan de minister voorstellen de leveringsvergunning te herzien of in te trekken. De minister brengt de vergunninghouder op de hoogte van zijn beslissing en richt een afschrift aan de commissie.
  § 3. De minister kan de leveringsvergunning intrekken ingeval van onvermogen of faillissement van de vergunninghouder.

Afdeling 2. - Overdracht van de vergunning en controlewijziging.
Art.25. De leveringsvergunning kan slechts overgedragen worden mits toestemming van de minister. De procedure bedoeld in Hoofdstuk IV van dit besluit is in dit geval van toepassing.

Art.26. Ingeval van controlewijziging, zoals gedefinieerd in artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen, van de vergunninghouder, kan de leveringsvergunning behouden blijven mits toestemming van de minister. De procedure voorzien in Hoofdstuk IV is in dit geval van toepassing.

HOOFDSTUK VIII. - Strafbepalingen.
Art.27. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren en de naar behoren aangestelde agenten van het Ministerie van Economische zaken bevoegd om de inbreuken op dit besluit vast te stellen.

HOOFDSTUK IX. - Overgangsbepaling.
Art.28. Voor de periode tussen het van kracht worden van het huidige besluit en 31 december 2001, is het bedrag van "BEF 60 000" van toepassing in plaats van het bedrag van "EUR 1500" vermeld in artikel 23.

HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen.
Art.29. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, beschikken de leveringsondernemingen die reeds actief leverden aan Belgische afnemers vóór de inwerkingtreding van dit besluit, over een voorlopige leveringsvergunning mits naleving van dit besluit, in afwachting van de toekenning van een definitieve leveringsvergunning die zij verplicht zijn aan te vragen binnen de twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 30. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.