31 MAART 1999. - Ministerieel besluit betreffende de berekeningswijze van de subsidiebedragen voor de personeelskosten in kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen.
Art. 1-3
Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen gedurende het kalenderjaar 1999.
Art.2. § 1. Voor de personeelskosten, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, ontvangt elke voorziening met betrekking tot het kalenderjaar 1999 als subsidie het subsidiebedrag ontvangen voor de personeelskosten voor de basisperiode 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998.
§ 2. Op dit subsidiebedrag worden correcties doorgevoerd op basis van volgende elementen :
a) een indexverhoging in 1999, naar rato van het aantal maanden;
b) een wijziging in de capaciteit in de loop van de periode 1998 of 1999, waarbij het subsidiebedrag verhoogd of verlaagd wordt op basis van de brutowedde van het betrokken personeelslid, van de maand waarin de wijziging plaatsvindt eventueel vermeerderd met vakantiegeld en eindejaarspremie, naar rato van het aantal maanden;
c) wijzigingen in de anciënniteit, door middel van een opgave per personeelslid van de financiële gevolgen van anciënniteitswijzigingen door de kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen;
d) het niet invullen van het subsidieerbaar kader voor minimum 1/4 prestatie gedurende minimum 14 dagen aaneensluitend in de loop van de basisperiode, waarbij de correctie gebeurt op basis van de brutowedde van het personeelslid op het ogenblik dat de functie opnieuw wordt ingevuld na de onderbroken periode, eventueel te verhogen met vakantiegeld en eindejaarspremie;
e) wijzigingen in werkgeversbijdragen ten gevolge van specifieke tewerkstellingsmaatregelen.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Brussel, 31 maart 1999.
L. MARTENS