17 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams Instituut voor de bevordering van wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie (IWT) en de regeling van de rechtspositie van het personeel.
Art. 1-48, XIII, XIII, XIII, XIII, XIII, 49-51, XIV, 52-60, N1, N2, N3
Artikel 1. In artikel II 7, a, van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden " een ambtenaar " de woorden " of een stagiair " ingevoegd.
Bovendien wordt de inleidende zin van artikel II 7 vervangen door :
" De raad van beroep, opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende oprichting en samenstelling van een raad van beroep voor sommige Vlaamse openbare instellingen, die onder de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaams Gewest ressorteren, neemt kennis van alle beroepen die krachtens dit besluit kunnen worden ingesteld door bepaalde ambtenaren of stagiairs ".
Art.2. Aan artikel II 12 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd die luidt als volgt :
" § 3 De voorzitter neemt de maatregelen om te voorzien in de uitoefening van alle bevoegdheden van de specifieke opdrachtverantwoordelijke gedurende de afwezigheid bedoeld in § 2. De plaatsvervanger wordt aangeduid onder de ambtenaren van rang A1 of het contractuele personeel van de opstartformatie ".
Art.3. In artikel II 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit " worden vervangen door de woorden " voor 14 november 1996 ";
2° de woorden " binnen de eerste 2 jaar na zijn aanwijzing " worden vervangen door de woorden " binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ".
Art.4. In artikel V 6 van hetzelfde besluit worden de woorden " gelijkwaardige graad " vervangen door de woorden " graad van dezelfde rang ".
Art.5. In artikel VI 8, laatste lid van hetzelfde besluit worden de woorden " hogere niveau " vervangen door de woorden " andere niveau ".
Art.6. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
" De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het procesverbaal van het vergelijkend examen, tenzij de directieraad een andere termijn bepaalt.
Een kortere geldigheidsduur is enkel mogelijk wanneer zulks uitdrukkelijk en vooraf wordt vastgesteld in het examenreglement en op grond van redenen die verband houden met de noden van de dienst.
De directie kan de tijdsduur van de wervingsreserve enkel verlengen op grond van redenen die verband houden met de noden van de dienst ".
Art.7. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.8. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen.
In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie).
2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria.
De resultaatgebieden zijn explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het " wat ").
De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het " hoe ").
De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 13 bij dit besluit.
3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de directieleden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar en het personeelslid bedoeld in art. XIV 91 aangewezen door de Voorzitter om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang.
De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.
De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staande personeel. Hij treedt op als eerste evaluator.
§ 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die tijdens het evaluatiejaar minimum drie maanden in actieve dienst is geweest ".
Art.9. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. ".
Art.10. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.
De evaluatoren volgen de opleiding, georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding.
§ 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken.
§ 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.
De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.
Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatsgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.
De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de persoonlijke doelstellingen van de eerste evaluator, voor zover relevant voor het uitvoeren voor van zijn functie.
§ 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de Directeur Personeel en Juridische Zaken.
§ 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.
Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren.
§ 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding " onvoldoende " verdient.
De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag.
Art.11. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat :
1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;
2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;
3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;
4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;
5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 22, § 1;
6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 23;
7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26.
Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de Directeur Personeel en Juridische Zaken ".
Art.12. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. VIII 14. De persoonlijke nota's, bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.
Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.
Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.
Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.
Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier ".
Art.13. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt :
" § 1. De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd ".
Art.14. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. VIII 17. De ambtenaren van de rang A2 worden geëvalueerd door de voorzitter en de directeur-generaal en in voorkomend geval eveneens door de hiërarchische meerdere van rang A2.
Alle ambtenaren van de rang A1 en lager worden geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen ".
Art.15. Artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt geschrapt.
Art.16. In artikel VIII 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" Indien hij kandidaat is voor een hiërarchische bevordering wordt hem een nieuwe functioneringsevaluatie toegekend door de voorzitter en door de hiërarchische chef onder wie hij ressorteert tijdens zijn opdracht. De voorzitter wint daartoe alle nodige inlichtingen in bij de functioneel bevoegde instanties ".
