20 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit betreffende de berekeningswijze van het aantal stemmen waarover een burgemeester beschikt in het Politiecollege.
Art. 1-4
Artikel 1. Het totaal aantal stemmen binnen het Politiecollege bedraagt 100. Dit aantal wordt op de volgende wijze verdeeld onder de burgemeesters die lid zijn van het Politiecollege.
De minimale politiedotatie van de gemeente, vermenigvuldigd met 100, wordt gedeeld door de som van de politiedotaties van alle gemeenten die tot de politiezone behoren.
Het aantal stemmen waarover een burgemeester beschikt in het Politiecollege wordt aangeduid door het gehele getal in het quotiënt dat de gemeente aldus bekomt. De eventuele na deze verdeling overblijvende stemmen worden in dalende lijn toegekend aan de burgemeesters van de gemeenten waarvan het decimaal in het quotiënt het hoogste is.
Art.2. In het geval bedoeld in artikel 24, tweede lid van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geschiedt de in artikel 1, tweede lid, bedoelde berekening als volgt.
De nettolast voor de functie justitie en politie onder de statistische code 399 van de laatst vastgestelde en goedgekeurde jaarrekening van de gemeente, vermenigvuldigd met 100, wordt gedeeld door de som van de nettolast voor deze functie van alle gemeenten die tot de politiezone behoren.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE