19 MEI 1999. - Besluit van de Regering tot uitvoering van artikel 24 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-10-1999 en tekstbijwerking tot 04-11-2004).
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder " zone " een territoriale administratieve entiteit bepaald door het Waalse Gewest.
Art.2. De minimumafstand tussen de woonplaats van de leerling en de dichtstbij gelegen vrij gekozen school wordt vastgelegd op :
1° 4 kilometer voor het gewoon basisonderwijs;
2° 12 kilometer voor het gewoon lager secundair onderwijs;
3° 20 kilometer voor het gewoon hoger secundair onderwijs.
Onder afstand wordt verstaan de kortst mogelijke afstand gemeten langs de rijbaan, zoals omschreven in artikel 2.1. van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, zonder dat rekening wordt gehouden met wegomleggingen en eenrichtingsverkeer.
Art.3. Voor de leerlingen voor wie een vervoer georganiseerd wordt naar de dichtstbij gelegen vrij gekozen school beloopt de persoonlijke participatie in de abonnementsprijs ten hoogste :
1° de prijs van een abonnement met 2 zones voor het gewoon basisonderwijs;
2° de prijs van een abonnement met 4 zones voor het gewoon lager secundair onderwijs;
3° de prijs van een abonnement met 5 zones voor het gewoon hoger secundair onderwijs.
(Indien meerdere leerlingen vervoerd worden, beloopt de globale participatie van de personen belast met hun opvoeding ten hoogste de prijs van een abonnement met 5 zones. Daarbij wordt er slechts rekening gehouden met de leerlingen die de dichtstbij gelegen vrij gekozen school bezoeken.) <BDG 2004-10-15/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2004>
Art.4. Het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende toepassing van artikel 4 van de wet van 29 mei 1959 wordt opgeheven.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 1998.
Art. 6. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 19 mei 1999.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen,
W. SCHRODER