16 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het bedrag van de vergoedingen en presentiegelden van de leden en van de jaarlijkse toelage van de secretaris en de adjunct-secretaris van de Hoge Raad voor de Statistiek. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-11-2000 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).
Art. 1-8
Artikel 1. De voorzitter, ondervoorzitter, leden en deskundigen van de Hoge Raad voor de Statistiek die geen lid zijn van het Rijkspersoneel zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende statuut van het Rijkspersoneel, ontvangen per dag dat er plenaire vergaderingen worden gehouden, een presentiegeld waarvan het bedrag vastgesteld is als volgt :
- duizend vijfhonderd frank (F 1 500) en duizend tweehonderd frank (F 1 200) respectievelijk aan de voorzitter en de ondervoorzitter;
- duizend frank (F 1 000) aan de leden en deskundigen.
Art.2. De voorzitter, vice-voorzitter, leden en deskundigen van de Hoge Raad voor de Statistiek die geen lid zijn van het Rijkspersoneel zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende statuut van het Rijkspersoneel, ontvangen per dag dat er vergaderingen van hun werkgroep worden gehouden, een presentiegeld waarvan het bedrag vastgesteld is als volgt :
- duizend frank (F 1 000) aan de voorzitter;
- vijfhonderd frank (F 500) aan de vice-voorzitter, de leden en deskundigen.
Art.3. De reiskosten van de voorzitter, ondervoorzitter, leden en deskundigen van de Hoge Raad voor de Statistiek worden als volgt terugbetaald voor het traject tussen hun woning en de zetel van de raad :
- bij gebruik van het openbaar vervoer worden zij terugbetaald op basis van de officiële tarieven; als het openbaar vervoer verschillende klassen telt, dan wordt de prijs van een eerste klas biljet terugbetaald;
- het gebruik van een eigen wagen geeft recht op een bepaalde kilometervergoeding op grond van het tarief vastgesteld in de reglementering die van toepassing is op de ambtenaren van rang 15 tot 17.
Art.4. Het presentiegeld en de reiskostenvergoeding worden bepaald per dag aanwezigheid vermeld op de daartoe opgemaakte presentielijsten.
Art.5. Een jaarlijkse belastbare forfaitaire toelage van (2 478,94 EUR) en (1 239,47 EUR) wordt respectievelijk toegekend aan de secretaris en de adjunct-secretaris van de Hoge Raad voor de Statistiek. <KB 2001-12-04/38, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.6. Het koninklijk besluit van 5 januari 1952 houdende vaststelling van het bedrag der presentiegelden en der verblijfsvergoedingen toegekend aan de leden van de Hoge Raad voor de Statistiek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 januari 1972, en het ministerieel besluit van 15 december 1950 waarbij een jaarlijkse vergoeding wordt toegekend aan de secretaris van de Hoge Raad voor de Statistiek worden opgeheven.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1998.
Art. 8. Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Economie,
Ch. PICQUE.