8 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot aanduiding van de oppervlaktewateren bestemd voor de productie van drinkwater categorie A1, A2 en A3, zwemwater, viswater en schelpdierwater. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-01-1999 en tekstbijwerking tot 13-12-2016)
Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
2008201412 2010035335 2011202156 2012035706 2013035294 2014035492 2014035493 2015035421 2016035675 2016036603 2018031093 2019011708 2020021089 2021031293 2022032018 2023041487 2024004835
Artikel 1. Als oppervlaktewateren bestemd voor de productie van drinkwater categorie A3, worden aangewezen de oppervlaktewateren of de gedeelten ervan die als dusdanig zijn opgenomen in bijlage I.a. en die zijn aangeduid in de bijlage Id van de bijlage gevoegd bij dit besluit, bestaande uit de kaartbladen 1 tot en met 15.
Er worden geen oppervlaktewateren aangeduid, bestemd voor de productie van drinkwater categorie A1 en A2.
Art.2. Als oppervlaktewateren bestemd voor zwemwater worden aangewezen de oppervlaktewateren of de gedeelten ervan die als dusdanig zijn bepaald in bijlage I.b. van de bijlage gevoegd bij dit besluit, en zijn aangeduid in de bijlage Id, van de bijlage gevoegd bij dit besluit, bestaande uit de kaartbladen 1 tot en met 15.
++++++++++++++++
TOEKOMSTIG RECHT
++++++++++++++++
Art. 2. <BVR 2008-03-21/42, art. 8, 002; Inwerkingtreding : onbepaald ; zie ook BVR 2008-03-21/42, art. 13, 3°> Als oppervlaktewateren, bestemd voor zwemwater, worden aangewezen de oppervlaktewateren of de gedeelten ervan die als zwemwateren worden aangewezen overeenkomstig de bepalingen van onderafdeling 2.3.7.2 van besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.
++++++++++++++++
Art.3. Als oppervlaktewateren bestemd voor viswater voor karperachtigen worden aangewezen de oppervlaktewateren of de gedeelten ervan die als dusdanig zijn bepaald in bijlage I.c. van de bijlage gevoegd bij dit besluit en zijn aangeduid in de bijlage Id van de bijlage gevoegd bij dit besluit, bestaande uit de kaartbladen 1 tot en met 15.
Er worden geen oppervlaktewateren aangeduid als viswater bestemd voor zalmachtigen.
Art.4. Het water van de Spuikom in Oostende wordt de bestemming schelpdierwater toegewezen.
Art.5. Voor de oppervlaktewateren die overeenkomstig artikel 1 tot en met 4 de bestemming oppervlaktewateren voor zwemwater, viswater, schelpdierwater of de productie van drinkwater zijn toegewezen, gelden de overeenkomstige milieukwaliteitsdoelstellingen zoals bepaald in het hoofdstuk 2.3. van titel II van het VLAREM.
Art.6.De bijlage I. d. omvattende de kaartbladen 1 tot en met 15 gevoegd bij dit besluit ligt ter inzage [1 bij de Vlaamse Milieumaatschappij]1.
----------
(1)<BVR 2008-03-07/41, art. 244, 003; Inwerkingtreding : 21-05-2008>
Art.7. Het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1987 tot vaststelling van de kwaliteitsdoelstellingen voor alle oppervlaktewateren van het openbaar hydrografisch net en tot aanduiding van de oppervlaktewateren bestemd voor drinkwater, zwemwater, viswater en schelpdierwater, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 oktober 1992, wordt opgeheven.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de eerste van de tweede maand volgend op de dag waarin het besluit en de bijkomende bijlagen Ia, Ib en Ic in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt.
Art.9. De Vlaamse minister bevoegd voor het waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.Bijlage I.a. Oppervlaktewateren met bestemming drinkwater categorie A3.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 29-01-1999, p. 2609-2611).
Gewijzigd bij :
<BVR 2016-11-18/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 23-12-2016>
Art. N2. Bijlage I.b. Oppervlaktewateren met bestemming zwemwater. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 29-01-1999, p. 2611-2612).
Gewijzigd bij :
<BVR 2008-03-21/42, art. 9, 002; Inwerkingtreding : onbepaald ; zie ook BVR 2008-03-21/42, art. 13, 3°>
Art. N3. Bijlage I.c. Oppervlaktewateren met bestemming viswater. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 29-01-1999, p. 2612-2616).