1 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 april 1990 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 maart 1990 tot uitvoering van sommige bepalingen betreffende het heffen van een bijzondere werkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioen.
Art. 1-3
BIJLAGEN.
Art. N1, N2
Artikel 1. De aangiften ter verantwoording van de bij titel III, hoofdstuk IV, van de programmawet van 22 december 1989 bedoelde bijzondere werkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioen, worden tijdens de overgangsperiode van 1 januari 1999 tot 31 december 2001 verricht aan de hand van formulieren die overeenstemmen met het model dat als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art.2. De aangiften ter verantwoording van de bij titel III, hoofdstuk IV, van de programmawet van 22 december 1989 bedoelde bijzondere werkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioen, worden vanaf 1 januari 2002 verricht aan de hand van formulieren die overeenstemmen met het model dat als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
Art.3. De besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 1 juni 1999.
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen
M. COLLA
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Aangiftestaat bijzondere werkgeversbijdrage. - Voor het periode vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 2001. - Formulier 268 - BPP.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 04-08-1999, p. 29076 - 29077).
Art. N2. Bijlage 2. Aangiftestaat bijzondere werkgeversbijdrage. - Voor het periode na 1 januari 2002. - Formulier 268 - BPP.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 04-08-1999, p. 29080 - 29081).