Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toepassing van artikel 28 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-10-1999 en tekstbijwerking tot 05-02-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2002029401  2012029320  2018010316 



Artikels:

Artikel 1.<BFG 2002-07-17/58, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002> Dit besluit is van toepassing op iedere persoon die zijn ambt, geheel of gedeeltelijk, of zijn opdracht uitoefent in een inrichting voor basis- of secundair, gewoon of (gespecialiseerd) onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, alsook in [1 een instelling voor niet-universitair hoger onderwijs of]1 een psycho-medisch sociaal centrum, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. <DFG 2004-03-03/36, art. 306, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  ----------
  (1)<BFG 2012-06-28/26, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 30-08-2012>

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
  1° " aanranding " : elke lichamelijke en/of psychologische aanslag op de persoon (bedoeld) bij artikel 1 alsook elke beschadiging van het bezit van dat lid die toegebracht werd ofwel door een leerling, ofwel door een derde op zijn aanzetting of met zijn medeplichtigheid, ofwel door een familielid van de leerling of door iedere persoon die onder hetzelfde dak woont, (in het kader van de dienstprestatie van de bij artikel 1 bedoelde persoon) of in rechtstreeks verband ermee, ofwel door gelijk welke andere persoon, voor zover dat het slachtoffer bewijzen kan dat de aanranding rechtstreeks verband houdt met de dienstprestatie; <BFG 2002-07-17/58, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002>
  2° " rechtsbijstand " : de gedeeltelijke of volledige tenlasteneming van de honoraria en de kosten van de advocaat en de procedurekosten;
  3° " psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak " : de in de tijd beperkte hulpverlening met een maximum van 12 behandelingen door een psycholoog en/of een psychiater, teneinde onmiddellijk hulp te bieden aan het slachtoffer van een aanranding.
  Deze psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak is voorbehouden voor de aanslagen op de persoon;
  4° " prestatieplichtige van de hulpverlening " : de persoon die aan het slachtoffer van de aanranding de bij dit besluit bedoelde rechtsbijstand of psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak bezorgt;
  5° " betrokken dienst " : algemene Dienst voor algemene Aangelegenheden van het algemeen Secretariaat.

Art.3. De rechtsbijstand en de psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak zoals bepaald bij artikel 2 worden slechts toegekend voor zover het slachtoffer bij de gerechtelijke machten klacht heeft neergelegd.

Art.4.§ 1. Behoudens in geval van overmacht behoorlijk verantwoord dient het slachtoffer van een aanranding binnen de 8 werkdagen tijdens welke de feiten zich hebben voorgedaan het verzoek om rechtsbijstand en/of psychologische hulpverlening in [2 per aangetekend schrijven]2 van ontvangst bij de Directie voor Verplicht Onderwijs die nagaat of de voorwaarden van dit besluit vervuld zijn. Binnen dezelfde termijn stuurt zij eveneens [2 per aangetekend schrijven]2 van ontvangst een afschrift van het verzoek naar het inrichtingshoofd voor de inrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap (...) (,naar de directeur van het centrum voor de psycho-medische sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap en naar de inrichtende macht voor de inrichtingen en de psycho-medische sociale centra gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap). <BFG 2002-07-17/58, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002>
  [1 Wanneer het slachtoffer zijn ambt binnen een instelling voor niet-universitair hoger onderwijs uitoefent, wordt de aanvraag bedoeld in het eerste lid ingediend bij de Algemene Directie niet-verplicht onderwijs.]1
  Op het verzoek staan in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de waarschijnlijke gevolgen van de aanranding vermeld.
  (Het inrichtingshoofd, de directeur van het centrum of de inrichtende macht), naargelang van het geval, waarvan het slachtoffer afhangt, geeft zijn advies te kennen [1 bij de Algemene Directie verplicht onderwijs of bij de Algemene Directie niet-verplicht onderwijs]1 binnen de 3 werkdagen die volgen op de ontvangst van het afschrift bedoeld bij lid 1 en laat binnen dezelfde termijn aan het slachtoffer afschrift geworden van zijn advies. <BFG 2002-07-17/58, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002>
  § 2. Wanneer de aanranding buiten de onderwijsinrichting werd gepleegd wordt het verzoek om rechtsbijstand slechts in aanmerking genomen voor zover dat de pleger van de aanranding kon erkend worden.
  § 3. De beslissing tot toekenning van hulpverlening wordt door de algemene Directie voor het Verplicht Onderwijs genomen binnen de 8 werkdagen die volgen op de ontvangst van het bij § 1, lid 1 bedoeld verzoek. Bij weigering kan het personeelslid of, in geval van behoorlijk verantwoorde overmacht, zijn gemachtigde per [3 aangetekend schrijven]3 binnen de 10 werkdagen die volgen op de kennisgeving van de weigering van de toekenning van hulpverlening via de algemene Directie voor het Verplicht Onderwijs een beroep instellen bij de Minister tot wiens bevoegdheid het Verplicht Onderwijs behoort.
  [1 Wanneer het slachtoffer een ambt binnen een instelling van niet-universitair hoger onderwijs uitoefent, wordt de beslissing tot toekenning van hulpverlening genomen binnen de 8 werkdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag bedoeld in § 1, eerste lid, door de Algemene Directie niet-verplicht onderwijs. Bij weigering kan het personeelslid of, ingeval van behoorlijk met redenen omklede overmacht, zijn vertegenwoordiger bij aangetekende brief binnen de tien werkdagen volgend op de mededeling van de weigering van de toekenning van hulpverlening via de Algemene Directie niet-verplicht onderwijs, een beroep indienen bij de Minister van Hoger Onderwijs.]1
  ----------
  (1)<BFG 2012-06-28/26, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 30-08-2012>
  (2)<BFG 2017-10-25/10, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 15-02-2018>
  (3)<BFG 2017-10-25/10, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 15-02-2018>

