14 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat het aanvullend toezicht op Belgische verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep betreft, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2, § 6, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, worden de definities, vermeld in de punten 9° en 10°, telkens aangevuld met de woorden " behalve voor de toepassing van Hoofdstuk VIIbis van deze wet ".
Art.2. In artikel 21quater, tweede lid, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, worden de woorden " en de interne controle, of " vervangen door de woorden " , de interne controle, en ten aanzien van het aanvullende toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep, of ".
Art.3. In voornoemde wet, wordt een Hoofdstuk VIIbis ingevoegd, luidend als volgt :
" HOOFDSTUK VIIbis. - Bijzondere bepalingen betreffende het aanvullend toezicht op Belgische verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep. ".
" Afdeling I. - Algemene bepalingen. ".
" Art. 91bis. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en van de besluiten ter uitvoering ervan, wordt verstaan onder :
1° verzekeringsonderneming : een onderneming met maatschappelijke zetel in de Gemeenschap, die overeenkomstig de wetgeving van haar Lid-Staat van herkomst de toelating heeft gekregen voor de uitoefening van verzekeringsactiviteiten;
2° verzekeringsonderneming van een derde land : een onderneming met maatschappelijke zetel buiten de Gemeenschap, die indien ze haar maatschappelijke zetel in de Gemeenschap had, een toelating zou dienen te verkrijgen voor de uitoefening van verzekeringsactiviteiten;
3° herverzekeringsonderneming : een onderneming die geen verzekeringsonderneming of verzekeringsonderneming van een derde land is en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het accepteren van door een verzekeringsonderneming, een verzekeringsonderneming van een derde land, of door andere herverzekeringsondernemingen overgedragen risico's;
4° moederonderneming : een onderneming die voldoet aan de voorwaarden van moedervennootschap, zoals gedefinieerd in artikel 6 van het Wetboek van vennootschappen, alsmede iedere onderneming die, naar de mening van de Controledienst, feitelijk een overheersende invloed op een andere onderneming uitoefent;
5° dochteronderneming : een onderneming die voldoet aan de voorwaarden van dochtervennootschap, zoals gedefinieerd in artikel 6 van het Wetboek van vennootschappen, alsmede iedere onderneming waarop, naar de mening van de Controledienst, een moederonderneming feitelijk een overheersende invloed uitoefent. Alle dochterondernemingen van een dochteronderneming worden eveneens geacht dochterondernemingen te zijn van de moederonderneming die aan het hoofd van deze ondernemingen staat;
6° deelneming : de rechtstreekse of middellijke eigendom van maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die ertoe strekken door het scheppen van een duurzame en specifieke band met die ondernemingen, de onderneming in staat te stellen een invloed uit te oefenen op de oriëntatie van het beleid van deze ondernemingen, of de rechtstreekse of middellijke eigendom van 20 %, of meer van de stemrechten of van het kapitaal van andere ondernemingen;
7° deelnemende onderneming : een onderneming die een moederonderneming is of een andere onderneming die een deelneming bezit;
8° verbonden onderneming : een dochteronderneming of iedere andere onderneming waarin een deelneming bestaat;
9° verzekeringsholding : een moederonderneming waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verkrijgen en houden van deelnemingen in dochterondernemingen die uitsluitend of hoofdzakelijk verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen of verzekeringsondernemingen van derde landen zijn, en waarvan ten minste één dochteronderneming een verzekeringsonderneming is;
10° gemengde verzekeringsholding : een moederonderneming die geen verzekeringsonderneming, verzekeringsonderneming van een derde land, herverzekeringsonderneming of verzekeringsholding is, en waarvan ten minste één dochteronderneming een verzekeringsonderneming is;
11° de richtlijn : Richtlijn 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep. ".