2° § 3 wordt vervangen door wat volgt :
" § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchisch meerdere heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren, wordt geëvalueerd door deze laatsten rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. ".
Art.17. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. VIII 20. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator ".
Art.18. Aan artikel VIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : " onverminderd het derde lid van voormeld artikel ".
Art.19. In artikel VIII 22, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel VIII 10, § 5 " vervangen door de woorden " VIII 10, § 6 ".
Art.20. Aan artikel VIII 52 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid, behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag, tenzij het examenreglement het anders bepaalt ".
Art.21. In artikel VIII 64 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° In het eerste lid worden de woorden " normale loopbaansnelheid " geschrapt;
2° Het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : " Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissing van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken ".
Art.22. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid ".
Art.23. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. XI 12, § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december.
§ 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar vakantie voor de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.
De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van de behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen ".
Art.24. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " aanspraak maken op ouderschapsverlof " vervangen door de woorden " een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen ";
2° in het laatste lid worden de woorden " eerste lid " geschrapt.
Art.25. In artikel XI 25, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " definitieve beroepsongeschiktheid " vervangen door de woorden " definitieve arbeidsongeschiktheid ".
Art.26. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan § 1, eerste lid wordt een 4° toegevoegd dat luidt als volgt :
" 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is ".
2° in § 2 wordt het woord " § 1 " vervangen door de woorden " § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°. ".
Art.27. Aan artikel XI 36, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd :
" De directieraad of de raad van bestuur, naar gelang het geval, neemt een beslissing binnen respectievelijk de 15 of 30 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zo niet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene ".
Art.28. In artikel XI 64, eerste lid van hetzelfde besluit worden na de woorden " of gewest " de woorden " of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad " ingevoegd.
Art.29. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt ".
Art.30. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" Dit artikel is niet van toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering ".
Art.31. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
" Dit artikel is niet van toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering ".
Art.32. In artikel XI 83, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt :
" De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven ".
Art.33. In artikel XI 93, § 3, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden " zoals vermeld sub 1° en 2° " geschrapt.
Art.34. In artikel XI 95 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd :
" De ambtenaar en de stagiair genieten van rechtswege een regime van voltijds politiek verlof onder de voorwaarden bepaald door het bijzonder decreet van 26 juni 1995 houdende instelling van een regime van politiek verlof voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering die een mandaat als lid van de Vlaamse Raad of de Vlaamse regering uitoefenen ".
2° in § 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" Zij kan die beslissing nemen zodra de ambtenaar vier jaar afwezig is en wat het in § 1, tweede lid vermelde verlof betreft, bij de aanvang van een tweede bij het eerste aansluitend mandaat ".
Art.35. In artikel XII 2, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 " geschrapt.
Art.36. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " Europese Gemeenschap " worden vervangen door " Europese Unie ";
2° in 1° worden tussen de woorden " dienst van de " en " Europese Gemeenschap " de woorden " Verenigde Naties, van de " ingevoegd;
3° in 3° worden tussen de woorden " dienst van de " en " Europese " de woorden " Verenigde Naties " ingevoegd.
Art.37. In artikel XIII 9, § 1 van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door :
" 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid viel onder de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector ".
Art.38. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1°, a) worden tussen de woorden " de diensten van de " en " Europese Gemeenschap " de woorden " Verenigde Naties, van de " ingevoegd;
2° in § 1, 2°, e) worden tussen de woorden " Arbeid " en " werd opgericht " de woorden " en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening " ingevoegd;
3° de woorden " Europese gemeenschap " worden vervangen door " Europese Unie ".
