Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

1 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij aan de koninklijke Munt van België toegang wordt verleend tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de uitvoering van zijn opdrachten zoals bepaald bij artikel 51 van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen, wordt aan de koninklijke Munt van België machtiging verleend om toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° en 5°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor de hierna bepaalde doeleinden en binnen de in het derde lid bepaalde perken :
  1° om de bestellingen van commerciële producten aan de klanten per post te kunnen uitvoeren;
  2° om de aanmaningen in verband met niet betaalde facturen correct aan de klanten te kunnen verzenden.
  De toegang tot de wijzigingen aangebracht in de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van drie jaar die de mededeling van die informatiegegevens voorafgaat.
  De in het eerste lid bedoelde toegang is voorbehouden aan :
  1° de rekenplichtige van de munt, Diensthoofd Boekhouding;
  2° de personeelsleden van de koninklijke Munt van België die daartoe schriftelijk en bij name zijn aangewezen door de onder 1° vermelde ambtenaar, op grond van het ambt dat zij uitoefenen en binnen de perken van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen enkel voor de in dit artikel vermelde doeleinden worden gebruikt. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
  Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd :
  1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers,
  2° de openbare overheden en instellingen die zelf de in artikel 5 van de voornoemde wet van 8 augustus 1983 bedoelde machtiging hebben gekregen, voor de informatiegegevens die hun mogen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden met de koninklijke Munt van België onderhouden voor de in artikel 1, eerste lid, bedoelde doeleinden.

Art.3. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden wordt, met vermelding van hun functie jaarlijks opgesteld en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Aalst, 1 februari 2000.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN