20 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke Gemeenteraad van de leden van de Politieraad(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-2000 en tekstbijwerking tot 12-11-2018)
Art. 1-17
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de indiening van de voordrachtakten en op de verkiezing in elke Gemeenteraad van de leden van de Politieraad van de meergemeentezone waarvan de betrokken gemeente deel uitmaakt.
Art.2.[1 Elke akte houdende voordracht van kandidaten moet, in dubbel exemplaar, op het gemeentehuis worden ingediend op een datum vastgesteld door de burgemeester, die tussen de vierde en de zevende dag valt vóór de oproeping van de gemeenteraadsleden voor de vergadering tijdens dewelke de verkiezing van de leden van de politieraad zal plaatsvinden.
Elke voordrachtakte wordt ingediend bij de burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris, hetzij door het gemeenteraadslid of één van de gemeenteraadsleden die haar ondertekenden, hetzij door de persoon die daartoe door het voormelde gemeenteraadslid of de voormelde gemeenteraadsleden aangewezen is.
De indiener van de akte krijgt het tweede exemplaar terug, nadat hierop voor ontvangst werd getekend.]1
----------
(1)<KB 2018-11-07/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-11-2018>
Art.3.[1 De burgemeester informeert via een nota de gemeenteraadsleden met betrekking tot de datum en het uur gekozen voor de overhandiging van de voordachtakten, minstens vijf dagen voorafgaand aan deze datum. De nota herneemt eveneens de inhoud van de artikelen 2, 4 en 5 van het huidige besluit.]1
----------
(1)<KB 2018-11-07/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-11-2018>
Art.4.De voordrachtakte vermeldt de naam, de voornamen, de geboortedatum en het beroep van de kandidaat-effectieve leden en [1 ,als er zijn, van]1 de kandidaat-opvolgers. De voordrachtakte vermeldt [1 in dat geval]1 voor elk kandidaat-effectief lid de kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde waarin deze zijn voorbestemd om het te vervangen.
De identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, mag voorafgegaan worden door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot.
De voordrachtakte vermeldt eveneens de naam, de voornaam en het volledig adres van het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die de voordracht doen.
Onderaan de voordrachtakte tekenen de kandidaten voor akkoord met hun voordracht.
----------
(1)<KB 2018-11-07/01, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-11-2018>
Art.5. Een gemeenteraadslid mag niet meer dan een voordrachtakte voor dezelfde verkiezing ondertekenen.
Eenzelfde persoon kan tegelijk als kandidaat-effectief lid en als kandidaat-opvolger voorgedragen worden.
Art.6. Bij de overhandiging van de voordrachtakten onderzoekt de burgemeester of zij voldoen aan de bepalingen van de artikelen 4 en 5. Hij kan de verbetering of aanvulling van de voordrachtakten aanbevelen.
Art.7. Onmiddellijk na het verstrijken van de termijn bepaald voor het indienen van de voordrachtakten, sluit de burgemeester de kandidatenlijst af en rangschikt de kandidaat-effectieve leden in alfabetische orde. De naam van elk kandidaat-effectief lid wordt gevolgd door de namen van de kandidaat-opvolgers in de precieze orde, zoals vermeld in de voordrachtakte.
Art.8.De voordrachtakten en de door de burgemeester opgemaakte kandidatenlijst worden op de gemeentesecretarie neergelegd waar, [1 uiterlijk de derde dag die volgt op de datum vastgesteld voor het indienen van de voordrachtakten van de kandidaten]1, de gemeenteraadsleden en de kandidaten er tijdens de diensturen kennis van kunnen nemen.
Een exemplaar van de kandidatenlijst dient gevoegd te worden als bijlage bij de brief die de gemeenteraadsleden oproept voor de vergadering waarop de verkiezing zal plaatshebben.
----------
(1)<KB 2018-11-07/01, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-11-2018>
Art.9. De burgemeester laat de stembiljetten drukken of vermenigvuldigen. Deze biljetten moeten eenvormig van kleur en van formaat zijn. Het stembiljet vermeldt in alfabetische volgorde de namen van de kandidaat-effectieve leden, alsook de namen van hun kandidaat-opvolgers in de precieze orde, zoals vermeld in de voordrachtakte. De stemvakjes worden evenwel alleen geplaatst naast de namen van de kandidaat-effectieve leden.
Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken.
Art.10. De burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden in leeftijd, is belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvinden.
De gemeentesecretaris neemt het secretariaat waar en is belast met het opmaken van het proces-verbaal.
Art.11. Wanneer de stemming gesloten is, wordt, staande de vergadering, overgegaan tot de stemopneming.
De geldige stembiljetten worden gerangschikt en geteld volgens de naam van het kandidaat-effectief lid waarvoor een stem is uitgebracht.
De blanco of ongeldige stembiljetten worden apart gelegd.
Art.12. Na de stemopneming stelt de burgemeester de lijst op van de verkozen effectieve leden en van hun opvolgers.
Art.13. Over het hele verloop van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming wordt, staande de vergadering, een proces-verbaal opgemaakt, dat wordt overgeschreven in het register der notulen van de Gemeenteraad.
Het moet uitdrukkelijk vermelden dat de stemming geheim was.
Het proces-verbaal wordt ondertekend door de burgemeester, de gemeenteraadsleden die hem bijstaan en de gemeentesecretaris, alsmede door de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken.
Art.14. Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal kondigt de burgemeester de verkiezingsuitslag af in openbare zitting.
Art.15. Het dossier van de verkiezing wordt onverwijld per aangetekende zending doorgestuurd aan, naar gelang het geval, de bestendige Deputatie of het College bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.
Het bevat twee afschriften van het proces-verbaal met de stembiljetten, zowel de geldige als de ongeldige, en alle nodige bewijsstukken.
Art.16. Op 1 januari 2001 treden in werking :
1° de artikelen 12 tot en met 24 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
2° dit besluit.
Art. 17. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.