7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de procedure en de modaliteiten voor het selecteren van de " internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking " in de zin van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking.
Art. 1-7
Artikel 1. Om vrijwillige en herhaalde bijdragen van de multilaterale samenwerking te ontvangen, zullen als " internationale partnerorganisaties van de mutilaterale samenwerking ", hierna " IPMS " genoemd, in de zin van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, de internationale organisaties kunnen worden geslecteerd uit :
- de gespecialiseerde intergouvernementele organisaties;
- de fondsen en programma's van de Verenigde Naties;
- de internationale onderzoeksinstellingen;
- en het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRK);
die beantwoorden aan de criteria opgesomd in artikel 9.
Art.2. Om de internationale organisaties te selecteren, zal eveneens rekening worden gehouden met het performante karakter van hun werking, met hun functie van catalysator van het internationale ontwikkelingsbeleid of met hun normatieve functie en met hun katalysator-coördinatierol in hun actiedomeinen.
Art.3. Teneinde een evaluatie van de aanwending van de bijdragen van de multilaterale samenwerking toe te laten, moeten de partnerorganisaties, in uitvoering van art. 9, 3° van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, hun ontwikkelingsprogramma's hebben georganiseerd volgens een planningsmethode die internationaal erkend is.
Art.4. Het lid van de regering dat de internationale samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft, wordt ermee belast om het bedrag van de financiële bijdragen waarover elke " IPMS " zal kunnen beschikken, overeenkomstig artikel 9, vierde lid van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, te bepalen.
Art.5. Minstens éénmaal om de 4 jaar zal worden nagegaan of elke " IPMS " blijft beantwoorden aan de criteria zoals voorzien in de hierboven vermelde artikels 1 en 2, en dit nazicht zal gebeuren minstens één jaar voor het einde van elke periode waarvoor de " IPMS " een financiële bijdrage ontvangt.
Art.6. Artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 en dit besluit treden in werking op de dag van de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7. Het lid van de regering dat de internationale samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 april 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
E. BOUTMANS