30 MAART 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de uitrusting van de Brusselse taxi's.
Art. 1-6
Artikel 1. Onderhavig besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet;
Art.2. In dit besluit verstaat men onder :
1° exploitant :
elke natuurlijke of rechtspersoon, houder van een exploitatievergunning voor een taxidienst afgeleverd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
2° De Minister :
De Minister bevoegd voor het bezoldigd vervoer van personen per taxi, of zijn afgevaardigde;
Art.3. § 1. Binnen de grenzen van de beschikbare budgettaire kredieten, in de chronologische volgorde van hun aanvraag en volgens de hierna opgesomde voorwaarden, kent de Minister aan de exploitanten die een aanvraag indienen een financiële tussenkomst toe bestemd om de kosten voor de aankoop en de plaatsing van een elektronische kredietkaartlezer en/of van een chipkaartlezer te dekken aan boord van de taxi's;
§ 2. Deze toestellen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° De elektronische kredietkaartlezer.
De elektronische kredietkaartlezer moet de elektronische overbrenging van de gegevens naar de bank en het afdrukken van een bewijs voorgelegd aan de ondertekening van de klant, mogelijk maken.
Voornoemde lezer kan bovendien worden aangesloten op een GSM of een GPS of met een GSM worden geïntegreerd.
Het bedrag van de tussenkomst dekt de kosten voor de aankoop en de plaatsing van de elektronische kredietkaartlezer aan boord van de taxi's.
Dit bedrag mag echter 40 000 BEF per voertuig niet overschrijden.
2° De chipkaartlezer.
Dit toestel maakt de overmaking mogelijk van de elektronische Franken van de kaart van de gebruiker naar de terminal van de dienstverlener.
Het bedrag van de tussenkomst dekt de kosten voor de aankoop en de plaatsing van de chipkaartlezer aan boord van de taxi's.
Het bedrag van de tussenkomst mag echter 20 000 BEF per voertuig niet overschrijden.
§ 3. De tussenkomst kan worden toegekend voor de aankoop en de plaatsing van de twee systemen in hetzelfde vergunning houdende voertuig; in dit geval mag het bedrag van de tussenkomst 60 000 BEF per voertuig niet overschrijden.
§ 4. De tussenkomst wordt niet toegekend voor een reserve- of vervangingsvoertuig in de zin van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.
§ 5. Het bedrag van de tussenkomst wordt teruggeëist indien de exploitant het (de) toestel(len) dat (die) het voorwerp heeft (hebben) uitgemaakt van de toelage niet in perfecte staat houdt of wanneer bij een controle wordt vastgesteld dat dit (deze) toestel(len) zich niet meer aan boord van het voertuig bevindt (bevinden);
De controlebeambten van de taxidienst mogen te allen tijde de goede werking van het toestel nagaan. De exploitant wordt ertoe gehouden, op gewone aanvraag van het bestuur, elk document voor te leggen dat het bestuur in staat kan stellen deze controle uit te voeren.
In geval van overdracht van vergunning, moet de overdrager schriftelijk bevestigen dat het toestel dat het voorwerp uitmaakte van de toelage in goede staat van werking verkeert.
Art.4. Teneinde van deze toelage te kunnen genieten moet :
1° de exploitant bij de Directie Taxi's een schriftelijke aanvraag indienen vergezeld van de gedetailleerde originele factuur betreffende de aankoop en de plaatsing van de uitrusting(en) aan boord van de taxi's, alsook twee kopieën ervan.
Deze documenten dienen te worden afgegeven bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Taxi's, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1030 Brussel.
Deze aanvragen zullen in chronologische volgorde van ontvangst worden behandeld en de toelagen zullen worden toegekend binnen de perken van de beschikbare budgettaire kredieten.
2° De exploitant biedt zijn voertuig aan zodanig dat het Bestuur de plaatsing en de goede werking van het (de) toestel(len) kan nagaan;
3° De exploitant moet zich bovendien ertoe verbinden een zelfklever afgeleverd door de gekozen bankinstelling op de achterruit van zijn voertuig aan te brengen; dit kenmerk zal de gebruiker informeren over het type van lezer waarmee het voertuig is uitgerust.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.
Art. 6. De Minister bevoegd door de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 maart 2000.
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.
J. SIMONET
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen,
Mevr. NEYTS-UYTTEBROECK
De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigde Vervoerdiensten van Personen,
E. ANDRE