21 JANUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering.
Art. 1-4
Bijlagen
Art. N1, N2, N3, N4, N5, N6, N7
Artikel 1. Het aantal punten dat tussen de gemeenten en de OCMW's moet worden verdeeld uit hoofde van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bedraagt 2.747 punten.
Met toepassing van artikelen 15, § 3 en 19 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt het aantal punten dat aan de gemeenten en aan de O C M Ws toegekend wordt, respectievelijk vastgesteld op 2.052 punten voor de gemeenten en op 695 punten voor de O C M W's.
Art.2. Het aantal punten toegekend aan de gemeenten met toepassing van artikelen 15, § 4, 16 en 19 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal vermeld naast hun naam in kolom K van staat nr 7.
Bijgevoegde staten nrs l tot 3 geven de omstandige verdeling van de punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de gemeenten.
Art.3. Het aantal punten toegekend aan de O C M Ws met toepassing van artikel 15, § 4, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal vermeld naast hun naam in kolom L van staat nr 7.
Bijgevoegde staten nrs 4 tot 6 geven de omstandige verdeling van de punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de O C M W 's.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Brussel, 21 januari 1999.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Lokale Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
Ch PICQUE
De Minister bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen,
J CHABERT
Bijlagen
Art. N1. Bijlage 1. - Bevolking op 1 januari 1998.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32881).
Art. N2. Bijlage 2. - niet werkende werkzoekenden op 1 januari 1998.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32881).
Art. N3. Bijlage 3. - Uitvoering artikel 19, al. 1.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32882).
Art. N4. Bijlage 4. - Bevolking op 1 januari 1998.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32883)
Art. N5. Bijlage 5. - Bestaansminimumtrekkers op 1 januari 1998.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32883).
Art. N6. Bijlage 6. - Uitvoering artikel 19, al.1.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32884).
Art. N7. Bijlage 7. - Totaal aantal toegekende punten in uitvoering van het besluit van de Regering van 5 februari 1998.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 03/09/1999, p. 32885).