31 AUGUSTUS 2000. - Besluit van de Regering tot aanpassing van bepaalde bepalingen van de onderwijswetgeving wat de oprichting van een ambt van leraar oude talen en de wijziging van bepaalde weddeschalen betreft (VERTALING).
HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen met betrekking tot de oprichting van het ambt van leraar oude talen.
Art. 1-10
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen met betrekking tot de weddeschalen.
Art. 11-14
HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 15-18
1968100201 1969043003 1969072205 1969073151 1971033109 1975062014 1975073001 1975073002 1975073005
HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen met betrekking tot de oprichting van het ambt van leraar oude talen.
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager-, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de ambten der leden van de Inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt het tweede lid door de volgende bepaling vervangen :
" Het lager onderwijs bestaat uit hoogstens drie graden : de eerste, de tweede en de derde. ".
Art.2. In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit van 2 oktober 1968, wordt, onder de rubriek C, a), de punt 2 geschrapt.
In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit van 2 oktober 1968, wordt een rubriek Dbis ingevoegd, luidend als volgt :
" Dbis. In het secundair onderwijs :
a) wervingsambten :
1. leraar oude talen. ".
Art.3. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 april 1969 tot vaststelling van de algemene vakken, bijzondere vakken, technische vakken en beroepspraktijk in de hogere graad van de koninklijke athenea en lycea waarvan de onderwijstaal de Franse taal of de Duitse taal is, worden de woorden " Latijn, Grieks " geschrapt.
Art.4. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 april 1969 tot vaststelling van de algemene vakken, bijzondere vakken, technische vakken, beroepspraktijk en van de technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs georganiseerd in de technische instituten van de Staat, waar de onderwijstaal de Franse taal of de Duitse taal is, worden de woorden " Latijn, Grieks " geschrapt.
Art.5. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 waarbij de bekwaamheidsbewijzen gespecificeerd worden die vereist zijn om het ambt uit te oefenen van leraar algemene vakken, in de hogere graad van de koninklijke lycea en athenea, waar de Duitse taal de onderwijstaal is, wordt 9° opgeheven.
Art.6. In de tabel van artikel 1, D, tweede kolom, van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de wervingsambten waarvan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het paramedisch personeel van de Rijksonderwijsinrichtingen titularis moeten zijn om in een selectieambt te kunnen worden benoemd, worden de woorden " leraar oude talen (Latijn, Grieks) in het secundair onderwijs " toegevoegd tegenover de woorden :
1. provisor aan een koninklijk atheneum of lyceum;
2. onderdirecteur.
Art.7. In de tabel van artikel 1, D, tweede kolom, van het koninklijk besluit van 31 juli 1969 tot vaststelling van de wervings- en selectieambten waarvan de personeelsleden van het Rijksonderwijs titularis moeten zijn om benoemd te kunnen worden in een bevorderingsambt in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel der Rijksonderwijsinrichtingen, worden de woorden " leraar oude talen (Latijn, Grieks) in het secundair onderwijs " toegevoegd.
Art.8. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het secundair onderwijs dat verstrekt wordt in de gesubsidieerde vrije inrichtingen voor middelbaar onderwijs of voor normaalonderwijs, met inbegrip van het post-secundair psycho-pedagogisch jaar, wordt gewijzigd als volgt :
1° in de rubriek B, worden de punten 1, 2° (leraar klassieke talen) en 2, 2° (leraar klassieke talen) opgeheven;
2° er wordt een rubriek Bbis ingevoegd, luidend als volgt :
" Bbis. Secundair onderwijs :
leraar oude talen (Latijn, Grieks) :
groep A :
a) geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (filosofie en wijsbegeerte en letteren - alle groepen behalve Germaanse filologie) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs);
groep B :
b) licentiaat (klassieke filologie, Romaanse filologie of geschiedenis) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs) - tweejaarlijkse verhoging;
c) slechts in de eerste twee jaren van het secundair onderwijs : geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (afdeling moedertaal en geschiedenis) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (algemene vakken). ".
In artikel 12, § 1, 3°, d), van hetzelfde koninklijk besluit van 30 juli 1975, worden de woorden " - leraar oude talen (Latijn, Grieks) " onder de woorden " - leraar bijzondere vakken " toegevoegd.
Art.9. In artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het secundair onderwijs georganiseerd in de gesubsidieerde officiële inrichtingen voor middelbaar onderwijs en in de gesubsidieerde officiële inrichtingen voor normaalonderwijs, wordt een Bbis ingevoegd, luidend als volgt :
" Bbis. Secundair onderwijs :
leraar oude talen (Latijn, Grieks) :
groep A :
a) geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (filosofie en wijsbegeerte en letteren - alle groepen behalve Germaanse filologie : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs);
groep B :
b) licentiaat (klassieke filologie of Romaanse filologie of geschiedenis : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs) - tweejaarlijkse verhoging;
c) slechts in de eerste twee jaren van het secundair onderwijs : geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (afdeling moedertaal en geschiedenis) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (algemene vakken). ".
In artikel 12, § 1, 3°, a), van hetzelfde koninklijk besluit van 30 juli 1975, worden de woorden " - leraar oude talen (Latijn, Grieks) " onder de woorden " - leraar bijzondere vakken " toegevoegd.
