6 MEI 1999. - Decreet tot oprichting van de " Conseil régional de la formation des agents des administrations locales et provinciales de Wallonie " (gewestelijke Raad voor de opleiding van de personeelsleden van de plaatselijke en provinciale besturen van Wallonië) (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-06-1999 en tekstbijwerking tot 18-12-2008)
HOOFDSTUK I. - " Conseil régional de la formation " (gewestelijke Vormingsraad).
Sectie 1. - Oprichting en bevoegdheid van de " Conseil régional de la formation ".
Art. 1-2
Sectie 2. - Samenstelling.
Art. 3-8
Sectie 3. - Werking.
Art. 9-13
HOOFDSTUK II. - Middelen.
Art. 14
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 15
HOOFDSTUK I. - " Conseil régional de la formation " (gewestelijke Vormingsraad).
Sectie 1. - Oprichting en bevoegdheid van de " Conseil régional de la formation ".
Artikel 1. Er wordt een " Conseil régional de la formation du personnel des pouvoirs locaux " (gewestelijke Vormingsraad voor het personeel van de plaatselijke besturen) opgericht, hierna volgend de " Raad " genoemd.
Hij heeft geen rechtspersoonlijkheid.
Zijn zetel is gevestigd te Namen.
Art.2. § 1. De Raad heeft als opdracht adviezen te geven en, uit eigen beweging, aanbevelingen te doen in verband met :
- de harmonisatie en de aanpassing van bestaande opleidingen;
- de inrichting van nieuwe opleidingen die de behoeften van de plaatselijke besturen zouden moeten tegemoet komen;
- de erkenning van opleidingen, de certificatie van de opleiders en de evaluatie van de opleidingen die gebonden zijn aan de weddeschaalverhogingen van het personeel;
- iedere beschikking betreffende de opleiding.
§ 2. De Raad wordt om advies gevraagd door de Waalse Regering of door het Comité van de plaatselijke en provinciale openbare diensten.
Sectie 2. - Samenstelling.
Art.3. De Raad bestaat uit eenentwintig gewone leden met stemrecht.
Er worden zes plaatsvervangende leden aangesteld die enkel stemgerechtigd zijn wanneer de overeenstemmende werkende leden afwezig zijn.
Art.4. De in artikel 3 bedoelde werkende leden zijn onderverdeeld als volgt :
1° een voorzitter en twee ondervoorzitters aangewezen door de Waalse Regering;
2° zes door de Waalse Regering aangewezen ambtenaren van de diensten van de Regering;
3° zes leden paritair aangesteld door de representatieve vakverenigingen van het personeel van de plaatselijke en provinciale besturen;
4° zes leden onder wie ten minste één vertegenwoordiger van de provincies, één vertegenwoordiger van de gemeenten en één vertegenwoordiger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, aangeduid respectievelijk door de " Association des provinces wallonnes " (Vereniging van de Waalse Provincies) en door de " Union des villes et communes de Wallonie " (Unie van de Waalse steden en gemeenten).
Art.5. De in artikel 3 bedoelde plaatsvervangende leden zijn onderverdeeld als volgt :
1° drie leden paritair aangesteld door de representatieve vakverenigingen van het personeel van de plaatselijke en provinciale besturen;
2° drie leden onder wie één vertegenwoordiger van de provincies, één vertegenwoordiger van de gemeenten en één vertegenwoordiger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, aangeduid respectievelijk door de " Association des provinces wallonnes " en door de " Union des villes et communes de Wallonie ".
Art.6.[1 § 1. De mandaten van de in artikel 3 bedoelde leden duren vijf jaar. Ze zijn hernieuwbaar.
Als een mandaat openstaat, wordt een vervanger aangewezen om het te voleindigen.
De opvolger wordt aangewezen overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.
§ 3. Een lid wordt geacht van rechtswege ontslagnemend te zijn wanneer hij de overheid of de vakvereniging die hem binnen de Raad aangewezen heeft niet meer vertegenwoordigt.
§ 4. Bij beslissing van de instelling wordt als ontslagnemend beschouwd het lid :
- dat zonder rechtvaardiging meer dan 3 opeenvolgende vergaderingen niet heeft bijgewoond waarvoor het regelmatig is opgeroepen;
- dat zonder medische reden meer dan de helft van de tijdens de twaalf laatste maanden georganiseerde vergaderingen niet heeft bijgewoond waarvoor hij regelmatig is opgeroepen;
- dat zich niet houdt aan de vertrouwelijke aard van de beraadslagingen of van de documenten wanneer ze erkend is overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van de bepalingen van het huishoudelijk reglement;
- dat zich vijandig opstelt of dat lid is van een instelling die zich vijandig opstelt t.o.v. de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.]1
----------
(1)<DWG 2008-11-06/47, art. 25, 002; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-06/47, art. 43>
Art.7. De vergaderingen van de Raad worden van ambtswege bijgewoond zonder stemrecht :
1° door de Minister belast met Binnenlandse Aangelegenheden of zijn afgevaardigde, de Minister van Sociale Actie of zijn afgevaardigde, de voorzitter van het Comité van de plaatselijke en provinciale openbare diensten, de secretaris van de Raad, de vormingsadviseur;
2° de andere leden van de Regering of hun afgevaardigden zetelen wanneer een bepaling die tot hun bevoegdheid behoort aan het advies van de Raad wordt voorgelegd.
