Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 MEI 2000. - Besluit van de Regering tot uitvoering van de artikelen 24 en 25 van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-09-2000 en tekstbijwerking tot 09-09-2010)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Erkenning.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Intrekking van de erkenning.
Art. 6-7
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 8-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010204557 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Erkenning.
Artikel 1. Definities.
  Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° ministerie : het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
  2° decreet : het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs.

Art.2. Principe en termijn.
  De inrichtende macht dient het verzoek om erkenning van de school in tot 31 december van het schooljaar dat de erkenning voorafgaat.

Art.3. Formulier en adres.
  Het verzoek wordt bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap ingediend door middel van een formulier waarvan het model bij dit besluit gevoegd is.

Art.4. Advies en beslissing.
  Het ministerie gaat na of aan de voorwaarden van artikel 23 van het decreet al dan niet voldaan is.
  Het verzoek wordt samen met een advies van het ministerie aan de Regering overgemaakt die ten laatste op 31 mei vóór het begin van het schooljaar vanaf welke de school moet worden erkend haar beslissing aan de inrichtende macht per aangetekende brief meedeelt, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.

Art.5. Beroep en definitieve beslissing.
  § 1. Wordt het verzoek om erkenning verworpen, dan kan de inrichtende macht beroep indienen binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van de beslissing.
  Het beroep wordt met redenen omkleed en bij het ministerie ingediend dat er een advies over uitbrengt en aan de Regering overmaakt.
  § 2. Binnen de 30 dagen deelt de Regering haar nieuwe beslissing per aangetekende brief mede aan de inrichtende macht, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.

HOOFDSTUK II. - Intrekking van de erkenning.
Art.6. Vaststelling en verslag.
  Als het ministerie vaststelt dat de voorwaarden bepaald in artikel 23 van het decreet niet nageleefd worden, dan zendt het een verslag aan de Regering. Tegelijk informeert het ministerie de inrichtende macht per aangetekende brief, waarbij de stempel van de post als bewijs geldt.

Art.7. Weerlegging en beslissing.
  De inrichtende macht beschikt over een termijn van 60 dagen om de Regering een memorie van weerlegging te betekenen.
  Na verloop van die termijn beslist de Regering of de erkenning van de school al dan niet wordt ingetrokken en bepaalt desgevallend de datum van de intrekking.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.8. Inwerkingtreding.
  Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Art.9. Uitvoering. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 4 mei 2000.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme,
  B. GENTGES

BIJLAGE.
Art. N.Verzoek om erkenning van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
  [1 Aan de Heer Minister van Onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap
   Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
   Gospertstrasse 1, 4700 EUPEN
   Verzoek om erkenning
   Schooljaar
   Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 23 en 24 van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs verzoek ik, ondergetekende,
   .......................................................................
   vertegenwoordiger van de inrichtende macht
   .......................................................................
   met zetel in
   .......................................................................
   om de erkenning van de school
   .......................................................................
   Ik verklaar dat bovengenoemde school
   1° onder mijn verantwoordelijkheid staat;
   2° zich in lokalen bevindt die aan de criteria inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid voldoen;
   3° uit een lagere school of uit een lagere school en een kleuterafdeling bestaat, gestructureerd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen en van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs;
   4° een pedagogische eenheid vormt;
   5° over voldoende leermiddelen en over een aangepaste onderwijsvoorziening beschikt;
   6° aan de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake taalregeling in het onderwijs voldoet;
   7° aan de bepalingen m.b.t. de verloven en de cursussen voldoet;
   8° een activiteitenplan of een studieprogramma volgt die door de Regering goedgekeurd zijn;
   9° het maatschappelijk project verwezenlijkt en de ontwikkelingsdoelen en bevoegdheden bereikt die beschreven zijn in de referentiekaders voor de vakken "onderwijstaal", "eerste vreemde taal" en "wiskunde";
   10° zich aan het toezicht van het Ministerie onderwerpt wat de naleving der voorwaarden van de punten 1 tot 9 betreft;
   11° zich aan het toezicht onderwerpt dat georganiseerd wordt krachtens het decreet van 24 maart 2003 houdende oprichting van de pedagogische inspectie-begeleiding voor het onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap en tot vastlegging van de opdrachten ervan.
   Ik verklaar dat alle nuttige bescheiden als bijlage zijn gevoegd.
   Datum en handtekening]1

  Gezien om bij het besluit van de Regering van 4 mei 2000 tot uitvoering van de artikels 24 en 25 van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs gevoegd te worden.
  Eupen, 4 mei 2000.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme,
  B. GENTGES
  ----------
  (1)<BDG 2010-06-03/18, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-06-2010>