9 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de personeelsleden van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen.
Art. 1-4
Artikel 1. Bij de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden de verschillende graden van de personeelsleden van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen als volgt vastgesteld :
- 1e trap
Hoofd van de inrichting;
Hoofd van het departement;
Hoofd van een afdeling;
- 3e trap
Werkleider geaggregeerde;
Werkleider;
Eerstaanwezend assistent;
Assistent;
Attaché;
- 5e trap
Hoofdtechnicus der vorsing;
- 7e trap
Technicus der vorsing.
Art.2. Voor de toepassing van dezelfde wetten worden de graden die in de personeelsformatie in een zelfde groep van graden zijn opgenomen, alsook de graden van de vlakke loopbaan en wetenschappelijke loopbaan, gerangschikt onder de laagste graad van die groep of van die loopbaan.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.