Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

23 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de openbare vastgoedmaatschappijen gemachtigd worden om zich toegang te verschaffen tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en om het identificatienummer ervan te gebruiken.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 3-6
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de openbare vastgoedmaatschappijen, waarvan de lijst als bijlage bij dit besluit opgenomen is, wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, 5°, 6°, 8° en 9° en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor het vervullen van de taken in verband met de bijwerking van de gegevens betreffende de personen die, om welke reden dan ook, een door deze maatschappijen beheerde sociale woning betrekken of die kandidaat-huurder zijn van een woning die door die maatschappijen beheerd wordt, voor de invoering van een voorziening van meervoudige inschrijvingen evenals om het voor de sector van de sociale huisvesting mogelijk te maken over statistische informatie te beschikken over de aanvragen inzake sociale huisvesting.
  Tot de opeenvolgende wijzigingen die zijn aangebracht in de informatiegegevens bedoeld in het eerste lid kan ten hoogste vijf jaar in de tijd worden teruggegaan vóór de mededeling van die gegevens.
  De in het eerste lid bedoelde toegang wordt voorbehouden:
  1° aan de Directeur-generaal en de Adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;
  2° aan de personeelsleden van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij die wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden daartoe bij name en schriftelijk aangewezen zijn door het Directoraat-generaal van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;
  3° aan de beheerders van de openbare vastgoedmaatschappijen;
  4° aan de personeelsleden van iedere openbare vastgoedmaatschappij die wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden daartoe bij name en door een schriftelijk besluit van de Raad van Bestuur van die maatschappijen aangewezen zijn.

Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts gebruikt worden voor de in het eerste lid van dat artikel vermelde doeleinden. Die informatiegegevens mogen niet meegedeeld worden aan derden.
  Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :
  1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de openbare overheden en instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen worden meegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij onderhouden, in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden, met de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de openbare vastgoedmaatschappijen.

HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.3. Aan de overeenkomstig artikel 1 aangewezen personeelsleden van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en van de openbare vastgoedmaatschappijen, waarvan de lijst opgenomen is als bijlage bij dit besluit, wordt machtiging verleend het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken.

Art.4. Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de door haar erkende openbare vastgoedmaatschappijen worden bijgehouden voor het vervullen van de in artikel 1, eerste lid, vermelde taken.
  Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, eerste lid, vermelde taken noodzakelijk zijn, met :
  - de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
  - de openbare overheden en instellingen die zelf de in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 bedoelde machtiging hebben verkregen en die optreden in het kader van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
  Dit nummer mag niet vermeld worden op documenten die ter kennis kunnen worden gebracht van derden, andere dan de personen bedoeld in het voorgaande lid.

Art.5. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, en 3, aangewezen personen wordt, met vermelding van hun ambt, jaarlijks opgesteld en met dezelfde regelmaat aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
  De betrokken personen ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen te bewaren.

Art.6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 23 november 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN

BIJLAGE.
Art. N. (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-12-2001, p. 45553-45555).
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 november 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.