Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige apothekers.



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971031801 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige apothekers wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "Artikel 1. Er wordt een regeling van sociale voordelen ingesteld tot contractuele vestiging van hetzij een rente, een pensioen of een kapitaal ingeval van invaliditeit, hetzij een rente, een pensioen of een kapitaal in geval van rust, hetzij een rente, een pensioen of een kapitaal bij overlijden, hetzij verscheidene van die renten, pensioenen of kapitalen, voor de apotheker die individueel toetreedt tot de nationale overeenkomst tussen de apothekers en de verzekeringsinstellingen, die is gesloten door de Overeenkomstencommissie die is bedoeld in artikel 26 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.".

Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt artikel 2 van dat besluit en omgekeerd.

Art.3. In artikel 2, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit van 18 maart 1971, gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 februari 1997, dat artikel 3 van dat besluit is geworden, wordt "artikel 3" "artikel 2".

Art.4. Artikel 2, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit van 18 maart 1971, gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 september 1978, dat artikel 3 is geworden, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "§ 2. De in § 1 bedoelde aanvraag moet elk jaar worden gedaan voor het dienstjaar waarop ze betrekking heeft. Op straffe van verval moet die aanvraag bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V. worden ingediend binnen een termijn die loopt van 1 januari na dat dienstjaar tot 31 maart daaropvolgend.
  De Dienst voor geneeskundige verzorging stuurt de betrokken apothekers alle brieven met verzoeken om bijkomende inlichtingen binnen een termijn die loopt van de ontvangst van de aanvraag tot 31 juli daaropvolgend.
  Op straffe van verval moeten de gevraagde inlichtingen uiterlijk op 31 oktober daaropvolgend bij de Dienst voor geneeskundige verzorging toekomen.
  De Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V. betaalt het bedrag van de bijdrage vóór 31 december van het jaar na het dienstjaar of uiterlijk honderdtwintig dagen na de dag van de bekendmaking van het koninklijk besluit waarmee die bijdrage wordt vastgesteld, als die bekendmaking plaatsheeft na 2 september van het jaar dat volgt op het betrokken dienstjaar.".

Art.5. Artikel 4, § 2, gewijzigd bij koninklijk besluit van 31 december 1992, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "§ 2. De bijdrage van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt eveneens gestort voor de adjunct-apotheker of voor de vervanger die gedurende het jaar waarop die bijdrage betrekking heeft, daadwerkelijk een beroepsactiviteit heeft uitgeoefend die op jaarbasis gemiddeld 38 uur per week bereikt of overschrijdt.
  Indien de gemiddelde wekelijkse duur van die activiteit evenwel :
  * 28 uur per week op jaarbasis bereikt maar korter is dan 38 uur per week op jaarbasis, wordt de bijdrage van de verzekering voor geneeskundige verzorging met 25 % verminderd;
  * 19 uur per week op jaarbasis bereikt maar korter is dan 28 uur per week op jaarbasis, wordt de bijdrage van de verzekering voor geneeskundige verzorging met 50 % verminderd.
  De adjunct-apotheker of de vervanger moet in elk geval bewijzen dat de in de vorige leden bedoelde activiteit is uitgeoefend in het raam van voornoemde gecoördineerde wet, op 14 juli 1994, en dat ze aanleiding heeft gegeven tot de betaling van sociale bijdragen.".

Art.6. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, worden de woorden "artikel 3" vervangen door de woorden "artikel 2";
  2° in paragraaf 1, 2 en 3, worden de woorden "van 9 augustus 1963" vervangen door de woorden "gecoördineerd op 14 juli 1994";
  3° in paragraaf 3, worden de woorden "artikel 21, 4°" vervangen door de woorden "artikel 32, 4°".

Art.7. In artikel 4bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 31 december 1992, worden de woorden "artikel 3" vervangen door de woorden "artikel 2" en wordt de zin die begint met de woorden "de legerdienst" en die eindigt met de woorden "einde van die dienst", geschrapt.

Art.8. In artikel 5 van hetzelfde besluit gewijzigd bij koninklijk besluit van 31 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "34quinquies van de vorengenoemde wet van 9 augustus 1963", vervangen door de woorden "54 van de voornoemde wet, gecoördineerd op 14 juli 1994";
  2° in het eerste lid, worden de woorden "van een rente of van een pensioen" vervangen door de woorden "van de rente, van een pensioen of van een kapitaal";
  3° in het tweede lid, worden de woorden "renten of pensioenen", vervangen door de woorden "renten, pensioenen of kapitalen".

Art.9. Artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1972 en 10 augustus 1982, en artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 maart 1971 worden opgeheven.

Art.10. De formulieren die bestemd zijn voor de storting van de bijdragen van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de jaren vóór 1998, moeten bij de Dienst toekomen binnen twaalf maanden na de bekendmaking van dit besluit. Voor de formulieren die na deze termijn toekomen mogen geen betalingen meer worden verricht.

Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, uitgezonderd artikel 4, dat van toepassing is vanaf het dienstjaar dat loopt op het tijdstip van de bekendmaking ervan.

Art. 12. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 11 april 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN