16 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk belastingvrijstelling van sommige giften en inzake betaling van bedrijfsvoorheffing.
Art. 1-10
Artikel 1. In het opschrift van afdeling XX van hoofdstuk I van het KB/WIB 92 worden de woorden "artikel 104, eerste lid," vervangen door de woorden "artikel 104,".
Art.2. In artikel 55 van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 104, eerste lid,", telkens vervangen door de woorden "artikel 104,".
Art.3. In artikel 57 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 104, eerste lid," vervangen door de woorden "artikel 104,";
2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "3 opeenvolgende kalenderjaren" vervangen door de woorden "6 opeenvolgende kalenderjaren";
3° in de Nederlandstalige tekst van § 8, tweede lid, worden de woorden "tot de maximumduur van" vervangen door de woorden "tot een maximumduur van".
Art.4. In artikel 58 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 104, eerste lid," vervangen door de woorden "artikel 104,";
2° in § 1, tweede lid worden de woorden "3 opeenvolgende kalenderjaren" vervangen door de woorden "6 opeenvolgende kalenderjaren";
3° § 7 wordt opgeheven;
4° in § 8 vervallen de woorden "bij een in Ministerraad overlegd besluit".
Art.5. In artikel 59 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 104, eerste lid," vervangen door de woorden "artikel 104,";
2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "3 opeenvolgende kalenderjaren", vervangen door de woorden "6 opeenvolgende kalenderjaren";
3° § 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
" In afwijking van het voorgaande lid, kan een aanvraag om erkenning eveneens geldig worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de aanvang van de hulpverlening door de betrokken instelling. In dat geval wordt de erkenning toegestaan voor een periode van ten hoogste 3 kalenderjaren. Wat het eerste kalenderjaar betreft, geldt de erkenning pas vanaf de aanvang van de hulpverlening. ".
Art.6. In artikel 59bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "3 opeenvolgende kalenderjaren" vervangen door de woorden "6 opeenvolgende kalenderjaren".
Art.7. In artikel 59ter, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "3 opeenvolgende kalenderjaren" vervangen door de woorden "6 opeenvolgende kalenderjaren".
Art.8. In de Nederlandstalige tekst van artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 november 1999 tot wijziging van het KB/WIB 92 en het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, wat het codenummer van de postrekeningen voor de storting van voorafbetalingen, van de bedrijfsvoorheffing en van de verkeersbelasting op autovoertuigen betreft, worden de woorden "140, § 1 en § 3" vervangen door de woorden "140, § 1 en § 2".
Art.9. De artikelen 1 tot 4, 1° en 2°, en 5 tot 7 treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Artikel 4, 3° en 4° hebben uitwerking vanaf aanslagjaar 1999.
Artikel 8 heeft uitwerking vanaf 27 december 1999.
Art. 10. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.