" Art. 91ter. § 1. De Controledienst oefent aanvullend toezicht uit op de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht :
1° die deelnemende ondernemingen zijn in minstens één verzekeringsonderneming, herverzekeringsonderneming of verzekeringsonderneming van een derde land, op de wijze, zoals bepaald in de afdelingen II, III en IV van dit hoofdstuk;
2° waarvan de moederonderneming een verzekeringsholding, een herverzekeringsonderneming of een verzekeringsonderneming van een derde land is, op de wijze, zoals bepaald in de afdelingen II, III en V van dit hoofdstuk;
3° waarvan de moederonderneming een gemengde verzekeringsholding is, op de wijze, zoals bepaald in de afdelingen II en III van dit hoofdstuk.
§ 2. Het uitoefenen van dit aanvullende toezicht heeft niet tot gevolg dat de Controledienst op de bij het aanvullend toezicht betrokken ondernemingen, andere dan die bedoeld in artikel 2 van de wet, individueel toezicht uitoefent.
§ 3. Het aanvullende toezicht wordt uitgeoefend met inachtneming van de bepalingen, bedoeld in de afdelingen II, III, IV en V van dit hoofdstuk, voor zover die betrekking hebben op :
1° verbonden ondernemingen van de Belgische verzekeringsonderneming;
2° deelnemende ondernemingen in de Belgische verzekeringsonderneming;
3° verbonden ondernemingen van een deelnemende onderneming in de Belgische verzekeringsonderneming.
§ 4. Wanneer in het land van herkomst van een onderneming met maatschappelijke zetel buiten de Gemeenschap juridische belemmeringen bestaan voor het doorgeven van de nodige informatie, kan er bij het aanvullend toezicht geen rekening gehouden worden met deze onderneming. De Koning stelt evenwel de regels vast volgens dewelke een dergelijke onderneming in aanmerking genomen moet worden voor de toepassing van de afdelingen V en VI van dit besluit.
§ 5. De Controledienst kan per geval beslissen om een onderneming buiten het aanvullende toezicht te houden wanneer :
1° de bij het toezicht te betrekken onderneming in het licht van de doelstellingen van het aanvullende toezicht slechts van te verwaarlozen betekenis is;
2° het in aanmerking nemen van de financiële positie van de onderneming in het licht van de doelstellingen van het aanvullende toezicht ondoeltreffend of misleidend zou zijn. ".
" Afdeling II. - Toegang tot informatie. ".
" Art. 91quater. De Controledienst eist dat iedere verzekeringsonderneming die aan het aanvullende toezicht onderworpen is, over adequate interne controleprocedures beschikt om de gegevens en inlichtingen te kunnen verschaffen die relevant zijn voor de uitoefening van dat aanvullend toezicht. ".
" Art. 91quinquies. De onder het aanvullend toezicht vallende ondernemingen naar Belgisch recht zijn verplicht met de met hen verbonden ondernemingen of met hun deelnemende ondernemingen informatie uit te wisselen die voor de uitoefening van het aanvullende toezicht relevant is, zonder dat zij privaatrechtelijke bepalingen kunnen tegenwerpen. ".
" Art. 91sexies. § 1. Een Belgische verzekeringsonderneming, die zich in één van de gevallen bevindt bedoeld in artikel 91ter, § 1, is verplicht binnen de door de Controledienst bepaalde termijn en op eenvoudig verzoek van deze laatste alle gegevens en inlichtingen te verstrekken die relevant zijn voor de uitoefening van het aanvullende toezicht op die onderneming.
Wanneer die verzekeringsonderneming de gevraagde informatie niet binnen de in het eerste lid bepaalde termijn meedeelt, kan de Controledienst de mededeling ervan vragen aan :
1° de verbonden ondernemingen van de Belgische verzekeringsonderneming;
2° de deelnemende ondernemingen in de Belgische verzekeringsonderneming;
3° de verbonden ondernemingen van een deelnemende onderneming in de Belgische verzekeringsonderneming.
