23 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheden (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 15 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheden, wordt lid 1 vervangen door de volgende bepaling :
"Onder voorbehoud van artikel 18 en in afwijking van artikel 14, geniet de ambtenaar een verlof zonder tijdsbeperking naar aanleiding van de volgende omstandigheden :
1° wanneer zijn ziekte of gebrekkigheid veroorzaakt is door een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of door een beroepsziekte;
2° wanneer aan de ambtenaar die verwijderd werd van zijn betrekking ten gevolge van een uitvoerbare beslissing van de arbeidsgeneesheer waarbij zijn ongeschiktheid om een betrekking bedoeld bij artikel 146ter, § 1, van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming te bekleden werd vastgesteld, geen vervangingswerk kon worden toevertrouwd;
3° wanneer hij zich bevindt in de voorwaarden beschreven bij artikel 42, § 1, 3°, of bij artikel 43, § 1, lid 2, 2°, van de wet van 16 maart 1971 over de arbeid.".
Art.2. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt lid 1 door de volgende bepaling vervangen :
"In afwijking van artikel 50, lid 1, 2°, van het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot vaststelling van de algemene principes, kan de ambtenaar niet voorgoed ongeschikt verklaard worden wegens ziekte of gebrekkigheid alvorens hij de gezamenlijke verloven heeft uitgedaan waarop artikel 14 van dit besluit hem recht geeft.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 1 dat, voor zover het een verlof zonder tijdsbeperking toekent aan een ambtenaar wanneer deze zich in de voorwaarden beschreven bij de artikelen 42, § 1, 3° en 43, § 1, lid 2, 2°, van de wet van 16 maart 1971 over de arbeid bevindt, uitwerking heeft op 15 mei 1995.
Art. 4. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 februari 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Ambtenarenzaken,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE