20 OKTOBER 2000. - Wet tot invoering van het gebruik van telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in de gerechtelijke en de buitengerechtelijke procedure. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-12-2000 en tekstbijwerking tot 30-12-2016)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 4-6
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding.
Art. 7
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek.
Art.2. Artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
" Kan, voor de toepassing van dit artikel, voldoen aan de vereiste van een handtekening, een geheel van elektronische gegevens dat aan een bepaalde persoon kan worden toegerekend en het behoud van de integriteit van de inhoud van de akte aantoont. ".
Art.3. In boek III van hetzelfde Wetboek wordt, onder een titel XXI, met als opschrift " Kennisgeving ", artikel 2281, opgeheven bij de wet van 15 december 1949, hersteld in de volgende lezing :
" Art. 2281. Wanneer een kennisgeving schriftelijk dient te gebeuren om door de kennisgever te kunnen worden aangevoerd, wordt ook een kennisgeving per telegram, telex, telefax, elektronische post of enig ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde, als een schriftelijke kennisgeving beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer de kennisgeving slechts daarom niet in een schriftelijk stuk resulteert aan de zijde van de geadresseerde omdat deze een andere wijze van ontvangst hanteert.
De kennisgeving gaat in bij ontvangst ervan in de vormen genoemd in het eerste lid.
Ontbreekt een handtekening in de zin van artikel 1322, dan kan de geadresseerde de kennisgever zonder onnodig uitstel verzoeken om een origineel ondertekend exemplaar na te zenden. Doet hij dit niet zonder onnodig uitstel, of gaat de kennisgever zonder onnodig uitstel op dit verzoek in, dan kan de geadresseerde het ontbreken van een handtekening niet aanvoeren. ".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.4.
<Opgeheven bij W 2016-12-25/14, art. 175, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art.5.
<Opgeheven bij W 2016-12-25/14, art. 175, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art.6.
<Opgeheven bij W 2016-12-25/14, art. 175, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding.
Art. 7.
<Opgeheven bij W 2016-12-25/14, art. 175, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2016>