Art.39. In deel XIII, titel 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 10bis toegevoegd :
" Art. XIII. 10bis § 1. Onverminderd de toepassing van de artikelen XIII 8 tot en met 14 komen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit, de geldelijke anciënniteit van de ambtenaar die titularis van één van de graden van wetenschappelijk adviseur eveneens in aanmerking, de duur van :
1° de diensten verstrekt in de toestand dienstactiviteit door het personeelslid, sedert zijn indiensttreding als lid van het wetenschappelijk personeel van één van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen;
2° een opdracht in het belang van het hoger onderwijs of van de wetenschap, zelfs zonder salaris of in non-activiteit;
3° de activiteiten als lid van het onderwijzend of wetenschappelijk personeel, met inbegrip van de vrijwillige assistenten, van een Belgische universiteit of van een daarmee gelijkgestelde instelling of van een buitenlandse universiteit, waarvan de diploma's als gelijkwaardig erkend worden;
4° de wetenschappelijke activiteiten van de ambtenaar, als begunstigde van een bezoldiging of toelage of beurs toegekend door :
a) de Europese Unie, de Belgische Staat, een Gemeenschap, een Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of een buitenlandse staat waarmee België of een Gemeenschap of een Gewest een cultureel, wetenschappelijk of technologisch akkoord of overeenkomst heeft gesloten, en dat in het kader van dit akkoord of deze overeenkomst;
b) de provincies, de gemeenten, het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, het Instituut voor Aanmoediging van Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw, het Vlaamse Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch Onderzoek in de Industrie, de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek erkend door de Vlaamse regering, de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek van de vroegere kolonie Belgisch Kongo of van de vroeger door België beheerde gebieden.
§ 2. Kunnen eveneens voor de berekening van de geldelijke anciënniteit als geldelijke anciënniteit aanvaard worden door de Vlaamse Raad voor wetenschapsbeleid, de wetenschappelijke activiteiten van de ambtenaar :
a) als begunstigde van een bezoldiging of toelage toegekend door :
1° een internationale instelling anders dan sub § 1, 4° maar erkend door de § 1. punt 4, a vermelde overheden;
2° elke andere openbare of privé-dienst of instelling voor wetenschappelijk onderzoek of voor financiering van het wetenschappelijk onderzoek, andere dan sub § 1, 4° vermeld.
b) de effectieve prestaties verstrekt als personeelslid bij een overheidsdienst, die ertoe bijgedragen hebben de relevante wetenschappelijke ervaring te verwerven, zoals deze in de functieomschrijving werd vastgesteld.
§ 3. Voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wordt de duur van de diensten verstrekt als titularis van een functie met onvolledige prestaties meegeteld overeenkomstig de berekeningswijze vermeld in artikel XIII 13, maar zonder de begindatum in aanmerking te nemen ".
Art.40. In deel XIII, titel 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 14bis toegevoegd :
" Art. XIII. 14bis. Onverminderd de toepassing van artikel XIII 14 geniet de ambtenaar tijdens zijn hele loopbaan steeds het salaris dat overeenstemt met zijn totale geldelijke anciënniteit.
Deze bestaat voor de ambtenaar lid van het wetenschappelijk personeel uit het totaal van de in aanmerking komende diensten vermeld in de artikelen XIII 10, XIII 10bis, XIII 11, XIII 12 en XIII 13.
Voor de ambtenaar die behoort tot het niet-wetenschappelijk personeel bestaat de geldelijke anciënniteit uit het totaal van de in aanmerking komende diensten vermeld in de artikelen XIII 10, XIII 11, XIII 12 en XIII 13 ".
Art.41. In artikel XIII 11, § 2 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden " te boven gaan " en " niet in aanmerking " de woorden " alsmede van tijdelijke werkloosheid " ingevoegd.
Art.42. In artikel XIII 13 van hetzelfde besluit worden de woorden 1 januari 1995 " vervangen door de woorden " 1 januari 1994 ".
Art.43. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door :
" Het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door :
1° 15 dertigsten wanneer in een maand van :
- 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10;
- 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde dagen gelijk is aan 11;
2° 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12 ".
2° in § 5 worden de woorden " berekend op het beginsalaris " toegevoegd aan de voorlaatste zin.
Art.44. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden " gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 " geschrapt.
Art.45. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. XIII 36, § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen :
- in het geval geen salaris wordt betaald of
- in het geval van een afwezigheid die langer dan 30 werkdagen duurt.
§ 2.
§ 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in de hoofdstukken 5, 7 en 8 van deze titel ".
Art.46. In artikel XIII 42, § 1 van hetzelfde besluit wordt in het tweede lid, 2°, het woord " eventueel " vervangen door de woorden " in voorkomend geval ".
Art.47. In artikel XIII 55 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden " overgang naar het hogere niveau " vervangen door " overgang naar het ander niveau ".
Art.48. In deel XIII van hetzelfde besluit wordt onder titel 3, " Toelagen ", een hoofdstuk 6 " Toelagen voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk " toegevoegd luidend als volgt :
" Art. XIII 58bis. Aan de ambtenaar die gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk verricht, wordt een toelage uitbetaald, hierna te noemen "toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk".
Art. XIII. 58ter. De lijst van werken die als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk worden beschouwd, wordt als volgt vastgesteld :
- drukkerij- of fotolaboratoriumactiviteiten
Art. XIII. 58quater. De toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk bedraagt :
- 44 frank per uur (100 %), wanneer een ambtenaar gedurende een maand ten hoogste 6 uur één of meer van de werken bedoeld in artikel XIII 58ter heeft verricht;
- 48 frank per uur (100 %), wanneer een ambtenaar gedurende een maand meer dan 6 uur en hoogstens 25 uur één of meer van de werken bedoeld in artikel XIII 58ter heeft verricht;
- 50 frank per uur (100 %), wanneer een ambtenaar gedurende een maand meer dan 25 uur één of meer van de werken bedoeld in artikel XIII 58ter heeft verricht.
Art. XIII. 58quinquies. Voor de berekening van de totale duur tijdens dewelke een ambtenaar gedurende de maand gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk heeft verricht, wordt de duur van de verschillende periodes waarin hij één of meer werken bedoeld in artikel XIII 58ter heeft verricht, samengeteld.
Wanneer deze totale duur een gedeelte van een uur beslaat, of naast volledige uren ook een gedeelte van een uur omvat, wordt dit gedeelte afgerond naar een vol uur wanneer het minimum 30 minuten bedraagt. Indien het minder dan 30 minuten bedraagt, valt het weg.
Wanneer 2 of meer werken bedoeld in artikel XIII 58ter gelijktijdig worden verricht, wordt de duur ervan slechts éénmaal in aanmerking genomen.
Art. XIII. _ 58sexies. Een ambtenaar van niveau A heeft geen recht op een toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk.
Art. XIII. 58septies. § 1. De toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald.
§ 2. Deze toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling vastgesteld in artikel XIII 22. ".
Art.49. In artikel XIII 96 van hetzelfde besluit wordt het tweede streepje vervangen door wat volgt :
" - het Koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, zoals het gewijzigd werd, met uitzondering van artikel 30 dat wordt opgeheven met ingang van 1 juli 1996; ".
Art.50. Artikel XIV 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.51. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 10 toegevoegd, die als volgt luidt :
" Afdeling 10. Verlof na detachering
Art. XIV. 40bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractuele personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 66 ".
Art.52. In artikel XIV 62, § 1, tweede zin en derde zin van hetzelfde besluit wordt het werkwoord " hoort " vervangen door " bevraagt ".
Art.53. Artikel XIV 103, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. XIV 102. Deze titel is van toepassing op het personeelslid dat bij de instelling bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen werd overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voor functies van wetenschappelijke-technologische evaluatie en dienstverlening, in uitvoering van artikel 18 van het decreet tot oprichting van het IWT, hierna genoemd " het personeelslid ".
Art.54. Artikel XIV 103, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. XIV 103. Behoudens afwijkende bepaling hierna, geldt de regeling van titel 2. tot en met 4. van dit deel XIV van het personeelslid ".
Art.55. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Onder de vermelding " deel VIII, Titel 2. De functioneringsevaluatie : 1 januari 1996 " worden de woorden " Artikel VIII 15. : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 " vervangen door de woorden " Artikel VIII 15. : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 ".
2° Onder de vermelding " Deel XIII Geldelijk statuut, Titel 1. Bezoldigingsregeling " wordt " artikel XIII 21, § 4 : 1 januari 1996 "ingevoegd.
Art.56. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden vóór 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.
