5 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van de vormen van een openbare biljettenloterij uitgegeven door de Nationale Loterij onder veranderlijke thematische benamingen naargelang de seizoens-, feestelijke, culturele, sportieve of gelegenheidsevenementen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-10-2001 en tekstbijwerking tot 22-08-2006)
HOOFDSTUK I. - Deelnemingsbeginsel.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Uitgifte van de biljetten.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Aantal en bedrag van de loten.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Deelnemingswijze.
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Controlemaatregelen.
Art. 5-7
HOOFDSTUK VI. - Belastingvrijstelling van de loten.
Art. 8
HOOFDSTUK VII. - Betalingswijze van de loten.
Art. 9-12
HOOFDSTUK VIII. - Algemene bepalingen.
Art. 13-15, 15bis
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art. 16-17
HOOFDSTUK I. - Deelnemingsbeginsel.
Artikel 1. Dit reglement is van toepassing op de organisatie van een biljettenloterij welke zich kenmerkt door tijdelijke uitgiftes die aan het publiek worden aangeboden onder thematische benamingen die verband houden met seizoens-, feestelijke, culturele, sportieve of gelegenheidsevenementen.
De Nationale Loterij bepaalt de benamingen van de in het eerste lid bedoelde tijdelijke uitgiftes en maakt ze bekend met alle nuttig geachte middelen.
De loten van de door dit besluit beoogde biljettenloterij worden uitsluitend zonder trekking toegewezen door de aanduiding, op het biljet, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, of een lot verkregen is of niet. Deze aanduiding is verborgen onder een ondoorzichtige kraslaag.
HOOFDSTUK II. - Uitgifte van de biljetten.
Art.2. <KB 2002-05-14/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2002> Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld op één miljoen, of een veelvoud van één miljoen.
De verkoopprijs van een biljet is bepaald op 1,25 EUR.
HOOFDSTUK III. - Aantal en bedrag van de loten.
Art.3. <KB 2003-06-23/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 07-11-2002> Per hoeveelheid van een miljoen uitgegeven biljetten is het aantal loten vastgesteld op 228.057. Er zijn 2 loten van 25.000 EUR, 5 loten van 2.500 EUR, 50 loten van 250 EUR, 500 loten van 25 EUR, 1.000 loten van 12,50 EUR, 15.000 loten van 5 EUR en 211.500 loten van 2,50 EUR.
HOOFDSTUK IV. - Deelnemingswijze.
Art.4. <KB 2002-05-14/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2002> In een afgebakende zone van de biljetten bevindt zich een rooster van 9 vakjes gelegen op 3 horizontale lijnen, "rijen" genaamd, en op 3 verticale lijnen, "kolommen" genaamd. Elke lijn telt 3 vakjes, net zoals de 2 diagonalen van het rooster. In elk van de 9 vakjes staat, gekozen onder twee mogelijke afbeeldingen, een afbeelding die een voorwerp voorstelt dat naargelang het thema van de betrokken uitgifte verschilt. (Naast het voornoemde rooster staat, in een onderscheiden zone genaamd " winstzone " in Arabische cijfers, een wisselend lotenbedrag uit de in artikel 3 vermelde lotenbedragen.) <KB 2002-06-21/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
(De zones, bedoeld in het eerste lid, zijn bedekt) met een ondoorzichtige laag die de deelnemers moeten afkrassen. <KB 2002-06-21/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
(Winnend is, met uitsluiting van elk ander biljet, het biljet met een rooster waarvan de 3 op een rij, een kolom of een diagonaal liggende vakjes, een afbeelding van een identiek voorwerp hebben. In voorkomend geval komt het bedrag van het toegewezen lot overeen met het bedrag vermeld in de winstzone.) <KB 2002-06-21/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
Het rooster van een winnend biljet bevat altijd maar één winnende rij, één winnende kolom of één winnende diagonaal.
HOOFDSTUK V. - Controlemaatregelen.
Art.5. Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan :
1° een reeks zichtbare cijfers;
2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;
3° twee zichtbare streepjescodes.
Art.6. In (de zones bedoeld) in artikel 4, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan in de vorm die de Nationale Loterij nuttig acht. <KB 2002-06-21/30, art. 3, 003 ; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in artikel 4, tweede lid, en artikel 5, enig lid, 2°, bedoelde ondoorzichtige laag van de onverkochte biljetten afkrassen.
Art.7. (Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld. Toch kan er een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten.) <KB 2006-07-17/36, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 22-08-2006>
De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.
HOOFDSTUK VI. - Belastingvrijstelling van de loten.
Art.8. De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.
HOOFDSTUK VII. - Betalingswijze van de loten.
Art.9. De loten zijn betaalbaar aan toonder tegen afgifte aan de verkopers van de winnende biljetten, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maand te rekenen vanaf de datum waarop de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, is afgesloten. (De loten van
25.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij). <KB 2002-05-14/31, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
Art.10. De afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen worden door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle middelen die ze nuttig acht.
Art.11. De loten die niet binnen de in artikel 9 bepaalde termijn zijn opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art.12. Klachten over de uitbetaling van de loten moeten op straffe van verval binnen de in artikel 9 bedoelde termijn worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.
HOOFDSTUK VIII. - Algemene bepalingen.
Art.13. Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art.14. De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de toonder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist :
1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de toonder van het biljet een bewijs van afgifte;
2° als het nodig is voor de door de Nationale Loterij bepaalde betalingswijze.
Art.15. Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.
(Lid 2 opgeheven) <KB 2002-05-14/31, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
Elke fraude die is gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
De Nationale Loterij en de medewerkers van haar verkoopnet respecteren de anonimiteit van de deelnemers behalve wanneer die eraan verzaken.
Art. 15bis. (Opgeheven) <KB 2003-06-23/36, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 04-07-2003>
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 8 oktober 2001.
Art. 17. Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 oktober 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties,
R. DAEMS.