1 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inning van loodsgelden en andere vergoedingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-10-1999 en tekstbijwerking tot 29-12-2008)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Inning van loodsgelden.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Bijzondere vergoedingen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - Invorderingen.
Art. 7
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 8-9
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de Loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods;
2° vergoedingen : alle vergoedingen en kosten zoals bedoeld in artikel 15 van het decreet;
3° loodsreis : verplaatsing van een vaartuig vanaf het ogenblik dat een loods aan boord komt of dat het gebruik maakt van loodsen op afstand of beide tot het ontschepen van de loods of het staken van het gebruik van loodsen op afstand.
HOOFDSTUK II. - Inning van loodsgelden.
Art.2. De loodsgelden en vergoedingen verschuldigd met toepassing van de artikelen 11 tot 15 van het decreet zijn betaalbaar op de rekeningen geopend op naam van (de DAB Loodswezen). <BVR 2005-10-07/34, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
( Het op de factuur of creditnota vermelde eindbedrag wordt steeds afgerond naar de lagere eenheid van het bedrag uitgedrukt in euro.) <BVR 2001-12-07/53, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. (Het hoofd van de DAB Loodswezen) wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het innen van de loodsgelden en vergoedingen. <BVR 2005-10-07/34, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art.4. (Het hoofd van de DAB Loodswezen) kan gezagvoerders van met een pedagogisch, humanitair of filantropisch doel ingezette en met naam aangeduide vaartuigen die gebruik maken van het gewone loodsen of het loodsen op afstand, per bezoek of doorvaart, vrijstellen van de betaling van het gewone loodsgeld en van de vergoeding voor loodsen op afstand. <BVR 2005-10-07/34, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
HOOFDSTUK III. - Bijzondere vergoedingen.
Art.5.
<Opgeheven bij BVR 2008-12-19/41, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.6.
<Opgeheven bij BVR 2008-12-19/41, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
HOOFDSTUK IV. - Invorderingen.
Art.7. Het verbod tot afvaart zoals bedoeld in artikel 17, § 3 van het decreet, wordt opgelegd door (Het hoofd van de DAB Loodswezen) of iedere (door dit hoofd daartoe aangestelde plaatsvervanger), na ingebrekestelling door de ambtenaren, belast met het innen van de loodsgelden. <BVR 2005-10-07/34, art. 15 en 16, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9. De Vlaamse Minister, bevoegd voor het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juni 1999.
De Minister-President van de Vlaamse Regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse Minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening,
S. STEVAERT