Art.57. In hetzelfde besluit wordt een artikel XV 5bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. XV 5bis. Dit besluit mag worden aangehaald als " Besluit Rechtspositieregeling IWT-personeel " en afgekort als " BRIWT ".
Art.58. § 1. Bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I van dit besluit.
§ 2. De salarisschaal C111 in bijlage 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door :
" C111/C121/C131 : 3/1 x 20.000, 3/3 x 30.000, 4/3 x 40.000, 1/1 x 30.000
545.000 565.000 585.000 605.000 635.000 665.000 735.000 775.000 815.000 855.000 885.000 ".
§ 3. Bijlage 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de salarisschalen opgenomen in bijlage II bij dit besluit.
§ 4. De bijlagen III bij dit besluit worden aan het voormelde besluit van 12 juni 1995 toegevoegd als bijlagen 13.
Art.59. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995, met uitzondering van de volgende artikelen.
1° artikel 55, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996;
2° de artikelen 8 tot en met 19, 21 en 58 § 3 wat bijlage III betreft, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 1996;
3° artikel 48, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996;
4° artikel 27, dat in werking treedt op de datum van de goedkeuring van dit besluit.
5° artikel 49, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1995 (de toepassing van artikel 49 eindigt op 31 december 1995);
Art.60. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Economie, Ruimtelijke Ordening en media, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 maart 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN
Art. N1. Bijlage I. BIJLAGE 3.
AANVRAAG VOOR EEN OVERPLAATSING NAAR HET VLAAMS INSTITUUT VOOR DE BEVORDERING VAN HET WETENSCHAPPELIJK-TECHNOLOGISCH ONDERZOEK IN DE INDUSTRIE
Ondergetekende (invullen in hoofdletters) :
Naam en voornaam . .
Privé-adres (straat, nummer, postnummer) . .
telefoonnummer . .
van de instelling (naam, adres, telefoonnummer, faxnummer) . .
. .
. .
. .
. .
. .
personeelsnummer in die instelling . .
graad . .
1° dient, overeenkomstig artikel V 8 en volgende van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel, een aanvraag voor een OVERPLAATSING in en stelt zich kandidaat voor de hiernavolgende betrekking(en) bij het IWT met de volgende orde van voorkeur :
. .
waarvan de oproep verschenen is in het Belgisch Staatsblad van . .
2° verklaart hierbij te voldoen aan voorwaarden voor de effectieve overplaatsing, die vermeld zijn in de voormelde oproep
3° verbindt er zich uitdrukkelijk toe de betrekking waarin hij/zij overgeplaatst wordt, uiterlijk de eerste dag van de....................... maand volgend op de beslissing van de Raad van Bestuur van het IWT effectief op te nemen.
De aanvraag vervalt na afloop van de overplaatsingsprocedure.
plaats . . . , datum . .
handtekening
Bijlage bij het IWT-aanvraagformulier voor een overplaatsing
Naam . .
Voornaam . .
Welke diploma's en getuigschriften hebt u behaald.
. .
. .
. .
. .
. .
Geef een beknopt curriculum vitae :
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
Over welke argumenten beschikt u waaruit blijkt dat u beantwoordt aan de profielbeschrijving
. .
. .
. .
. .
. .
. .
Plaats . . . Datum . .
Handtekening
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel.
