1 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld.
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De schadeloosstelling voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 maakt het voorwerp uit van een aanvraag volgens het formulier waarvan het model in bijlage, in te dienen door de getroffen landbouwers. Dit formulier is beschikbaar bij de administratie van elke betrokken gemeente.
Art.2. De aanvraag moet ingediend worden per aangetekend schrijven bij de gouverneur van de betrokken provincie, vóór het einde van de derde maand volgend op de maand waarop het koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld, in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Geen aanvraag ingediend na de vereiste termijn zal in aanmerking genomen worden.
Art.3. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle nuttige bewijsstukken vermeld in de bijlage van dit besluit.
Art.4. De aanvrager geeft het Ministerie van Middenstand en Landbouw, evenals de bevoegde provinciale besturen, de toelating bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek de gegevens van de hem betreffende land- en tuinbouwtellingen op te vragen en er rekening mee te houden als ze in tegenspraak zijn met de gegevens van zijn aanvraag.
Art.5. Als de weideoppervlakte vermeld in het aanvraagformulier groter is dan de weideoppervlakte die werd aangegeven bij de oppervlakteaangifte voor de toekenning van premies voor bepaalde akkerbouwgewassen of voor rundvee die in 1996 bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw werd ingediend wordt de schadeloosstelling beperkt tot de bij de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte tijdelijke en blijvende weiden. Ingeval er geen oppervlakteaangifte in 1996 werd ingediend, zal er met de land- en tuinbouwtelling van 15 mei 1996 rekening gehouden worden.
Art.6. Onverminderd de strafbepalingen vervat in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met de subsidies, vergoedingen of toelagen van elke aard, die geheel of ten dele ten laste van de Staat zijn, gewijzigd door de wet van 7 juni 1994, zal de toelage geweigerd worden aan de aanvragers, die een verklaring hebben gedaan die, na onderzoek, geheel of gedeeltelijk vals blijkt te zijn.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 1 maart 1999.
K. PINXTEN
BIJLAGE.
Art. N. Schadeloosstellingaanvraag van de schade.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 19-03-1999, p. 8824).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN