21 OKTOBER 1999. - Besluit van de Franse Gemeenschapsregering betreffende de toekenning van kledij aan sommige personeelsleden van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering (VERTALING).
HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de betrokken ambtenaren.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Waarde van de kledij.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 6-7
HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren en het contractueel personeel van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering.
Art.2. De leden van het uitvoerend personeel die instaan voor het onthaal, de chauffeurs, de bodes of het dienstpersoneel, kunnen jaarlijks, onder de voorwaarden voorzien in dit besluit, een hoeveelheid kledingstukken krijgen.
Ingevolge deze maatregel wordt een bestelbon uitgegeven waarmee deze personeelsleden zich, in een zaak naar eigen keuze, de voor hun functie gepaste kledij kunnen verschaffen.
Op de bestelbon dient te worden vermeld dat deze kledingstukken enkel maar mogen worden aangekocht door het personeelslid zelf, dat deze enkel maar voor eigen gebruik dienen en moeten overeenstemmen met zijn functie.
Deze uitgave wordt geboekt op de post der werkingskosten van het Kabinet.
HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de betrokken ambtenaren.
Art.3. De lijst van de personeelsleden die kunnen genieten van de jaarlijkse hoeveelheid kledingstukken wordt ieder jaar opnieuw vastgelegd door de Minister.
Art.4. Iedere aanwijzing wordt van kracht op 1 januari van het jaar waarin het personeelslid, op deze datum, één van de in artikel 2 bedoelde functies uitoefent.
Wanneer dit niet het geval is, treedt de aanwijzing in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij deze functie begint uit te oefenen.
De aanwijzing vervalt op 31 december van het betrokken jaar.
HOOFDSTUK III. - Waarde van de kledij.
Art.5. De in artikel 2 bedoelde bestelbon heeft een waarde van maximum vijfentwintigduizend frank wanneer de aanduiding van het personeelslid van kracht wordt op 1 januari van het betrokken jaar.
Wanneer dit niet het geval is, wordt dit bedrag verminderd naar rato van het aantal maanden van het betrokken jaar tijdens dewelke het personeelslid aangewezen was krachtens artikel 4.
Deze waarde is gekoppeld aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de regels die zijn voorzien in de wet van 1 maart 1977 houdende instelling van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld worden door de toepassing van de geldende aanpassingscoëfficiënten voor de uitbetaling van de lonen.
Deze waarde is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 13 juli 1999.
Art. 7. De Minister-President is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 oktober 1999.
De Minister-President,
H. HASQUIN