8 SEPTEMBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de oprichting en de werking van de entiteit Interne Audit in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (NO
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Entiteit Interne Audit.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Auditcomité.
Art. 6-10
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 11-12
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. (Zie NOTA onder TITEL) Dit besluit is van toepassing op het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, op de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en op de Vlaamse openbare instellingen.
HOOFDSTUK II. - Entiteit Interne Audit.
Art.2. (Zie NOTA onder TITEL) In het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt een entiteit Interne Audit opgericht. Deze entiteit ressorteert rechtstreeks onder de Vlaamse regering.
Art.3. (Zie NOTA onder TITEL) De entiteit Interne Audit heeft de opdracht alle bedrijfsprocessen en activiteiten van de in artikel 1 bedoelde diensten en rechtspersonen te onderzoeken en te evalueren en in het bijzonder het systeem van interne controle.
De entiteit Interne Audit kan daartoe belast worden met het uitvoeren van financiële audits, overeenstemmingsaudits, operationele audits, ad hoc-opdrachten en administratieve onderzoeken.
Art.4. (Zie NOTA onder TITEL) Om haar opdrachten te kunnen vervullen heeft de entiteit Interne Audit toegang tot alle informatie en documenten. Ze kan aan ieder personeelslid inlichtingen vragen die ze voor de uitvoering van haar opdrachten nodig acht. Ieder personeelslid is verplicht alle relevante informatie en documenten te verstrekken.
Art.5. (Zie NOTA onder TITEL) De entiteit Interne Audit rapporteert over haar werkzaamheden en bevindingen aan het auditcomité.
HOOFDSTUK III. - Auditcomité.
Art.6. (Zie NOTA onder TITEL) Er wordt een auditcomité opgericht.
Het auditcomité adviseert de Vlaamse regering omtrent het systeem van interne controle, en in het bijzonder met betrekking tot :
1° het effectief en efficiënt beheer van risico's;
2° de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering;
3° de overeenstemming met wetten, decreten en reglementeringen, evenals de richtlijnen van de betrokken overheden;
4° de effectieve en efficiënte werking van de diensten;
5° de bescherming van de activa.
Art.7. (Zie NOTA onder TITEL) Het auditcomité telt ten minste 5 en ten hoogste 9 leden, de voorzitter inbegrepen, met een meerderheid van onafhankelijke deskundigen. Het is samengesteld uit :
1° ten minste 1 lid en ten hoogste 3 leden van de Vlaamse regering;
2° de voorzitter van het college van secretarissen-generaal;
3° ten minste 3 en ten hoogste 5 onafhankelijke deskundigen.
De onafhankelijke deskundigen worden aangeduid voor een periode van 5 jaar door de Vlaamse regering op voordracht van het college van secretarissen-generaal. De Vlaamse regering duidt onder de onafhankelijke deskundigen de voorzitter van het auditcomité aan.
Art.8. (Zie NOTA onder TITEL) Het auditcomité vergadert minstens 4 maal per jaar. De notulen van de vergaderingen worden toegezonden aan de Vlaamse regering.
Het auditcomité stelt binnen drie maanden na zijn installatie een huishoudelijk reglement vast.
Art.9. (Zie NOTA onder TITEL) De onafhankelijke deskundigen van het auditcomité ontvangen per zitting een vergoeding van 50.000 BEF (100%); de voorzitter van het auditcomité ontvangt een bijkomende vergoeding per zitting van 25.000 BEF (100 %). Indien meer dan 4 vergaderingen per jaar worden gehouden, bedraagt, vanaf de vijfde zitting, de vergoeding voor de onafhankelijke deskundigen per zitting 20.000 BEF (100 %) en de bijkomende vergoeding voor de voorzitter per zitting 10.000 BEF (100 %).
De in het eerste lid vermelde vergoedingen volgen de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de wet van 1 maart 1977 houdende de inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, en zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 126,85 (105,20).
Art.10. (Zie NOTA onder TITEL) Het auditcomité stelt een jaarlijks verslag op ten behoeve van de Vlaamse regering.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.11. (Zie NOTA onder TITEL) Dit besluit treedt in werking op 8 september 2000, behalve wat de toepassing op de Vlaamse openbare instellingen betreft.
Wat de toepassing op de Vlaamse openbare instellingen betreft, treedt dit besluit in werking op de door de minister-president te bepalen datum.
Art. 12. (Zie NOTA onder TITEL) De minister-president, de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en de Vlaamse minister bevoegd voor Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 september 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport,
J. SAUWENS.