§ 2. De ondernemingen naar Belgisch recht verstrekken aan de bevoegde autoriteit van een andere Lid-Staat van de Gemeenschap de gegevens en inlichtingen die deze dienstig acht voor de uitoefening van het aanvullend toezicht als bepaald in de richtlijn, nadat deze eerst de informatie aan de betrokken verzekeringsonderneming zelf heeft gevraagd maar niet heeft verkregen. ".
" Art. 91septies. § 1. De Controledienst kan de naleving van de verplichtingen bepaald in dit hoofdstuk, en de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens, en inlichtingen zelf, dan wel via personen die hij daartoe aanwijst, ter plaatse verifiëren bij de volgende ondernemingen naar Belgisch recht :
1° de verzekeringsonderneming zelf;
2° de dochterondernemingen van deze verzekeringsonderneming;
3° de moederondernemingen van deze verzekeringsonderneming;
4° de dochterondernemingen van een moederonderneming van deze verzekeringsonderneming.
§ 2. Indien de Controledienst in bepaalde gevallen informatie wenst te verifiëren betreffende een in een andere Lid-Staat gelegen onderneming die een verbonden verzekeringsonderneming, een dochteronderneming, een moederonderneming of een dochteronderneming van een moederonderneming van een Belgische verzekeringsonderneming is, verzoekt hij de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staat om deze verificatie uit te voeren of om hem de toestemming te geven om deze verificatie zelf te verrichten, of door een deskundige te laten verrichten.
Wanneer de bedoelde ondernemingen hun zetel buiten de Gemeenschap hebben, worden de modaliteiten van de toetsing ter plaatse geregeld in samenwerkingsovereenkomsten die de Controledienst met de betrokken buitenlandse bevoegde autoriteit heeft gesloten.
§ 3. Indien bevoegde buitenlandse autoriteiten in het kader van het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen daarom verzoeken overeenkomstig de richtlijn, verifieert de Controledienst ter plaatse de informatie betreffende een in België gevestigde onderneming, die een verbonden verzekeringsonderneming, een dochteronderneming, een moederonderneming of een dochteronderneming van een moederonderneming van de verzekeringsonderneming is, of geeft hij de toestemming aan die autoriteiten om die verificatie zelf te verrichten, of door een deskundige te laten verrichten. ".
" Afdeling III. - Verrichtingen binnen een groep. ".
" Art. 91octies. De Controledienst oefent een algemeen toezicht uit op verrichtingen tussen :
a) een Belgische verzekeringsonderneming en :
- een met de verzekeringsonderneming verbonden onderneming;
- een in de verzekeringsonderneming deelnemende onderneming;
- een met een in de verzekeringsonderneming deelnemende onderneming verbonden onderneming;
b) een Belgische verzekeringsonderneming en een natuurlijke persoon die een deelneming bezit in :
- de verzekeringsonderneming of een met die verzekeringsonderneming verbonden onderneming;
- een in de verzekeringsonderneming deelnemende onderneming;
- een met een in de verzekeringsonderneming deelnemende onderneming verbonden onderneming.
Verrichtingen binnen een groep hebben onder meer betrekking op :
1° leningen en kredieten;
2° borgstellingen, garanties en posten buiten de balans;
3° vermogensbestanddelen die in aanmerking mogen worden genomen voor de solvabiliteitsmarge;
4° beleggingen;
5° herverzekeringsverrichtingen;
6° overeenkomsten met betrekking tot kostentoedeling.
De Belgische verzekeringsondernemingen verstrekken, binnen één maand nadat de verrichting binnen de groep heeft plaatsgevonden, daarover aan de Controledienst informatie.
Wanneer uit de verstrekte informatie blijkt dat een verrichting de solvabiliteit van een Belgische verzekeringsonderneming ondermijnt of dreigt te ondermijnen, kan de Controledienst ten aanzien van die verzekeringsonderneming de maatregelen voorzien in artikel 26 van de wet nemen of eisen dat de modaliteiten van de verrichting worden gewijzigd, of zich tegen de realisatie ervan verzetten. ".