Brussel, 17 maart 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van de Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN
Art. N2. Bijlage II. - Tabel van de toe te voegen salarisschalen aan bijlage 10. A213 A214 A311 Aantal 3/1x 40000 1/3x 60000 1/3x 60000 frequentie 4/3x 70000 5/3x 80000 5/3x 90000 bedrag 3/3x 90000 2/3x 70000 2/3x 40000 geldelijke ancienniteit 0 1500000 1680000 2030000 1 1540000 1680000 2030000 2 1580000 1680000 2030000 3 1620000 1740000 2090000 4 1620000 1740000 2090000 5 1620000 1740000 2090000 6 1690000 1820000 2180000 7 1690000 1820000 2180000 8 1690000 1820000 2180000 9 1760000 1900000 2270000 10 1760000 1900000 2270000 11 1760000 1900000 2270000 12 1830000 1980000 2360000 13 1830000 1980000 2360000 14 1830000 1980000 2360000 15 1900000 2060000 2450000 16 1900000 2060000 2450000 17 1900000 2060000 2450000 18 1990000 2140000 2540000 19 1990000 2140000 2540000 20 1990000 2140000 2540000 21 2080000 2240000 2580000 22 2080000 2240000 2580000 23 2080000 2240000 2580000 24 2170000 2340000 2620000 25 26 27 28 29 30
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel
Brussel, 17 maart 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN
Art. N3. Bijlage III. - BIJLAGE 13
ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCTIONERINGSCRITERIA
A. Technische vaardigheden (kennis en kunde)
Administratief inzicht
Administratieve ervaring
Administratieve kennis
Administratieve kennis (wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten)
Administratieve kennis (wet- en regelgeving)
Administratieve kennis en ervaring
Affiniteit met de sector
Basiskennis van de werking van de juridische structuren
Basiskennis van de wetgeving op de stedebouw
Basiskennis van de Franse/Engelse taal
Basiskennis Frans, Engels en Duits
Basiskennis informatica-applicaties
Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten
Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector
Basisnoties van werking van nevendiensten (bv. R.K.W., R.S.Z., Financiën)
Bereid zijn wapens te dragen en ermee kunnen omgaan
Bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden
Brevet van kapitein te lange omvaart
Brieven en rapporten kunnen schrijven
Bronnenkennis
Creatieve en sportieve vaardigheid
Diagnostische competentie
Didactiek
Diploma licentiaat nautische wetenschappen
Diploma maatschappelijk assistent
Dossierkennis (weten waarover het gaat)
EHBO
EHBO en nijverheidshelper
Elementaire kennis PC
Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden
Elementaire kennis van het nautisch Engels
Elementaire kennis van het materiaal : bv. CMK-tarieven
Elementaire kennis van topografie : hanteren nivelleertoestel,..
Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok)
Ervaring in de administratie
Ervaring in de behandeling van dossiers van het werkstation/de omkaderingsdienst
Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica
Ervaring met een gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdbijstand
Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V.
Ervaring met jongeren
Fysieke conditie
Fysieke conditie (afhankelijk van het soort werk)
Fysieke weerbaarheid
Gedegen kennis van de materie van de Administratie
Gedegen kennis van de wet-, decreet- en regelgeving inzake nautische aangelegenheden
Gedegen kennis van de scheepvaart-, politie- en administratieve reglementen
Gedegen kennis van hydrografie, radarnavigatie, moderne plaatsbepalingssystemen, voortstuwingstypes
Geen hoogtevrees hebben
Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen
Goede gezondheid hebben
Handigheid
Hoeveelheden kunnen opmeten
In continudienst willen werken
In het ambtsgebied willen wonen
Inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en in de verschillende visies terzake
Inzicht in de markt en het werkveld
Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit, chemie, navigatie
Inzicht in de gerechtelijke werking
Juridische basiskennis
Kan de exacte methode identificeren
Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten
Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software
Kennis scheepvaartreglement, verkeersreglement, luchtvaart-reglement, algemene aannemingsvoorwaarden
Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding)
Kennis van bosbouwwerk
Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen
Kennis van de algemene rechtsbeginselen
Kennis van de eigen organisatie (minister van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen)
Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren)
Kennis van de reglementen (nautische en interne)
Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak
Kennis van de scheepstechniek (dek, bediening motoren, navigatie- en communicatieapparatuur)
Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart)
Kennis van de vaarwateren
Kennis van de werking van de overheid
Kennis van de werking van de organisatie
Kennis van de wet op politie en wegverkeer
Kennis van EHBO, reddings- en blustechnieken
Kennis van fauna en flora
Kennis van het scheepvaartreglement
Kennis van informatica (WP, Excel en Financieel Systeem)
Kennis van meetmethodes en -codes
Kennis van normen, typebestekken, afleveringen,..
