21 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, § 2, van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.
Art. 1-2
Artikel 1. § 1. Als het participatieplan ingevoerd werd op het niveau van een groep, mag het totaal bedrag van de participaties in het kapitaal en in de winst dat aan de werknemers toegekend wordt volgens de bepalingen van de wet van 22 mei 2001 en overeenkomstig de participatieplannen, bij het afsluiten van het betrokken boekjaar, één van de volgende drempels niet overschrijden :
- 10 % van de som van de totale bruto loonlasten, zoals bepaald in artikel 2, 12°, van de wet, van de betrokken vennootschappen in de zin van artikel 2, 13°, van de wet; en
- 20 % van de winst van het boekjaar na belastingen van de groep in de zin van artikel 2, 5°, van de wet.
§ 2. De winst van het boekjaar na belastingen van de groep wordt berekend op geconsolideerde basis, het geheel van de vennootschappen en ondernemingen hernemend die:
- opgenomen zijn in de consolidatiekring in de zin van artikel 106 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen;
- opgenomen zijn in de consolidatiekring gebruikt voor het opmaken van de geconsolideerde rekeningen van een vennootschap naar buitenlands recht beschikkend over de controle van de betrokken vennootschappen in de zin van artikel 2, 13°, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.
§ 3. De aldus bekomen winst wordt vervolgens vermenigvuldigd met de breuk waarvan de teller het aantal betrokken werknemers is in de zin van artikel 2, 18°, van de wet en waarvan de noemer het aantal werknemers is, tewerkgesteld door de groep in de zin van artikel 2, 5°, van de wet.
In geval betrokken vennootschappen in de zin van artikel 2, 13°, van de wet die een groep vormen in de zin van artikel 2, 5°, van de wet er niet zouden toe gehouden zijn geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen krachtens artikel 110 van het Wetboek van vennootschappen of gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht, kan de geconsolideerde winst bekomen worden door de resultaten van het boekjaar na belastingen van de betrokken vennootschappen in de zin van artikel 2, 13°, van de wet samen te tellen.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking vanaf de dag van inwerkingtreding van artikel 6 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst.
Gegeven te Brussel, 21 december 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
Voor de Minister van Justitie, afwezig,
De Minister belast met Middenstand,
R. DAEMS
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Minister belast met Middenstand,
R. DAEMS
De Minister van Economie,
Ch. PICQUE.