" Afdeling IV. - Aangepaste solvabiliteit voor de Belgische verzekeringsondernemingen bedoeld in artikel 91ter, § 1, 1°. ".
" Art. 91nonies. § 1. De deelnemende Belgische verzekeringsondernemingen, bedoeld in artikel 91ter, § 1, 1°, moeten op geaggregeerde basis een voldoende aangepaste solvabiliteitsmarge samenstellen met betrekking tot het geheel van hun activiteiten en van de activiteiten van de met hen verbonden ondernemingen.
Ze moeten geen aangepaste solvabiliteitsmarge samenstellen wanneer ze verbonden ondernemingen zijn van een andere deelnemende Belgische verzekeringsonderneming en in aanmerking worden genomen voor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van die verzekeringsonderneming.
De bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van de bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge betrokken verzekeringsondernemingen moeten evenwel, ten genoegen van de Controledienst, adequaat over voornoemde ondernemingen verdeeld zijn.
§ 2. De Koning bepaalt de wijze van berekening van de vereiste aangepaste solvabiliteitsmarge in verhouding tot de verbintenissen van de deelnemende Belgische onderneming en van de met haar verbonden ondernemingen evenals de bestanddelen die in aanmerking worden genomen.
§ 3. De deelnemende Belgische verzekeringsondernemingen berekenen de aangepaste solvabiliteitsmarge minstens eenmaal per jaar, bij het opstellen van de jaarrekening en maken die minstens drie weken vóór de algemene vergadering tijdens dewelke de jaarrekening wordt goedgekeurd, over aan de Controledienst.
Zij passen deze berekening voor de eerste maal toe bij het opstellen van de jaarrekening voor het boekjaar dat op 1 januari 2001 begint of gedurende dat kalenderjaar. ".
" Art. 91decies. § 1. Met het oog op het berekenen van de aangepaste solvabiliteitsmarge gelden voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van een deelnemende Belgische verzekeringsonderneming de in dit artikel vastgestelde regels.
§ 2. De vrijstelling van subconsolidatie als bepaald in artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996 is, naast de voorwaarden bedoeld in dat artikel, onderworpen aan de voorwaarde dat de moederonderneming van de vrijgestelde verzekeringsonderneming een verzekeringsonderneming naar Belgisch recht is.
§ 3. Zo hij dit voor de uitoefening van het aanvullend toezicht nodig acht, kan de Controledienst eisen dat :
a) een onderneming die geen dochteronderneming is, maar waarin een deelneming wordt gehouden of waarmee een andere vorm van kapitaalbinding bestaat, eveneens wordt opgenomen in de geconsolideerde positie of wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode;
b) een onderneming waarin een invloed van betekenis op de oriëntatie van het beleid wordt uitgeoefend, buiten elke deelneming of andere vorm van kapitaalbinding, naar evenredigheid in de geconsolideerde positie wordt opgenomen of wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Voor de toepassing van het eerste lid, houdt de Controledienst bij zijn beoordeling rekening met het risico dat voor de consoliderende onderneming voortvloeit uit haar relatie met de betrokken onderneming en in het bijzonder met de aansprakelijkheid die de consoliderende onderneming draagt ingevolge haar deelneming, kapitaalbinding of de invloed van betekenis die zij uitoefent.
§ 4. De niet-opneming van een dochteronderneming in de geconsolideerde positie is onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de Controledienst in de gevallen bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15 van het voornoemde koninklijk besluit van 6 maart 1990, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996.
Voor de toepassing van artikel 13, eerste lid, 1°, van het voornoemde koninklijk besluit van 6 maart 1990, worden een of meer ondernemingen geacht van verwaarloosbare betekenis te zijn indien hun balanstotaal, of hun gezamenlijk balanstotaal kleiner is dan 10 miljoen euro en minder dan 1 % van het balanstotaal van de consoliderende onderneming vertegenwoordigt.
