10 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering waarbij een speciale subsidie aan de gemeenten wordt verleend voor de uitvoering van een geïntegreerd sociaal plan. (VERTALING)
Art. 1-11
Artikel 1. Binnen de perken van de kredieten uitgetrokken op artikel 43.09 van het programma van de organisatieafdeling 14 van de administratieve begroting van het Ministerie van het Waalse Gewest voor de begrotingsjaren 1998 en 1999 en volgende kan de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden de steden en gemeenten een subsidie verlenen voor de uitwerking van geïntegreerde sociale plannen.
Art.2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder "geïntegreerd sociaal plan", het programma voor de samenhang, de begeleiding, de coördinatie en de evaluatie van de op plaatselijk niveau ontwikkelde acties ter bestrijding van precariteit, armoede en uitsluiting en voor de uitvoering van projecten die inspelen op specifieke behoeften waarin nog niet is voorzien.
De in het eerste lid bedoelde initiatieven en projecten betreffen:
1° de inschakeling van jongeren m het arbeidsproces en hun sociaal-culturele integratie;
2° de harmonische samenleving en integratie van de plaatselijke gemeenschappen;
3° de preventie van toxicomanie, de behandeling van drugsverslaafden;
4° de preventie van delinquentie en kleine criminaliteit, alsmede de begeleiding om de wederopname van delinquenten te bevorderen;
5° de bijstand aan slachtoffers van misdaden
Art.3. Op initiatief van de gemeente wordt d.m.v een bij overeenkomst georganiseerd partnerschap een plaatselijke begeleidingscommissie opgericht, hierna "PSI" genoemd.
De commissie "PSI" is samengesteld uit:
1° een voorzitter, lid van het College van burgemeester en schepenen, bijgestaan door een ondervoorzitter, lid van het permanent bureau van het OCMW en door dit laatste aangewezen;
2° een door de gemeenteraad aangewezen projectleider;
3° de verantwoordelijke voor de sociale coördinatie van het OCMW;
4° openbare of particuliere instellingen, structuren of personen waarvan de activiteiten verband houden met het door de gemeente overgelegde project;
5° een afgevaardigde van de Interdepartementale Directie Sociale Integratie, hierna "DIIS" genoemd, die de commissie kan verzoeken elke persoon te horen die ze nuttig acht.
Art.4. Het geïntegreerd sociaal plan wordt door de commissie "PSI" overgelegd, gecoördineerd en geëvalueerd met inachtneming van de doelstellingen vermeld m artikel 2.
Op elke vergadering doet ze een onderzoek naar de stand van het project en de gemaakte uitgaven. Ze zorgt voor de vlotte verspreiding van gegevens over de door haar leden uitgewerkte projecten en acties. Ze zorgt voor de samenhang van de plaatselijke initiatieven.
Ze stelt de gemeenteraad jaarlijks voor het geïntegreerd sociaal plan eventueel te herdefiniëren en de desbetreffende begroting te herzien. Ze evalueert het uitgevoerde project en keurt het financiële verslag goed.
Ze betrekt het doelpubliek bij het ontwerp, de verwezenlijking en de evaluatie van de acties.
Art.5. De gemeente cofinanciert het project voor 30 % (dertig procent) van het bedrag van de door het Gewest verleende subsidie, met inachtneming van artikel 8.
Art.6. De commissie "PSI" legt de gemeenteraad jaarlijks het document tot identificatie van het project voor, met inbegrip van het globale financiële plan, het jaarlijkse evaluatieplan en het financiële verslag.
Het jaarlijkse evaluatieplan en het document tot identificatie van het project worden vóór 31 oktober van het lopende jaar door de gemeenteraad goedgekeurd, het financiële verslag wordt vóór 31 januari van het volgende jaar goedgekeurd.
Het financiële verslag vermeldt de bij andere openbare overheden verkregen of aangevraagde tegemoetkomingen die de in artikel 8 bedoelde toelaatbare uitgaven dekken.
Art.7. De "DIIS" zorgt voor de coördinatie, begeleiding en evaluatie van geïntegreerde sociale plannen in overleg met het Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen, hierna "DGPL" genoemd, dat instaat voor hun administratieve en financiële opvolging.
Art.8. De uitgaven waarvoor de subsidie wordt verleend, zijn rechtstreekse kosten voor acties die in de gemeenten worden gevoerd van 1 januari tot 31 december van het lopende jaar.
De in aanmerking genomen investerings- en infrastructuurkosten moeten betrekking hebben op restauratie- en inrichtingswerken uitgevoerd in lokalen die geheel of gedeeltelijk gebruikt worden in het kader van het geïntegreerd sociaal plan.
De subsidie komt de gemeente definitief toe na goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden van de definitief vastgelegde rekeningen.
Art.9. Vijftig procent van het subsidiebedrag wordt aan de gemeente gestort bij de ondertekening van het ministerieel besluit waarbij de subsidie wordt verleend.
Er wordt opdracht gegeven tot betaling van het saldo aan de gemeente op grond van een aangifte van schuldvordering, vergezeld van alle bewijsstukken betreffende de toelaatbare uitgaven, zoals bepaald in artikel 8, en van het financieel verslag. Elke uitgave wordt gerechtvaardigd aan de hand van een factuur of een document opgemaakt en voor eensluidend verklaard door de gemeentelijke ontvanger.
De algemene documenten en de boekingsstukken die nodig zijn voor de controle op het gebruik van de subsidie, worden door de gemeente ter beschikking gesteld van het Gewest of van elke andere door hem gemachtigde persoon, alsmede van het Rekenhof.
Het niet-gerechtvaardigde subsidiegedeelte, opgenomen in de overeenkomstig de bepalingen van dit artikel vastgelegde rekeningen, wordt onmiddellijk terugbetaald aan het Gewest.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van l januari 1999.
Art. 11. De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 juni 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O'S, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
B. ANSELME