3 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de dematerialisatie van de 4 % Bevrijdingslening.
Art. 1-8
Artikel 1. De 4 % Bevrijdingslening wordt niet meer vertegenwoordigd door effecten aan toonder vanaf 15 november 2001.
Art.2. De omzetting van de effecten aan toonder van de 4 % Bevrijdingslening in op naam gestelde inschrijvingen en/of in gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt, zal gebeuren vanaf 15 november 2001.
Art.3. De houders die hun effecten aan toonder niet wensen om te zetten zullen terugbetaald worden tegen de laatste koers die genoteerd is op de Beurs van Brussel vóór 15 november 2001, welke ook de datum van aanbieding moge wezen.
Indien deze koers het pari overschrijdt, zullen de terugbetalingen gebeuren tegen pari van de nominale waarde.
Art.4. De omzetting van effecten aan toonder in op naam gestelde inschrijvingen in een grootboek van de staatsschuld en/of in gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt, of hun terugbetaling zullen gebeuren aan de loketten van de Rijkskassier bij de Nationale Bank van België te Brussel en buiten de hoofdstad.
Art.5. Deze verrichtingen van omzetting of terugbetaling zullen gebeuren zonder kosten voor de houders van de effecten aan toonder.
Art.6. Onze Minister van Financiën kan de technische modaliteiten van deze verrichtingen regelen.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.