Wanneer een kredietinstelling een dochteronderneming van een verzekeringsonderneming is en zelf de moederonderneming van een verzekeringsonderneming is, wordt deze kredietinstelling in de geconsolideerde positie opgenomen. ".
" Art. 91undecies. Onverminderd de toepassing van andere maatregelen voorzien in artikel 26 van de wet, kan de Controledienst met het oog op het herstel van de financiële toestand op geaggregeerde basis van een deelnemende verzekeringsonderneming waarvan de aangepaste solvabiliteitsmarge niet meer het in artikel 91nonies, §§ 1 en 2 voorgeschreven peil bereikt, eisen dat de onderneming hem binnen de door hem vastgestelde termijn een herstelplan voorlegt.
Zo nodig, legt hij een plan op; dit kan onder andere, naast de elementen voorzien in artikel 26, § 2, tweede lid, een verhoging van de herverzekering, of een gehele of gedeeltelijke afstand van een of meer deelnemingen van de deelnemende onderneming inhouden. ".
" Art. 91duodecies. Met het oog op de uitoefening van het aanvullende toezicht bedoeld in deze afdeling, is de bedrijfsrevisor of zijn de bedrijfsrevisoren, aangesteld voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig artikel 73 van het voornoemde koninklijk besluit van 6 maart 1990, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996, de door de consoliderende onderneming krachtens artikel 38, aangestelde erkende commissaris of commissarissen. ".
" Afdeling V. - Methode van aanvullend toezicht op de Belgische verzekeringsondernemingen bedoeld in artikel 91ter, § 1, 2°. ".
" Art. 91terdecies. § 1. De Belgische verzekeringsondernemingen, die zich in het geval bevinden bedoeld in artikel 91ter, § 1, 2°, worden onderworpen aan een methode van aanvullend toezicht waarvan de modaliteiten door de Koning worden vastgesteld.
In geval van opeenvolgende deelnemingen, wordt de methode van aanvullend toezicht slechts toegepast ten aanzien van de uiteindelijke moederonderneming naar Belgisch recht van de Belgische verzekeringsonderneming.
§ 2. De Belgische verzekeringsondernemingen worden niet onderworpen aan de methode van aanvullend toezicht indien ze zich bevinden in één van de volgende gevallen :
1° de Belgische verzekeringsonderneming is een met een andere Belgische verzekeringsonderneming verbonden onderneming en wordt in aanmerking genomen bij de overeenkomstig deze afdeling op die andere onderneming uitgevoerde methode van aanvullend toezicht;
2° de Belgische verzekeringsonderneming heeft samen met één of meer andere Belgische verzekeringsondernemingen als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, herverzekeringsonderneming, of verzekeringsonderneming van een derde land en wordt in aanmerking genomen bij de overeenkomstig deze afdeling op één van die andere Belgische ondernemingen uitgevoerde methode van aanvullend toezicht;
3° de Belgische verzekeringsonderneming heeft samen met één of meer in andere Lid-Staten toegelaten verzekeringsondernemingen als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, herverzekeringsonderneming, of verzekeringsonderneming van een derde land en er is overeenkomstig artikel 91sexiesdecies een overeenkomst gesloten waarbij de uitoefening van het aanvullend toezicht als bedoeld in deze afdeling aan de bevoegde autoriteiten van een andere Lid-Staat is toegewezen.
§ 3. De verbonden Belgische verzekeringsondernemingen passen de methode van aanvullend toezicht minstens eenmaal per jaar toe, bij het opstellen van de jaarrekening en maken de berekening ervan minstens drie weken vóór de algemene vergadering tijdens dewelke de jaarrekening wordt goedgekeurd, over aan de Controledienst.
Zij passen deze methode voor de eerste maal toe bij het opstellen van de jaarrekening voor het boekjaar dat op 1 januari 2001 begint of gedurende dat kalenderjaar. ".
