Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze en de voorwaarden voor de organisatie van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-09-2000 en tekstbijwerking tot 27-08-2015)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Examen inzake beroepsbekwaamheid.
Art. 5-7
HOOFDSTUK III. - Vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage.
Art. 8-10
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 11-13
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992009209 



Uitvoeringsbesluit(en):

2003009548  2013009169  2015009432 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder " benoemingscommissie " de benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie of de subcommissie ingesteld overeenkomstig artikel 259bis-10, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.2.Het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage worden [1 [2 ...]2 aangekondigd bij een officieel bericht in het Belgisch Staatsblad ]1. <KB 2003-05-23/45, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2003>
  Het bericht bevat [2 de nadere regels evenals]2 de vormvereisten en de termijn voor de indiening van de aanvragen tot deelneming aan de examens.
  ----------
  (1)<KB 2013-03-17/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-04-2013>
  (2)<KB 2015-08-23/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

Art.3. Elke benoemingscommissie wordt met het oog op de organisatie van de examens bijgestaan door een secretaris.
  Niemand mag als voorzitter, ondervoorzitter of lid van de benoemingscommissies betrokken zijn bij het mondeling examengedeelte en bij de daaropvolgende beraadslaging naar aanleiding van het examen van zijn echtgenoot, van een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, van een persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt of van een bloed- of aanverwant van deze laatste persoon tot en met de vierde graad.

Art.4.[1 De kandidaten richten hun aanvraag tot deelname aan de examens aan de bevoegde benoemingscommissie binnen een termijn van een maand na de in artikel 2 bedoelde bekendmaking. Zij voegen bij hun aanvraag een afschrift van hun diploma van licentiaat of master in de rechten, evenals de andere stukken en gegevens bepaald in het officieel bericht.]1
  ----------
  (1)<KB 2015-08-23/02, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

HOOFDSTUK II. - Examen inzake beroepsbekwaamheid.
Art.5.Na afloop van de individuele verbetering van de examenschriften door elk van de examinatoren, komen de leden van iedere benoemingscommissie samen om te beraadslagen.
  De leden van de benoemingscommissies kunnen de auteurs van de examenschriften slechts identificeren na de beraadslaging. [1 De secretarissen van de benoemingscommissies zien erop toe dat de anonimiteit van de examens gewaarborgd blijft tot na de deliberatie]1.
  Elke benoemingscommissie maakt van het schriftelijk examengedeelte een proces-verbaal op, dat de voorzitter en de secretaris ondertekenen. Het proces-verbaal maakt melding van het resultaat dat elke kandidaat op ieder onderdeel van het examen heeft behaald alsmede van het totaal.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-23/02, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

Art.6. De secretarissen van de benoemingscommissies nodigen de voor het schriftelijk examengedeelte geslaagde kandidaten uit voor het mondeling examengedeelte.

Art.7. Na afloop van de beraadslaging over het mondeling examengedeelte maakt elke benoemingscommissie een proces-verbaal op van het examen inzake beroepsbekwaamheid, dat de voorzitter en de secretaris ondertekenen.
  Het proces-verbaal maakt melding van het resultaat dat elke kandidaat heeft behaald.
  De geslaagde kandidaten ontvangen een " getuigschrift van beroepsbekwaamheid " opgesteld overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd model.

HOOFDSTUK III. - Vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage.
Art.8.Na afloop van de individuele verbetering van de examenschriften door elk van de examinatoren komen de leden van iedere benoemingscommissie samen om te beraadslagen.
  De leden van de benoemingscommissies kunnen de auteurs van de examenschriften slechts identificeren na de beraadslaging. [1 De secretarissen van de benoemingscommissies zien erop toe dat de anonimiteit van de examens gewaarborgd blijft tot na de deliberatie]1.
  Elke benoemingscommissie maakt van het schriftelijk gedeelte van het vergelijkend examen een proces-verbaal op, dat de voorzitter en de secretaris ondertekenen. Het proces-verbaal maakt melding van het resultaat dat elke kandidaat heeft behaald [1 ...]1.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-23/02, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

Art.9. De secretarissen van de benoemingscommissies nodigen de voor het schriftelijk gedeelte van het vergelijkend examen geslaagde kandidaten uit voor het mondeling gedeelte van het vergelijkend examen.

Art.10.Na afloop van de beraadslaging over het mondeling gedeelte van het vergelijkend examen maakt elke benoemingscommissie een proces-verbaal op van het vergelijkend examen, dat de voorzitter en de secretaris ondertekenen.
  Het proces-verbaal maakt melding van het resultaat dat elke kandidaat heeft behaald en stelt [1 de rangschikking van de geslaagde kandidaten]1 vast.
  De voorzitter van de verenigde benoemingscommissie brengt de rangschikking ter kennis van de Minister van Justitie; deze rangschikking wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  ----------
  (1)<KB 2015-08-23/02, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.11. Het koninklijk besluit van 5 maart 1992 betreffende de werving van magistraten wordt opgeheven.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.13. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Getuigschrift van beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van gerechtelijke functies
  (Getuigschrift niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 30-09-2000, p. 33456).