26 NOVEMBER 1998. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-01-1999 en tekstbijwerking tot 21-02-2001)
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 1 augustus tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse gewest, worden de paragrafen 1 en 4 gewijzigd als volgt :
a) in paragraaf 1 wordt een 1°bis ingevoegd, luidende :
"1bis) bovendien wordt een subsidie van F 34 per uur prestatie aan de diensten toegekend. Het aantal gepresteerde uren is het aantal dat in (1998) werd aangegeven"; <BESL 2001-11-11/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1998, Opheffing : 31-12-1998>
b) paragraaf 1 wordt als volgt aangevuld :
"6° een subsidie (500 F per uur) wordt voor de verplaatsingen van de gezins- of bejaardenhulpen toegekend, naar rata van één kwartier per prestatie voor maximum twee prestaties per dag"; <BESL 2001-11-11/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1998, Opheffing : 31-12-1998>
c) in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "per schijf van vijfentwintig" vervangen door de woorden : "per schijf van twintig".
Art.2. In artikel 11, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt het tweede lid door de volgende leden vervangen :
"Een subsidie ten bedrage van 500 frank per uur, voor een minimum van 20 uur en een maximum van 30 uur per jaar en per werknemer, wordt voor de bijscholing toegekend.
Een subsidie ten bedrage van 500 frank per uur wordt toegekend voor de teamvergaderingen, naar rata van minimum 4 uur en maximum 6 uur, per gesubsidieerde hulp en per maand.
Een subsidie ten bedrage van 500 frank per uur wordt toegekend voor de externe coördinatie, naar rata van maximum 12 uur, per gesubsidieerde hulp en per jaar".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Art. 4. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 november 1998.
Voor het Verenigd College :
Het Lid van het Verenigd College,
bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen,
R. GRIJP
D. GOSUIN