Art.8.De Raad kan commissies oprichten in verband met de eigenschappen eigen aan elk type vorming. Daartoe kan hij beroep doen op externe deskundigen.
[1 De modaliteiten voor de uitvoering van dit artikel liggen vast in het huishoudelijk reglement.]1
----------
(1)<DWG 2008-11-06/47, art. 26, 002; Inwerkingtreding : DWG 2008-11-06/47, art. 43>
Sectie 3. - Werking.
Art.9. De Raad wordt bijeengeroepen door de voorzitter of, indien hij verhinderd is, door een van de ondervoorzitters.
De voorzitter roept de Raad bijeen op verzoek van minstens zes gewone leden.
Art.10.De adviezen of aanbevelingen worden door de Raad geformuleerd in de vorm van verslagen die de verschillende standpunten vermelden die door de voorzitter van de Raad of, in voorkomend geval, door zijn plaatsvervanger uitgelegd en meegedeeld werden aan de overheid die erom gevraagd had en in ieder geval aan de Waalse Regering binnen een termijn van [1 vijfendertig]1 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum waarop de aanvraag hem toegekomen is.
De Regering kan de in het 1ste lid bedoelde termijn inkorten bij behoorlijk gemotiveerde hoogdringendheid. Deze termijn mag niet korter dan tien werkdagen zijn.
[1 Bij gebrek aan advies binnen de termijnen bedoeld in de vorige leden wordt het geacht gunstig te zijn.]1
De Raad overhandigt een jaarverslag van zijn activiteiten aan de Waalse Regering die het binnen de maand aan de Waalse Gewestraad ter informatie doet toekomen.
----------
(1)<DWG 2008-11-06/47, art. 27, 002; Inwerkingtreding : DWG 2008-11-06/47, art. 43>
Art.11.[1 De Raad neemt het huishoudelijk reglement aan en legt het ter goedkeuring aan de Regering voor.
De wijzigingen in het reglement worden door de Raad bepaald en ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
Het huishoudelijk reglement slaat op o.a. :
1° de werkingswijze van de diensten van de Raad en van de commissies bedoeld in artikel 8;
2° de invoering van een schriftelijke procedure inzake van adviesverlening in geval van dringende noodzakelijkheid of in bijzonder gemotiveerde omstandigheden;
3° de aanwezigheids- en stemmingsquorums;
4° de in acht te nemen regels bij de opmaak van de begroting.]1
----------
(1)<DWG 2008-11-06/47, art. 28, 002; Inwerkingtreding : DWG 2008-11-06/47, art. 43>
Art.12.[1 De Regering bepaalt de aard en het bedrag van de bezoldigingen die aan de leden van de Raad worden toegekend.
De verplaatsingskosten van de leden worden vergoed zoals die van de personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering krachtens de Waalse Ambtenarencode.]1
----------
(1)<DWG 2008-11-06/47, art. 29, 002; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-06/47, art; 43>
Art.13. § 1. Er wordt een Bureau opgericht bestaande uit de voorzitter en de ondervoorzitters van de Raad. Het Bureau zorgt voor de werking van de Raad. Het bereidt de vergaderingen voor en stelt de agenda op. Het is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen van de Raad.
§ 2. De voorzitter zorgt voor de werking van het Bureau en laat de leden op de vergaderingen bijeenroepen door de secretaris van de Raad die hem bijstaat.
Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door een ondervoorzitter die hij aangeduid heeft.
§ 3. Bij gebreke van bijzondere bepalingen in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 11 zorgt de secretaris van de Raad, onder het gezag van de voorzitter, voor het administratief en materieel beheer van de Raad en van het Bureau en de vormingsadviseur behandelt de dossiers die aan de Raad en aan het Bureau voorgelegd werden en zorgt voor de voortgangscontrole ervan.
Indien de secretaris afwezig of verhinderd is wordt hij door de vormingsadviseur vervangen.
§ 4. Het bij de Raad aangesteld personnel en de secretaris zijn personeelsleden van de " Centre régional d'aide aux communes " (gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten) die de Waalse Regering ter beschikking van de Raad stelt.
De ter beschikking van de Raad gestelde personeelsleden van de andere diensten van de Regering genieten een verlof voor opdracht in het belang van de dienst bij de " Centre régional d'aide aux communes ".
HOOFDSTUK II. - Middelen.
Art.14. Binnen de daartoe voorziene kredieten in de begroting stelt de Waalse Regering de middelen ter beschikking die nodig zijn voor de uitvoering van de in artikel 2 beschreven opdrachten.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding.
Art. 15. Het eerste mandaat van alle leden van de Raad begint laatstens negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 6 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer,
M. LEBRUN
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
B. ANSELME
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
W. TAMINIAUX
De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen,
W. ANCION