26 JULI 2000. - [Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 juli 2000 betreffende de toekenning van toelagen aan de bestuurders van ambtsvoertuigen van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren.] <BFG2017-02-22/10, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-09-2000 en tekstbijwerking tot 15-03-2017)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art. 6
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.§ 1. [1 Er wordt een forfaitaire maandelijkse toelage van 272,22 euro toegekend aan de ambtenaren, stagiairs en contractuele personeelsleden van niveau 3 die, binnen de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sector XVII ressorteren, het ambt uitoefenen van bestuurder van een ambtsvoertuig van de ambtenaren-generaal van rang 17, 16+ en 16 in de zin van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of de Voorzitters van de Raden van bestuur van de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren en die, dientengevolge, tot onregelmatige en moeilijk te voorzien prestaties gehouden zijn.]1
(Dezelfde toelage wordt toegekend aan de ambtenaar, de stagiair of het contractuele personeelslid van niveau 3 die/dat het ambt bekleedt van ambtsvoertuigbestuurder binnen de dienst ingesteld bij de algemeen afgevaardigde voor de Rechten van het Kind bedoeld bij artikel 7 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 december 2002 betreffende de algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de Rechten van het Kind.) <BFG 2004-09-10/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
§ 2. De forfaitaire maandelijkse toelage bedoeld bij § 1 wordt op (476,38 EUR) gebracht voor de persoonlijke bestuurder van de Secretaris-generaal, [2 van de leidend ambtenaar, van de Voorzitter van de Raad van bestuur van de betrokken instelling van openbaar nut of van de Voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector]2 waarin een aanvulling van (204,17 EUR) vervat is ter dekking van de toename van uitzonderlijke prestaties voortvloeiend uit de verplaatsingen van de Secretaris-generaal [2 van de leidend ambtenaar, van de Voorzitter van de Raad van bestuur van de betrokken instelling van openbaar nut of van de Voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector]2. Deze laatste mag, in functie van de verrichte prestaties, de toekenning van deze aanvulling wijzigen en de verdeling onder de ambtsbestuurders beheren. <BFG 2001-12-18/51, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 3. Het bedrag van de bij §§ 1 en 2 bedoelde toelagen is gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de nadere regels bepaald bij de wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, met toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die geldend zijn voor de uitbetaling van de wedde.
----------
(1)<BFG 2017-02-22/10, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017>
(2)<BFG 2017-02-22/10, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017>
Art.2.[1 Het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, is niet op hen van toepassing.]1
----------
(1)<BFG 2017-02-22/10, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017>
Art.3.Binnen de beperkingen bedoeld bij artikel 1 bepaalt de [1 overheid die bevoegd is voor de benoeming en de aanwerving van de personeelsleden]1 de lijst van de bestuurders bedoeld respectief bij artikel 1, § 1, en bij artikel 1, § 2, alsook de lijst van de [1 ambtenaren-generaal, van de Voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en van de Voorzitter van de Raad van bestuur van de betrokken instelling van openbaar nut]1 waarbij iedere bestuurder zijn ambt als bestuurder van ambtsvoertuig uitoefent.
Deze aanwijzing neemt van ambtswege een eind wanneer aan één van de voorwaarden bepaald bij artikel 1 niet meer voldaan is.
----------
(1)<BFG 2017-02-22/10, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017>
Art.4.[1 De toelagen worden maandelijks en na het vervallen van de termijn uitbetaald.
In afwijking van het vorige lid wordt het gedeelte van de maandelijkse toelage voor verminderde prestaties wegens afwezigheden om persoonlijke redenen bepaald naar rata van het bedrag van de toelage voor volledige prestaties.]1
----------
(1)<BFG 2017-02-22/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 25-03-2017>
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art. 6. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.