Kennis van omzendbrieven
Kennis van PC
Kennis van vreemde talen : Engels, Frans,..., vooral nautisch Engels
Kennis PC/terminal
Kennis van administratieve en statutaire procedures
Kennis van administratieve procedures
Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten
Kennis van de administratie en reglementering
Kennis van de Administratie en reglementering
Kennis van de Administratie
Kennis van de bestaande standaarden en normen
Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling
Kennis van de organisatiestructuren
Kennis van de rechterlijke structuren
Kennis van de regelgeving
Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V.
Kennis van de regelgeving, reglementering
Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal
Kennis van de reglementering (wegcode, scheepvaart,...)
Kennis van de reglementering en de procedures
Kennis van de reglementeringen
Kennis van de sector
Kennis van de sociale kaart
Kennis van de structuren van het ministerie/departement
Kennis van de structuur van de organisatie
Kennis van de werking van de organisatie
Kennis van de wetgeving
Kennis van de wetgeving en haar toepassingen
Kennis van gevaarlijke produkten
Kennis van het (ruime) werkveld/sector
Kennis van het geografisch gebied waarvoor verantwoordelijk
Kennis van het voorzieningennet
Kennis van het werken met PC
Kennis van het werkveld en de entiteit
Kennis van het werkveld van de interne klant
Kennis van het werkveld
Kennis van huishoudelijk werk
Kennis van informatica-standaarden en -normen
Kennis van informatietechnologie
Kennis van nautisch Engels
Kennis van onderwijsreglementering en procedures
Kennis van onderwijswetgeving en procedures
Kennis van protocollaire aspecten
Kennis van software
Kennis van de opbouw van de loopbanen
Kennis van structuur van het departement/organisatie
Kennis van studierichtingen
Kennis van wetenschappelijk methodieken
Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel
Kunnen zwemmen
Kunnen omgaan met PC
Kunnen raadplegen van alle bronnen
Kunnen wakker blijven tijdens de nacht
Kunnen werken met fax, kopieermachine,..
Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software
Loodsopleiding : specialisatie (door studie- en proefreizen) inzake nautische kennis (reglementen, vaardigheden, maneuvreer-vaardigheden) op kort traject
Managementinzicht
Materialen- en technologische kennis
Maturiteit
Meertaligheid
Minimale algemene kennis (vb. tweede taal)
Mobiliteit
Noties van Frans, Engels en/of Duits
Noties van psychologie, sociologie en sociale wetgeving
Noties informatica : PC/Terminal
Op de hoogte zijn van het werkveld en zijn evoluties
Opleiding in werkstation/ervaring in werkstation
Parate kennis van onderwijswetgeving en procedures m.b.t. eigen dossiers
Pedagogische, administratieve en maatschappelijke vorming
Pedagogische en didactische bekwaamheden
Pedagogische en psychologische kennis
Persoonlijke hygiëne
Plannen kunnen lezen
Polyvalentie
Procedures binnen de dienst kennen
Psychologisch aanvoelen (" mensenkennis ")
Psychologische en pedagogische kennis
Rijbewijs bezitten
Sectoriële ervaring
Sectoriële ervaring (met opvoeders, instelling)
Specifieke vakkennis
Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur)
Specifieke vaktechnische kennis en ervaring
Specifieke vaktechnische kennis
Talenkennis
Talenkennis (vooral Engels)
Technisch inzicht en kennis
Technische aanleg
Technische en methodische kennis
Technische kennis
Technische kennis : kennis van de bediening van apparatuur,..
Technische kennis van de werking van apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...)
