Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 FEBRUARI 2000. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van nationale steun voor projecten die de omkadering van de bedrijfsleiders in de tuinbouwsector beogen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1. De Minister : de Minister van de federale regering, bevoegd voor Landbouw.
  2. Bestuur DG 6 : het Bestuur Onderzoek en Ontwikkeling van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.

Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan gedurende een periode van maximaal 6 werkjaren een steun toegekend worden voor projecten die de omkadering van bedrijfsleiders in de tuinbouwsector realiseren.
  Om in aanmerking te komen voor deze steun moeten deze projecten aan volgende voorwaarden voldoen :
  - gericht zijn op de verbetering van de leefbaarheid van de tuinbouwbedrijven door middel van voorlichting, begeleiding en coördinatie van de voorlichtingsactiviteiten;
  - een concrete omschrijving van de voorziene acties, een planning in de tijd en een kostenraming bevatten;
  - bij het begin van ieder werkjaar legt elke projecthouder een jaarprogramma en een begroting van de inkomsten en uitgaven voor aan het Bestuur DG 6;
  - op het einde van ieder werkjaar dient elke projecthouder een verslag over de uitvoering van het jaarprogramma en een afrekening, houdende de inkomsten en uitgaven van het jaarprogramma, in bij het Bestuur DG 6.
  Het Bestuur DG 6 zamelt de vereiste documenten in, onderzoekt ze en legt ze met zijn advies voor aan de Minister, die beslist over de goedkeuring en over het bedrag van de steun.

Art.3. Voor de toekenning van de steun wordt een onderscheid gemaakt tussen de vijf volgende luiken :
  - het eerste luik omvat de ondersteuning van het project coördinatie in de sierteeltsector tussen de proeftuinen en instellingen die gegroepeerd zijn in het Proefcentrum voor de Sierteelt te Destelbergen. De steun, toegekend voor een periode van maximaal 6 jaren, bedraagt maximum 1,5 miljoen frank per jaar;
  - het tweede luik omvat de ondersteuning van het project coördinatie in de groenteteeltsector tussen de tuinbouwproeftuinen en -centra die erkend zijn voor de groenteteelt, ingediend door één vereniging namens de betrokken sector. De steun, toegekend voor een periode van maximaal 6 jaren, bedraagt maximum 1,5 miljoen frank per jaar.
  - het derde luik omvat de ondersteuning van het tijdschrift " Proeftuinnieuws " waarin de resultaten van de proeftuinen van de sectoren groenten onder glas en in open lucht, witloof en kleinfruit worden gepubliceerd.
  De steun wordt toegekend voor maximaal 5 jaren en bedraagt voor het eerste werkjaar maximum 2 000 000 frank; vanaf het tweede tot en met het vijfde werkjaar van het project wordt de steun per jaar cumulatief met 12 % verminderd ten opzichte van het aanvankelijk toegekende bedrag;
  - het vierde luik omvat de ondersteuning van voorlichtingsprojecten van de drie tuinbouwproeftuinen die specifiek door de Minister erkend zijn voor de glasgroenten en het witloof.
  Het betreft het Proefbedrijf der Noorderkempen te Meerle, het Proefstation voor de Groenteteelt te Sint-Katelijne-Waver en de Nationale Proeftuin voor Witloof te Herent.
  De steun, toegekend voor een periode van maximaal 6 jaren, bedraagt maximum 1 miljoen frank per tuinbouwproeftuin en per jaar;
  - het vijfde luik omvat de ondersteuning van de voorlichtingsactiviteiten van de 10 erkende tuinbouwproeftuinen en de 4 erkende tuinbouwproefcentra.
  De steun, toegekend voor een periode van maximaal 6 jaren bedraagt maximum 155 000 frank per jaar voor een tuinbouwproeftuin en maximum 75 000 frank per jaar voor een tuinbouwproefcentrum.

Art.4. De uitbetaling van de toegekende steun gebeurt jaarlijks als volgt :
  1. De drie vierden (75 %) van de jaarlijks toegekende steun worden uitbetaald als voorschot bij de goedkeuring van het jaarprogramma;
  2. Het saldo van de jaarlijks toegekende steun wordt uitbetaald na voorlegging van een jaarverslag over de uitvoering van het project samen met de planning voor het volgend jaar en van de boekhoudkundige bescheiden houdende de bewijsstukken van de gemaakte onkosten voor het jaarprogramma, en na goedkeuring ervan door de Minister.

Art.5. De projecthouders die nalaten de in artikel 4 bedoelde verantwoording te verstrekken of die de aangegane verbintenissen niet of gedeeltelijk nakomen, zullen gehouden zijn de ten onrechte uitgekeerde sommen terug te betalen.
  Het bedrag van de terug te betalen bedragen wordt, in voorkomend geval vermeerderd met de wettelijke intrest met ingang van de datum van de betaling en zonder aanmaning.

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
  Brussel, 14 februari 2000.
  De Minister van Landbouw en Middenstand,
  J. GABRIELS