20 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. - (NOTA 1 : opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap voor wat betreft de rechtpositie van het personeel van de wetenschappelijke instellingen bij (BVR 2004-02-20/49, art. 27, Inwerkingtreding : 20-02-2004)) - (NOTA 2 : opgeheven wat betreft de rechtspositie van het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bij BVR 2004-02-20/50, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2003) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 15-08-2000 en tekstbijwerking tot 29-04-2004)
Art. 1-6
Artikel 1. (Zie NOTA'S onder opschrift) In artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten worden het vierde en het vijfde lid opgeheven.
Art.2. (Zie NOTA'S onder opschrift) Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 13. De personen die voor hun dienstreizen gebruik maken van een eigen wagen hebben recht, om de kosten te dekken die het gevolg zijn van het gebruik van dat voertuig, op een kilometervergoeding waarvan het bedrag vastgesteld wordt in het derde lid. volgens de onderstaande formule :
(ExC/100 + (A+B-Z)/K) + F + (Ux(X+Y+R+P)/K)
waarbij :
E = de prijs per liter brandstof
C = verbruik per 100 km
A = aankoopprijs van het voertuig
B = belasting op de inverkeerstelling
Z = waarde van het voertuig na 6 jaar gebruik
K = aantal km na 6 jaar
F = gemiddelde prijs van een onderhoud
U = afschrijvingstermijn van 6 jaar
X = gemiddeld bedrag van de verzekeringspremie in rang 14
Y = verkeersbelasting
R = radiotaks
P= takelkosten
De numerieke waarde van elk element van de formule in het eerste lid, de wiskundige bewerking en het eruit voortvloeiende resultaat, d.w.z. het bedrag van de kilometervergoeding, worden vastgesteld door de minister tot wiens bevoegdheid ambtenarenzaken behoort.
Het bedrag van de kilometervergoeding wordt vastgesteld op tien frank per kilometer.
Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op 1 juli.
Voor de verplaatsingen van personen die in het buitenland verblijven wordt de kilometervergoeding vastgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen de betrokken minister en de minister tot wiens bevoegdheid ambtenarenzaken behoort.
Het gebruik van een motorfiets of een bromfiets voor dienstreizen geeft recht op de kilometervergoeding zoals vastgesteld in het eerste lid. ".
Art.3. (Zie NOTA'S onder opschrift) Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.4. (Zie NOTA'S onder opschrift) De bijlage bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. (Zie NOTA'S onder opschrift) Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.
Art. 6. (Zie NOTA'S onder opschrift) Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen,
L. VAN DEN BOSSCHE.