Art.10. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de gesubsidieerde inrichtingen voor secundair technisch en beroepsonderwijs met volledig leerplan en voor sociale promotie wordt gewijzigd als volgt :
1. in de rubriek A, wordt nummer 8° geschrapt;
2. er wordt een Cbis toegevoegd, luidend als volgt :
" Cbis. Secundair onderwijs :
leraar oude talen (Latijn, Grieks) :
groep A :
a) geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (filosofie en wijsbegeerte en letteren - alle groepen behalve Germaanse filologie) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs);
groep B :
b) licentiaat (klassieke filologie of Romaanse filologie of geschiedenis : weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (vereist bekwaamheidsbewijs) - tweejaarlijkse verhoging;
c) slechts in de eerste twee jaren van het secundair onderwijs : geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (afdeling moedertaal en geschiedenis) : weddeschaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (algemene vakken). ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen met betrekking tot de weddeschalen.
Art.11. In artikel 11 van het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het kleuter- en lager onderwijs, wordt de weddeschaal " houder van het vereist bekwaamheidsbewijs in het staatsonderwijs verminderd met een tweejaarlijkse verhoging " vervangen door de weddeschaal " houder van dit vereist bekwaamheidsbewijs in het staatsonderwijs " in het :
1. ambt van kleuteronderwijzeres - groep B;
2. ambt van onderwijzer - groep B, punten e en f;
3. ambt van leermeester zedenleer - groep B, punten e en f;
4. ambt van leermeester katholieke godsdienst - groep A, punten b, c en d;
5. ambt van leermeester protestantse godsdienst - groep A;
6. ambt van leermeester Israëlitische godsdienst - groep A, punt c;
7. ambt van leermeester bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) - groep A, punten j, k, l, m en n - en groep B, punten o, p en q;
8. ambt van leermeester bijzondere vakken (handenarbeid) - groep A, punten b, c en d;
9. ambt van leermeester bijzondere vakken (snit en naad) - groep B, punten d, e, f, g, h en i;
10. leermeester bijzondere vakken (huishoudkunde) - groep B, punten d, e, f, g, h en i.
In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit van 20 juni 1975, wordt, in het ambt van studiemeester-opvoeder in een internaat van de tehuizen voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben, punt g als volgt vervangen :
" g) het gehomologeerd getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs of het diploma van een hogere secundaire technische school, aangevuld met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen of met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid - weddeschaal : houder van dit bekwaamheidsbewijs in het staatsonderwijs; ".
Art.12. In artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het secundair onderwijs dat verstrekt wordt in de gesubsidieerde vrije inrichtingen voor middelbaar onderwijs of voor normaalonderwijs, met inbegrip van het post-secundair psycho-pedagogisch jaar, wordt, in de rubriek C " Opvoedend hulppersoneel ", punt e) als volgt gewijzigd :
" e) het gehomologeerd getuigschrift van middelbare studiën van de hogere graad of diploma van een hogere secundaire technische school, aangevuld met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen of met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid - weddeschaal : houder van dit bekwaamheidsbewijs in het staatsonderwijs; ".
Art.13. In artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het secundair onderwijs georganiseerd in de gesubsidieerde officiële inrichtingen voor middelbaar onderwijs en in de gesubsidieerde officiële inrichtingen voor normaalonderwijs, wordt, in de rubriek C " Opvoedend hulppersoneel ", punt e) als volgt gewijzigd :
" e) gehomologeerd getuigschrift van middelbare studiën van de hogere graad of diploma van een hogere secundaire technische school, aangevuld met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen of met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid - weddeschaal : houder van dit getuigschrift in het staatsonderwijs; ".
Art.14. In artikel 11 van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de gesubsidieerde inrichtingen voor secundair technisch en beroepsonderwijs met volledig leerplan en voor sociale promotie, wordt, in de rubriek G " Opvoedend hulppersoneel ", punt f) vervangen als volgt :
" f) het gehomologeerd getuigschrift van middelbare studiën van de hogere graad of diploma van een hogere secundaire technische school, aangevuld met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen of met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid - weddeschaal : houder van dit bekwaamheidsbewijs in het staatsonderwijs; ".
HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.15. De personeelsleden, die in vast verband benoemd of aangesteld zijn in het ambt van " leraar oude talen in het lager secundair onderwijs " of in het ambt van " leraar algemene vakken (Latijn, Grieks) in het hoger secundair onderwijs ", worden geacht in het ambt van " leraar oude talen (Latijn, Grieks) in het secundair onderwijs " in vast verband benoemd of aangesteld te zijn.
Art.16. De personeelsleden die op grond van de, in artikel 11, lid 2 en artikel 12 tot 14 aangebrachte wijzigingen recht hebben op, een loon dat lager ligt dan het loon dat zij voor de inwerkingtreding van dit besluit hebben ontvangen, blijven dit loon ontvangen tot op het ogenblik dat ze op grond van de voorgeschreven aanpassingen hetzelfde of een hoger loon ontvangen met toepassing van de bepalingen van de bedoelde besluiten.
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.
Art. 18. De Minister, bevoegd inzake Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 31 augustus 2000.
De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme,
B. GENTGES