Art.5. Het beheer van de rechtsbijstand en de psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak hangt af van de bevoegdheid van de betrokken dienst.
  De tenlasteneming van de honoraria en de kosten van de advocaat, de kosten voor de procedure en de psychologische en/of psychiatrische consultatie wordt per schade tot 150.000 BF beperkt.
  Uitzonderlijk op behoorlijk gemotiveerd verzoek, kan het slachtoffer toelating krijgen de grens bepaald bij lid 2 van dit artikel te overschrijden. Het verzoek moet bij de betrokken dienst ingediend worden.
  De volledig of gedeeltelijk terugbetaalde of ten laste genomen kosten, ofwel krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling, ofwel krachtens een verzekeringspolis die het slachtoffer of gelijk welke derde had aangegaan, geven geen recht op een tegemoetkoming.
  Alleen de betrokken dienst is ertoe gemachtigd de kostenstaten en de honoraria bedoeld bij de leden 2 en 3 te beoordelen en houdt zich het recht voor zijn tegemoetkoming te weigeren of te onderbreken :
  - wanneer hij van oordeel is dat de thesis van het slachtoffer niet verdedigbaar is;
  - wanneer hij van oordeel is dat het compromisvoorstel door een derde gedaan billijk en betrouwbaar is;
  - wanneer hij van oordeel is dat een verhaal tegen een gevelde gerechtelijke beslissing geen werkelijke kans op slagen maakt.
  De kosten of honoraria waarvoor de betrokken dienst zijn tegemoetkoming geweigerd of onderbroken heeft in toepassing van vorig lid worden evenwel ten laste genomen overeenkomstig dit besluit in de veronderstelling dat het slachtoffer de zaak wint via een definitieve beslissing waartegen er geen gewoon of buitengewoon verhaal kan aangetekend worden.
  Tegen de beslissing van de betrokken dienst bedoeld bij lid 3 kan er binnen een termijn van 20 werkdagen beroep ingesteld worden vanaf de ontvangst ervan bij de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren.

Art.6. In het kader van de rechtsbijstanden of van psychologische hulpverleningen bij dringende noodzaak bezorgt (de bij artikel 1 bedoelde persoon) aan de betrokken dienst de stukken ter verantwoording van zijn uitgaven. Daartoe worden onder meer alle oproepingen, dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke akten doorgestuurd binnen de 10 werkdagen die volgen op hun afgifte of betekening. <BFG 2002-07-17/58, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002>

Art.7. (De bij artikel 1 bedoelde persoon) wendt zicht tot de prestatieplichtige voor hulpverlening die hij vrij gekozen heeft. <BFG 2002-07-17/58, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002>
  Desgevallend bezorgt de betrokken dienst hem op zijn verzoek en ter inlichting een lijst van prestatieplichtigen die hij na een aanranding kan aanspreken.
  Het slachtoffer deelt aan de betrokken dienst de naam (namen) van de prestatieplichtige(n) die hij gekozen heeft en die zijn dossier behandelt (behandelen).

Art.8. De kredieten die nodig zijn om de uitgeven te dekken die voortvloeien uit de rechtsbijstanden en de psychologische hulpverleningen bij dringende noodzaak worden op de begroting van de Franse Gemeenschap uitgetrokken in het kader van de aan de betrokken dienst toegewezen kredieten.

Art.9. <BFG 2002-07-17/58, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 27-09-2002> In afwijking van artikel 4, § 1 kunnen de personen die hun ambt, geheel of gedeeltelijk, of hun opdracht uitoefenen in een inrichting voor basis-, gewoon of (gespecialiseerd) onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, alsook in een psycho-medisch sociaal centrum en die ten vroegste op 16 april 2002 en uiterlijk op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit houdende wijziging van dit artikel, slachtoffer waren van een aanranding, de rechtsbijstand en/of de psychologische hulpverlening bij dringende noodzaak genieten volgens de voorwaarden voorzien bij dit besluit, voor zover zij hun aanvraag indienen binnen de maand die volgt op de inwerkingtreding van het besluit houdende wijziging van dit artikel. <DFG 2004-03-03/36, art. 306, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11. De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid het Onderwijs behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.