21 APRIL 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 houdende vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen (VERTALING).
Art. 1-6
Artikel 1. Aan artikel 11 van het besluit van 2 juli 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 2° worden de woorden " behoudens afwijking toegestaan door de examencommissie om gegronde reden " vervangen door de woorden " behoudens afwijking toegestaan door de categoriale directeur om gegronde reden ";
2° in paragraaf 1, 3° worden de woorden " sub b " vervangen door de woorden " sub 2° ";
3° in paragraaf 1, 4° worden de woorden " de onderwijsactiviteiten die overeenkomen met de examens waarvoor " vervangen door de woorden " de onderwijsactiviteiten waarvoor ";
4° paragraaf 2, leden 3 en 4, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De examencommissie beraadslaagt over de resultaten door de student behaald op al de examens volgens de bij artikel 6, § 2, bepaalde regels. In afwijking van artikel 22, lid 2, moet ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de examencommissie aanwezig zijn om geldig te beraadslagen. ";
5° in paragraaf 3, worden de woorden " vorig jaar " vervangen door de woorden " vorig studiejaar ".
Art.2. Een onderafdeling VIIbis, getiteld " De verlenging van de tweede zittijd van het laatste studiejaar " wordt ingevoegd in hoofdstuk V, afdeling een, van hetzelfde besluit.
Een artikel 11bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in de onderafdeling VIIbis van hetzelfde besluit :
" Art. 11bis. § 1. Het directiecollege kan, op verzoek van de student die ingeschreven is in het laatste studiejaar en die niet geslaagd is voor de proef in de tweede zittijd, die student bij formeel gemotiveerde beslissing toelating geven de examens waarvoor hij ten minste 12/20 niet behaald heeft vóór 1 februari van het volgende academiejaar af te leggen, in naleving van de hierna vermelde voorwaarden :
1° de student is voor de eerste keer ingeschreven in het studiejaar waarvan sprake van de betrokken afdeling;
2° de student heeft werkelijk deelgenomen aan al de examens van de tweede zittijd van de examens, behoudens aan deze waarvoor hij vrijstellingen had bekomen of ook behoudens afwijking toegestaan door de categoriale directeur om gegronde reden;
3° de student heeft ten minste 50 % van het totaal van de punten behaald voor de sub 2° bedoelde proef;
4° de onderwijsactiviteiten waarvoor de student ten minste 12/20 niet heeft behaald, omvatten niet meer dan een vierde van het uurvolume van het betrokken studiejaar.
§ 2. De tweede zittijd voor de examens van het laatste studiejaar is slechts afgesloten wanneer de student de in paragraaf 1 bedoelde examens heeft afgelegd.
De examencommissie beraadslaagt over de resultaten door de student behaald op al de examens volgens de bij artikel 6, § 2, bepaalde regels. In afwijking van artikel 22, lid 2, moet ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de examencommissie aanwezig zijn om geldig te beraadslagen. ".
Art.3. Artikel 13, lid 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" Indien het studiereglement het voorziet, kunnen deze aflegging en deze verdediging evenwel plaatshebben in de loop van de eerste examenzittijd van het laatste studiejaar. ".
Art.4. Artikel 14, lid 2, tweede zin, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Voor die student, gelijkgesteld met de verdaagde studenten, wordt de examenzittijd tot die datum verlengd. ".
Art.5. Artikel 19, § 1, lid 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid :
" De categoriale directeur of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde aangewezen door het Directiecollege in zijn midden of tussen de leden van de examencommissie neemt het voorzitterschap van de examencommissie waar. De categoriale directeur of zijn gemachtigde is stemgerechtigd. ".
Art. 6. De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 april 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen,
W. ANCION