Technische kennis van de materie
Technische vaardigheden
Tekstverwerking
Twee- of Meertaligheid
Uithoudingsvermogen
Universitair diploma en/of ruime beroepservaring
Vak- en materiekennis
Vakkennis
Vakkennis (polyvalentie vs. specialisme)
Vakkennis en vakbekwaamheid
Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen
Werken met PC/bureauticamateriaal
Zelf tekenwerk kunnen uitvoeren
B. Persoonlijke vaardigheden (competenties)
Alert zijn
Analyse en synthese
Analytisch denken
Analytisch en/of synthetisch denken
Analytisch en probleemoplossend vermogen
Analytisch en synthetisch denken
Autonoom kunnen werken
Autoriteit/Leiderschap
Begrip voor anderen
Bemiddelingstalent
Collegialiteit
Communicatie
Communicatie - openheid
Communicatie- en contactvaardigheid
Communicatievaardigheid
Conceptueel denken
Conflictbeheersing
Contact- en communicatievaardigheid
Contactvaardigheid
Correct en betrouwbaar zijn
Creativiteit
Creativiteit en vernieuwend denken
Deontologische integriteit
Diplomatie
Discretie
Doelgericht en methodisch weken en denken
Doelgericht werken
Doelgerichtheid
Doorzicht
Dynamiek
Efficiëntie
Efficiëntie en praktische ingesteldheid
Emotionele stabiliteit
Empathie
Empowerment
Engagement
Engagement en interesse
Engagement en motivatie
Evalueren van medewerkers
Flexibiliteit
Flexibiliteit/Improvisatie
Gezag voeren
Goed omgaan met mensen
Impact
Impact en invloed
In groep kunnen werken
Informatieverzameling
Initiatief
Initiatief en creativiteit
Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel
Initiatief nemen
Inlevingsvermogen
Integratie van theorie - praktijk
Integriteit
Integriteit en discretie
Inzet
Inzet en motivatie
Klantgerichtheid
Klantvriendelijkheid
Kritische ingesteldheid
Kunnen beslissen
Kunnen leiding geven
Kunnen omgaan met collega's
Kunnen omgaan met jongeren
Kunnen omgaan met mensen
Kunnen omgaan met moeilijke jongeren
Kunnen samenwerken
Leerbereidheid
Leergierigheid
Leergierigheid/flexibiliteit
Leiderschap
Leiding geven
Loyauteit
Loyauteit en integriteit
Luisterbereidheid
Methodische aanpak en organisatietalent
Moed
Motivatie
Motivatie en beschikbaarheid
Motiverend optreden
Nauwgezetheid
Nauwkeurigheid
Objectiviteit
Omgaan met mensen
Omgang met mensen
Onderhandelingstalent
Onderhandelingsvermogen
Orde
Orde en nauwgezetheid
Orden en nauwkeurigheid
Orde en netheid
Orde en stiptheid
Orde en zorgvuldigheid
Orde, hygiëne en veiligheid
Organisatiebetrokkenheid
Organisatiebewust handelen
Organisatietalent
Organisatievermogen
Overredingskracht
" Politieke " feeling
Realiteitszin
Resultaatgerichtheid
Rust kunnen bewaren en orde kunnen handhaven
Samenwerken in groep
Samenwerken in team
Samenwerken in teamverband
Samenwerken met anderen
Schriftelijke communicatievaardigheid
Service - gerichtheid
Sociale en communicatieve vaardigheden
Sociale omgang
Sociale vaardigheden
Soepelheid
Stiptheid
Stress-bestendigheid
Studie- en onderzoeksingesteldheid
Sturing
Teamgeest
Teamleiderschap
Teamwerk
Teamwerk en collegialiteit
Teamwerk en samenwerking
Timing en stiptheid
Veiligheidsbesef
Verantwoordelijkheidszin
Verantwoordelijkheidsbesef
Visionair denken
WeerbaarheidWerken in team
Werken in teamverband
Zelfbeheersing
Zelfbeheersing en stressbestendigheid
Zelfbewust optreden
Zelfdiscipline
Zelfkennis
Zelfstandig en snel handelen
Zelfstandig kunnen optreden
Zelfstandig kunnen werken
Zelfstandig werken
Zin voor cijfers
Zin voor dienstverlening
Zin voor goede dienstverlening
Zin voor goede dienstverlening rekening houdend met de belangen van de organisatie
Zin voor initiatief
Zin voor orde
Zin voor organisatie en resultaatgerichtheid
Zin voor samenwerking
Zin voor synthese
Zin voor systematiek en kwaliteit
Zin voor verantwoordelijkheid (1)
( (1) Ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 december 1994, art. 2 - inwerkingtreding : 7 december 1994. )
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel.
Brussel, 17 maart 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van de Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN