15 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 1997 tot instelling van een Ombudsdienst - Pensioenen met toepassing van artikel 15, 5° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1999 en tekstbijwerking tot 08-02-2024)
Art. 1-8
Artikel 1.Ter uitvoering van de taken van de Ombudsdienst - Pensioenen worden aan de dienst ter beschikking gesteld :
- 4 [1 personeelsleden]1 van [1 niveau A]1;
- 4 [1 personeelsleden]1 van [1 niveau B of C]1.
Vanaf 1 januari 2000 worden er, na evaluatie en mits akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Begroting, twee bijkomende [1 personeelsleden]1 ter beschikking gesteld, behorend tot het [1 niveau C of D]1.
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.2.De ambtenaren van de overheidsdiensten behorende tot het federaal administratief Openbaar Ambt beoogd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken kunnen ter beschikking gesteld worden van de artikel 1 beoogde dienst.
[1 De personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid kunnen ter beschikking gesteld worden van de in artikel 1 beoogde dienst.]1
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.3.Een oproep tot de kandidaten wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met vaststelling van de voorwaarden tot indiening van de kandidaturen.
De Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft, duidt, op gemotiveerd advies van de Ombudsleden, onder de kandidaten diegenen aan die ter beschikking gesteld worden van de Ombudsdienst - Pensioenen.
[1 Indien er onvoldoende kandidaten zijn kan de Minister die de Pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft de nodige ambtenaren van de Federale Pensioendienst en van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen aanduiden mits het akkoord van de betrokken beheersorganen.]1
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.4.Zolang de in artikel 1 bedoelde [1 personeelsleden]1 ter beschikking staan van de Ombudsdienst - Pensioenen staan zij uitsluitend onder hiërarchisch gezag van de leden van de Ombudsdienst.
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.5.De in [1 artikel 2]1 bedoelde ambtenaren worden op de datum van ter beschikkingstelling ambtshalve met verlof voor opdracht van algemeen belang geplaatst. De bepalingen die de bezoldigingsregeling van het personeel van [1 het federaal administratief openbaar ambt]1 regelen zijn op hen van toepassing evenals de bepalingen tot regeling van het administratief statuut van het Rijkspersoneel, met uitzondering echter van deze die betrekking hebben op de tuchtregeling.
[1 De bepalingen die de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt regelen, zijn van toepassing op de in artikel 2 bedoelde personeelsleden.]1
[1 Daarenboven hebben de personeelsleden van niveau A recht op een jaarlijkse toelage van 1 313,84 EUR, van niveau B en C op een jaarlijks toelage van 619,74 EUR en van niveau D op een jaarlijkse toelage van 347,06 EUR.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt geldt eveneens voor de in het vorige lid bedoelde toelagen. Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.]1
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.6.De Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft kan hetzij op vraag van de [1 personeelslid]1, hetzij op gemotiveerd advies van de Ombudsleden, op ieder ogenblik een einde maken aan de ter beschikkingstelling en aan het verlof voor opdracht van algemeen belang.
----------
(1)<KB 2024-01-29/04, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.
Art. 8. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 maart 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA