Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 JULI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de goedkeuring en de subsidiëring van projecten in het kader van de professionele integratie van personen met een handicap. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-10-2000 en tekstbijwerking tot 25-01-2007).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Goedkeuring.
Art. 3-6
HOOFDSTUK III. - Subsidiëring.
Art. 7-8
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 9-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2004035683  2007035043 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° (de VDAB : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;) <BVR 2006-11-17/52, art. 65, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  2° (persoon met een handicap : de persoon als vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " en die een gespecialiseerde trajectbegeleiding geniet overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 betreffende de arbeidstrajectbegeleiding voor personen met een handicap;) <BVR 2006-11-17/52, art. 65, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  3° (de voorziening : de organisatie die instaat voor de tewerkstelling en/of begeleiding naar tewerkstelling van personen met een handicap); <BVR 2003-10-24/50, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004>
  4° het project : de inhoudelijke en financiële beschrijving van acties, fasen of trajecten, die door de voorziening al dan niet in samenwerking met andere partners worden opgezet in het kader van de (arbeidsgerichte begeleiding) van personen met een handicap; <BVR 2003-10-24/50, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004>
  5° (minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid.) <BVR 2006-11-17/52, art. 65, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.2. Binnen de perken van de middelen die hiervoor op zijn begroting zijn voorzien, kan (de VDAB) projecten met een maximale duurtijd van drie jaar goedkeuren en subsidiëren met het oog op de professionele integratie van personen met een handicap. <BVR 2006-11-17/52, art. 66, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

HOOFDSTUK II. - Goedkeuring.
Art.3. Om in aanmerking te komen voor goedkeuring en subsidiëring moet een project aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° (overeenstemmen met de doelstellingen van de VDAB zoals omschreven in artikel 5, § 1, 5°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ";) <BVR 2006-11-17/52, art. 67, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  2° overeenstemmen met de regels, vastgesteld krachtens de verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen en inspelen op de doelstellingen en de strategie van het Europees Sociaal Fonds (...) (Projectaanvragen voor ESF3, zwaartepunten 1 & 2 krijgen prioriteit); <BVR 2003-10-24/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004>
  3° niet structureel (gesubsidieerd) zijn uit hoofde van (het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap), van andere Europese reglementeringen dan deze betreffende de Europese Structuurfondsen of van andere door het Vlaamse of Brusselse Gewest of door de Vlaamse Gemeenschap uitgevaardigde reglementeringen; <BVR 2003-10-24/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004> <BVR 2006-11-17/52, art. 67, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  4° methoden en strategieën ontwikkelen die met het oog op het verhogen van de werkzaamheidgraad van personen met een handicap (, voorzover het de zwaartepunten 1 & 2 betreft), afgestemd zijn op de actuele en specifieke vraag- en aanbodanalyse van de arbeidsmarkt in het (RESOC-regio); <BVR 2003-10-24/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004> <BVR 2005-06-10/33, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 15-07-2005>
  5° de verbintenis aangaan een aanvraag tot subsidiëring in te dienen in uitvoering van voormelde verordening (EG) nr. 1260/1999, Europees Sociaal Fonds, (...), waarbij de cofinanciering bestaat uit de subsidie die aan het project wordt toegekend in uitvoering van dit besluit, eventueel aangevuld met een afzonderlijk te attesteren subsidie die (de VDAB) aan de voorziening toekent, (...); <BVR 2003-10-24/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004> <BVR 2006-11-17/52, art. 67, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  6° (...). <BVR 2003-10-24/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004>

Art.4. § 1. Een aanvraag tot goedkeuring en subsidiëring van het project wordt bij (de VDAB) ingediend door de voorziening, bedoeld in artikel 1, 3°, en omvat minstens de volgende elementen die tevens de basis vormen voor de beoordeling en de selectie van de aanvragen : <BVR 2006-11-17/52, art. 68, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  1° de identificatie van de voorziening en de eventuele partners waarmee de voorziening samenwerkt;
  2° een omstandige beschrijving van het project met bijzondere aandacht voor de methodologie, de doelgroep, de doelstelling, de vooropgestelde en meetbare resultaten en de eerdere ervaring van het project;
  3° een projectvoorstel met de raming van het minimum en het maximum aantal deelnemers, die personen met een handicap moeten zijn zoals bedoeld in artikel 1, 2°, de geplande omvang van het project in uren uitgedrukt, het tewerkgesteld personeel, de begeleidingsmethoden, de registratiemethode (monitoring) en de wijze waarop zal worden gegarandeerd dat de deelnemers in regel blijven met alle wettelijke bepalingen zoals bedoeld in artikel 5, 8°;
  4° (Voorzover het de zwaartepunten 1 & 2 betreft,) een geschreven samenwerkingsovereenkomst tussen de voorziening en de arbeidstrajectbegeleidingsdienst (voor personen met een handicap); <BVR 2003-10-24/50, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004> <BVR 2006-11-17/52, art. 68, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  5° een geschreven samenwerkingsovereenkomst ingeval de voorziening in het project samenwerkt met andere organisaties;
  6° een projectbegroting met een overzicht van alle geraamde kosten en voorziene inkomsten.
  § 2. (De VDAB) bepaalt het model van het aanvraagformulier, de wijze en het tijdstip van indiening en in voorkomend geval de toe te voegen bewijsstukken. <BVR 2006-11-17/52, art. 68, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.5. De aanvrager verbindt zich ertoe :
  1° geen financiële bijdrage te vragen aan de deelnemers;
  2° een verzekering af te sluiten die de deelnemers verzekert inzake risico's die uit het project voortvloeien;
  3° per deelnemer en per personeelslid een individueel dossier bij te houden dat minstens de registratie bevat van de ondernomen acties, van de opeenvolgende activiteiten, en van alle gepresteerde uren. (De VDAB) kan het model hiervan bepalen (...); <BVR 2006-11-17/52, art. 69, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  4° op verzoek van (de VDAB) alle gevraagde inlichtingen over de werking te verschaffen, met inbegrip van het reële gebruik van de cofinancieringsmiddelen; <BVR 2006-11-17/52, art. 69, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  5° jaarlijks uiterlijk op 1 april aan (de VDAB) een werkingsverslag over het voorbije werkingsjaar te bezorgen, waarvan het model door (de VDAB) kan worden vastgesteld; <BVR 2006-11-17/52, art. 69, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  6° een boekhouding te voeren overeenkomstig de richtlijnen die door (de VDAB) worden vastgesteld; <BVR 2006-11-17/52, art. 69, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  7° zich te onderwerpen aan een controle zoals omschreven in hoofdstuk X van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;
  8° erover te waken dat de deelnemers en personeelsleden in orde zijn met alle bepalingen van de arbeids- en sociale zekerheidswetgeving die voor hen van toepassing zijn, en hiertoe de nodige contacten te leggen met de bevoegde diensten, inzonderheid de inspectie van de sociale wetten, de adviserend geneesheren van het RIZIV en de werkloosheidsuitkeringsdiensten;
  9° voor het project geen subsidiëringaanvraag in andere Europese of andere bijstandsprogramma's in te dienen zonder voorafgaand akkoord van (de VDAB). <BVR 2006-11-17/52, art. 69, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

Art.6. § 1. (De VDAB verleent zijn goedkeuring aan de projecten, rekening gehouden met de prioriteitsregels, vermeld in § 3 en met een evenwichtige geografische spreiding van de projecten.) <BVR 2006-11-17/52, art. 70, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  § 2. (Op basis van goedkeuring, vermeld in § 1, levert de VDAB een attest van cofinanciering af ter staving van de aanvraag, vermeld in artikel 3, 5°.) <BVR 2006-11-17/52, art. 70, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  § 3. Voorrang zal gegeven worden aan projecten die :
  1° gericht zijn op het invullen van leemtes in de geografische spreiding van het opleidings- en begeleidingsaanbod voor personen met een handicap;
  2° worden ingediend als onderdeel van een integraal en gecoördineerd projectenplan binnen het netwerk van de arbeidstrajectbegeleidingsdienst;
  3° gericht zijn op het realiseren van duurzame tewerkstelling in het normaal economisch circuit;
  4° gericht zijn op het verwerven en/of ontwikkelen van competenties inzake het gebruik van nieuwe technologieën in arbeidsprocessen;
  5° de resultaatgerichtheid versterken door het aanbieden van opleidingsmodules 'on the job';
  6° gericht zijn op de tewerkstelling van personen met een handicap in knelpuntberoepen in het (RESOC-regio); <BVR 2005-06-10/33, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 15-07-2005>
  7° gericht zijn op de tewerkstelling van personen met een handicap in de gesubsidieerde welzijnssectoren;
  8° gericht zijn op de tewerkstelling van personen met een handicap in de openbare besturen;
  9° gericht zijn op de tewerkstelling van de prioritaire doelgroepen : personen met een auditieve handicap, personen met autisme en personen met een niet-aangeboren hersenletsel;
  10° een aanbod realiseren gericht op jongere personen met een handicap (-25jaar), voor ze hun zesde maand als werkzoekende hebben bereikt;
  11° in functie van de professionele integratie van personen met een handicap een structurele samenwerking met sociale partners kunnen aantonen;
  12° in vergelijking met kwalitatief evenwaardige projectaanvragen, een beduidend lagere kostprijs begroten per gepresteerd uur en per persoon met een handicap die deelneemt aan het project;
  § 4. (opgeheven) <BVR 2006-11-17/52, art. 70, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  § 5. (opgeheven) <BVR 2006-11-17/52, art. 70, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

HOOFDSTUK III. - Subsidiëring.
Art.7. (De VDAB) bepaalt de subsidie die aan de goedgekeurde projecten toegekend wordt overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 6, § 1. <BVR 2006-11-17/52, art. 71, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  Minstens 70 % van de subsidie moet aangewend worden voor loon- of personeelskosten.

Art.8. Aan de voorziening wordt voor het verstrijken van de maand die volgt op de in artikel 6, § 1 bedoelde goedkeuring door (de VDBA) een voorschot uitbetaald van 50 % van de op jaarbasis toegekende subsidie. Een tweede voorschot van 30 % van de op jaarbasis toegekende subsidie wordt uitbetaald zes maanden na de uitbetaling van het in het eerste lid bedoelde eerste voorschot. <BVR 2006-11-17/52, art. 71, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  Het saldo van de toegekende subsidie wordt uitgekeerd na voorlegging aan (de VDAB) van het werkingsverslag, bedoeld in artikel 5, 5°, en van de rekeningen, en als blijkt dat het saldo verschuldigd is op basis van een proces- en resultaatsgerichte evaluatie (...). (Projecten die een verlenging zijn van een reeds gesubsidieerd project, zullen gesaldeerd worden op basis van de gepresteerde cursistenuren in verhouding tot de cursistenuren zoals begroot. (Voor nieuwe projecten kan de VDAB in het eerste jaar rekening houden met een opstartfase.) ) <BVR 2003-10-24/50, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2004> <BVR 2006-11-17/52, art. 71 à 73, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  (De VDAB) kan te veel uitbetaalde voorschotten bij de voorziening terugvorderen wanneer het project niet of onvoldoende werd gerealiseerd. <BVR 2006-11-17/52, art. 71, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.9. <BVR 2006-11-17/52, art. 74, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2006> § 1. Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap afgeleverde goedkeuringen van projectaanvragen van kracht tot op de datum die in deze goedkeuringen is bepaald, en uiterlijk tot en met 31.12.2008.
  § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de door het Vlaams Fonds vastgestelde modellen, vermeld in § 1, en de richtlijnen, vermeld in artikel 4 § 2, artikel 5, 3°, 5° en 6°, en artikel 6 § 1, tweede lid, van kracht tot zij vervangen worden door de door de VDAB vastgestelde modellen en richtlijnen.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.

Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 17 juli 2000.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
  Mevr. M. VOGELS.