4 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de overplaatsing van sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie naar het Ministerie van Landsverdediging. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-10-2001 en tekstbijwerking tot 29-10-2003)
HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de personeelsleden.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 5-9
HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de personeelsleden.
Artikel 1. De personeelsleden die tewerkgesteld zijn bij de Radio Maritieme Dienst van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie worden op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit ambtshalve overgeplaatst naar het ministerie van Landsverdediging in de graad of in één van de graden die naast hun graad die zij bekleedden bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie is vermeld :
- Ingenieur-adviseur : Ingenieur;
- Adviseur : Industrieel ingenieur;
- (Sectiechef : Technisch assistent); <KB 2003-09-20/48, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2002>
- Technicus : Bestuursassistent of Technicus;
- Adjunct-technicus : Klerk of Technisch adjunct;
- Gekwalificeerd werkman : Geschoold arbeider;
- Technisch medewerker : Geschoold arbeider;
- Eerstaanwezend werkman : Geschoold arbeider.
Art.2. § 1. De statutaire bepalingen toepasselijk op het rijkspersoneel zijn van toepassing op de overgeplaatste personeelsleden.
§ 2. De overgeplaatste personeelsleden behouden hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Die worden in hun nieuwe graad gevaloriseerd.
(§ 3. De anciënniteit verkregen in de graden van de rang 22 wordt geacht verkregen te zijn in de graad van het niveau 2+.) <KB 2003-09-20/48, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2002>
Art.3. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit worden toegekend aan de overgeplaatste personeelsleden :
1° een compenserende jaarlijkse toelage; zij behouden deze toelage zolang hun evaluatie niet met de eindvermelding " onvoldoende " wordt uitgedrukt;
2° een jaarlijkse integratievergoeding, waarvan het bedrag hieronder vermeld wordt naast de graad; deze vergoeding wordt toegekend aan de overgeplaatste personeelsleden die bij de Radio Maritieme Dienst van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie titularis waren van de volgende graden en die op I januari 2001 genoten van een forfaitaire verblijfsvergoeding of van een forfaitaire vergoeding voor routeonkosten :
- Ingenieur-adviseur : 1.003,38 EUR;
- Adviseur : 1.003,38 EUR;
- Sectiechef : 974,82 EUR;
- Technicus : 573,46 EUR;
- Adjunct-technicus : 573,46 EUR;
- Technisch medewerker : 573,46 EUR;
- Gekwalificeerd werkman : 573,46 EUR.
3° een aanvullende forfaitaire toelage van 1.735,26 EUR per jaar.
Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde toelagen en vergoeding wordt voor elk personeelslid afzonderlijk berekend en in het individueel overplaatsingsbesluit vermeld.
Art.4. § 1. De in artikel 3 bedoelde toelagen en vergoeding worden maandelijks, in twaalfden, uitbetaald. Zij worden tegelijk met de wedde vereffend. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries geldt eveneens voor deze toelagen en vergoeding die gekoppeld zijn aan het spilindexcijfer 138,01.
§ 2. Wanneer deze bedragen niet volledig verschuldigd zijn worden ze berekend overeenkomstig artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries.
HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.5. De overgeplaatste personeelsleden behouden de laatste evaluatie die hen werd toegekend. Deze evaluatie blijft van toepassing tot het moment van de toekenning van een nieuwe evaluatie. De op de datum van de overplaatsing lopende aanvragen tot herziening worden bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie voortgezet.
Art.6. In afwijking van artikel 4 zal, voor wat het jaar 2001 betreft, de in artikel 3, eerste lid, 1°, bedoelde toelage in eenmaal worden uitbetaald in de loop van de maand januari 2002. Het bedrag hiervan zal worden vastgesteld door de Minister die bevoegd is voor de Landsverdediging.
Art.7. Voor de periode tussen de inwerkingtreding van dit besluit en 31 december 2001 dienen de in artikel 3, 1e lid, 2° en 3°, vermelde bedragen als volgt te worden gelezen :
- 1.003,38 EUR : 40 476 BEF;
- 974,82 EUR : 39 324 BEF;
- 573,46 EUR : 23 133 BEF;
- 1.735,26 EUR : 70 000 BEF.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 9. Onze minister van Ambtenarenzaken, Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Telecommunicatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 oktober 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT
De Minister van Telecommunicatie,
R. DAEMS.