" Art. 91quaterdecies. Indien de Controledienst op grond van de methode van aanvullend toezicht van mening is dat de solvabiliteit van een Belgische verzekeringsonderneming in gevaar is of zou kunnen komen, kan hij ten aanzien van die verzekeringsonderneming de maatregelen nemen die in artikelen 23bis, § 3, en 26 van de wet zijn bepaald. ".
" Art. 91quinquiesdecies. Met het oog op de uitoefening van het aanvullend toezicht bedoeld in deze afdeling, is de bedrijfsrevisor of zijn de bedrijfsrevisoren, aangesteld voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig artikel 73 van het voornoemde koninklijk besluit van 6 maart 1990, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996, een door de Controledienst erkende commissaris of door die dienst erkende commissarissen.
Wanneer een Belgische verzekeringsonderneming als moederonderneming een buiten België gelegen verzekeringsholding, herverzekeringsonderneming of verzekeringsonderneming van een derde land heeft en het aanvullend toezicht bedoeld in deze afdeling door de Controledienst wordt uitgeoefend, worden de controle- en verificatieopdrachten op overeenkomstige wijze uitgeoefend door de erkende commissaris of commissarissen die bij de Belgische verzekeringsonderneming is of zijn aangesteld. ".
" Afdeling VI. - Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten. ".
" Art. 91sexiesdecies. Indien verzekeringsondernemingen die in verschillende Lid-Staten zijn gevestigd, als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, herverzekeringsonderneming, verzekeringsonderneming van een derde land of gemengde verzekeringsholding hebben, kan de Controledienst een overeenkomst sluiten met de bevoegde autoriteiten van die Lid-Staten voor een zo efficiënt mogelijke afbakening van de respectieve verantwoordelijkheden op het vlak van het aanvullend toezicht op de verzekeringsondernemingen. ".
" Art. 91septiesdecies. Indien verzekeringsondernemingen die in verschillende Lid-Staten zijn gevestigd, rechtstreeks of middellijk verbonden zijn of een gemeenschappelijke deelnemende onderneming hebben, verstrekt de Controledienst aan de bevoegde autoriteiten van iedere Lid-Staat die erom verzoekt alle dienstige informatie die de uitoefening van het aanvullend toezicht mogelijk maakt of kan vergemakkelijken en doet hij uit eigen beweging mededeling van alle informatie die hem essentieel lijkt voor de andere bevoegde autoriteiten.
Indien een Belgische verzekeringsonderneming en hetzij een kredietinstelling, hetzij een beursvennootschap of een buitenlandse beleggingsonderneming, hetzij beide, rechtstreeks of middellijk verbonden zijn dan wel een gemeenschappelijke deelnemende onderneming hebben, werkt de Controledienst nauw samen met de autoriteiten die van overheidswege belast zijn met het toezicht op die andere ondernemingen. Onverminderd hun respectieve bevoegdheden, verstrekken de Controledienst en deze autoriteiten elkaar alle informatie die de vervulling van hun taak kan vergemakkelijken in het bijzonder in het kader van het aanvullend toezicht.
De Controledienst werkt nauw samen met de autoriteiten die in België belast zijn met het toezicht op de wetgeving inzake arbeidsongevallen. Deze autoriteiten delen de Controledienst alle informatie mee die de vervulling van zijn taak in het kader van het aanvullend toezicht kan vergemakkelijken.
De in dit artikel bedoelde uitwisseling van informatie kan op basis van het wederkerigheidsbeginsel worden uitgebreid tot de autoriteiten van een Staat die geen lid is van de Gemeenschap.
De Controledienst kan met het oog op de toepassing van de bepalingen van dit artikel samenwerkingsovereenkomsten met die overheden sluiten. ".
Art. 4. Onze minister, tot wiens bevoegdheid de economische zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 maart 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
Ch. PICQUE