26 OKTOBER 2000. - Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van een specifiek beleid inzake vervoer over de bevaarbare waterwegen in het kader van artikel 32.13 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering (VERTALING).
Art. 1-10
Artikel 1. Bedrijven uit de sector van het vervoer over de bevaarbare waterwegen kunnen een investeringspremie krijgen, hierna " premie " genoemd, ter hoogte van 21 pct. van het bedrag van de investeringen die daar in aanmerking voor kunnen komen.
Art.2. § 1. In aanmerking voor een premie komen bedrijven die investeren in de aanpassing van hun technologie of in de aankoop van nieuw materieel, daarbij inbegrepen bijkomende kosten bij een materiële investering.
Volgende investeringen worden echter wel buiten beschouwing gelaten :
1° tweedehands materieel of meubilair;
2° herverpakt materieel;
3° materieel of meubilair afkomstig van tentoonstellingen of demonstraties;
4° investeringen die leiden tot een grotere scheepsruiminhoud;
5° wisselstukken;
6° investeringen voor verhuur;
7° investeringen in vervangend materieel.
De investeringen die daar in aanmerking voor komen, moeten minstens 500 000 frank bedragen.
§ 2. In aanmerking voor een premie komen bedrijven die investeren in nieuw software- of telecommunicatiematerieel.
De investeringen die daar in aanmerking voor komen, moeten minstens 50 000 frank bedragen en mogen het bedrag van 300 000 frank niet overschrijden. Er mag slechts één enkele aanvraag per schip worden ingediend zolang het Waalse plan voor tegemoetkomingen inzake vervoer over de bevaarbare waterwegen 2000-2003 van kracht blijft.
Art.3. Bedrijven die een premie aanvragen, moeten de wetsbepalingen die de uitoefening van hun bedrijfactiviteit regelen, evenals alle wetsbepalingen en regelgevingen inzake belastingen, sociale zekerheid en milieu naleven.
Bovendien dienen alle bepalingen met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen, zoals vervat in de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen te worden nageleefd.
Art.4. § 1. Het aanvraagdossier moet worden ingediend bij het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest, hierna " het bestuur " genoemd, binnen een termijn van drie maanden vanaf het tijdstip waarop met de investeringen aangevangen wordt.
Met het tijdstip waarop met de investeringen aangevangen wordt, dient de datum te worden verstaan waarop de eerste factuur wordt opgesteld. Per wijze van uitzondering en indien behoorlijk gestaafd kunnen ook facturen die vóór aanvang van de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid aanvaard worden door de Minister bevoegd voor K.M.O.'s of door de directeur-generaal van het bestuur.
§ 2. Het bestuur maakt het dossier voor advies over aan het " Office de Promotion des voies navigables " (Dienst voor de Bevordering van de bevaarbare waterwegen). Indien bedoelde dienst geen advies uitbrengt binnen de maand nadat het dossier werd toegezonden, geldt het advies als gunstig.
§ 3. Alle investeringen moeten ten laatste afgesloten zijn twaalf maanden nadat het dossier werd ingediend.
Art.5. De Minister bevoegd voor K.M.O.'s of de afgevaardigd bestuurder stellen het bedrijf in kennis van de getroffen beslissing.
Art.6. Gestort wordt de premie pas na aanvraag door het bedrijf, waarbij bedoelde aanvraag pas ingediend mag worden nadat alle investeringen werden verwezenlijkt en betaald en voor zover de voorwaarden bedoeld in artikel 3 werden nageleefd.
Art.7. Gestort wordt de premie pas nadat het bestuur nagekeken heeft of alle investeringen werden verwezenlijkt. Geverifieerd wordt in samenwerking met de " Office de Promotion des voies navigables ", wat ofwel ter plaatse ofwel met behulp van de door het bedrijf overgemaakte stukken gebeurt.
Art.8. Het besluit van de Waalse Regering van 25 juli 1996 tot instelling van een bijzonder beleid inzake vervoer over de bevaarbare waterwegen in het kader van artikel 32.13 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 27 november 1997 en 20 mei 1999, wordt opgeheven.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2000 en zal niet meer van toepassing zijn op 31 december 2003.
Art. 10. De Minister van Economie en K.M.O.'s is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 26 oktober 2000.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën,
S. KUBLA