Artikels:
HOOFDSTUK I. - Terminologie en definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
2° semafoondienst : telecommunicatiedienst die bestaat uit het verzenden en ontvangen van berichten in verschillende vormen door middel van radiosignalen, met uitzondering van de mobiele telefonie;
3° semafoonnet : geheel van schakelaars, controletoestellen (" controllers ") en basisstations die nodig zijn om een semafoondienst aan te bieden;
4° basisstation : radiostation van een semafoonnet bestemd om een gegeven geografische zone te dekken;
5° eindtoestel : radiotoestel bestemd om door semafoonnetten uitgezonden berichten te ontvangen of om, eventueel, berichten naar semafoonnetten te verzenden op het terugkanaal;
6° protocol : het geheel van de norm die wordt toegepast in een semafoonnet voor het versturen en ontvangen van berichten alsook voor het aanbieden van eventuele bijkomende diensten;
7° E.T.S.I. : " European Telecommunications Standards Institute " (Europees Instituut voor Telecommunicatienormen);
8° ERMES : " European Radio MEssage System ", pan-Europees systeem voor publieke unidirectionele semafonie in de 169 MHz-band zoals genormaliseerd door het E.T.S.I.;
9° bestek : geheel van voorwaarden met betrekking tot het opzetten van een semafoonnet en het exploiteren van een semafoondienst dat het voorwerp uitmaakt van Hoofdstuk II;
10° semafoonoperator : houder van een vergunning, bedoeld in artikel 3, § 1;
11° service provider : maatschappij die met de semafoonoperator een contract heeft gesloten voor de rechtstreekse verkoop van diensten die gebruik maken van het net van de bewuste semafoonoperator;
12° dienstabonnees : klanten die een abonnement hebben genomen op de dienst van de semafoonoperator of van een service provider waarmee de semafoonoperator een contract heeft gesloten;
13° oproeper : persoon die of toestel dat berichten verstuurt die bestemd zijn voor abonnees van een semafoondienst;
14° PSTN " Public Switched Telephone Network ") : openbaar geschakeld telefoonnet;
15° ISDN (" Integrated Services Digital Network ") : digitaal netwerk met integratie van diensten;
16° piekuur : ononderbroken duur van een uur tijdens dewelke het volume van het verkeer dat door het netwerk van de semafoonoperator moet worden getransporteerd het grootst is;
17° faalkans van de berichtverzending : kans dat een bericht dat door de oproeper wordt verstuurd en correct naar het net van de semafoonoperator wordt verzonden, niet correct wordt ontvangen door de abonnee van de dienst van de semafoonoperator die zich in de dekkingszone van het netwerk van de semafoonoperator bevindt;
18° verzendtijd van een bericht : tijdsinterval tussen de aanvaarding van een bericht door het netwerk van de semafoonoperator en het ogenblik waarop het bericht effectief door het radionetwerk wordt verspreid;
19° frequentieplan : lijst van alle basisstations van het net met de gebruikte frequenties, het maximale schijnbaar uitgestraalde vermogen, het stralingsdiagram van de antenne en de antennehoogte gemeten van op de grond.
HOOFDSTUK II. - Bestek voor semafoonoperator.
Afdeling 1. - Economisch vermogen en technische bekwaamheid.
Art.2. De operator beschikt over een toereikende financiële basis en over waarborgen voor de goede financiële afwikkeling van zijn activiteiten die gedekt zijn door de vergunning die is afgegeven op grond van dit koninklijk besluit.
De operator bezit een toereikend niveau van technische en operationele expertise op het stuk van telecommunicatienetwerken en -diensten.
De operator stelt een samenhangend business plan op met zijn financiële en commerciële vooruitzichten.
De operator is bekwaam om zijn project op het technische, financiële, commerciële, organisatorische vlak en vanuit het standpunt van het personeelsbeleid te beheren.
Afdeling 2. - Aard, karakteristieken en dekkingszone van de betrokken dienst.
Onderafdeling 1. - Aard en karakteristieken van de dienst.
Art.3. § 1. De vergunning die op basis van dit besluit wordt toegekend, hierna te noemen de vergunning, dekt het opzetten van een semafoonnet te land en het exploiteren van de overeenkomstige openbare semafoondienst.
§ 2. Het netwerk van de semafoonoperator maakt het de dienstabonnees mogelijk berichten te ontvangen of eventueel te verzenden, wanneer zij zich in de dekkingszone van het net van de semafoonoperator bevinden.
Via het netwerk van de semafoonoperator kunnen minstens de volgende soorten van berichten worden verzonden :
1° alarmeringsbericht (" biep ");
2° digitaal bericht;
3° alfanumeriek bericht.
De semafoonoperator stelt alles in het werk om de dienstabonnees het gehele pakket van bijkomende diensten aan te bieden waarin voorzien is in het protocol dat hij toepast.
§ 3. Het net van de semafoonoperator is ten minste met één PSTN/ISDN in België geïnterconnecteerd.
§ 4. Het is de semafoonoperator toegestaan gedeeltelijk gebruik te maken van het netwerk van een andere semafoonoperator wat betreft alle uitrusting van zijn semafoonnetwerk die niet onderling verbonden is met uitwendige netten. In dat geval blijft de operator als enige verantwoordelijk voor de werking van zijn semafoonnetwerk en zijn semafoondienst, alsook voor de naleving van zijn verschillende verbintenissen.
Indien de semafoonoperator op die manier gebruik maakt van het radionet van basisstations van een andere semafoonoperator, wordt hij vrijgesteld van de rechten voor de terbeschikkingstelling en eerste terbeschikkingstelling van de frequenties, waarvan respectievelijk sprake in de artikelen 23 en 24.
Onderafdeling 2. - Dekkingszone van de dienst.
Art.4.§ 1. De ontplooiing van het radionetwerk van de semafoonoperator beantwoordt, te rekenen vanaf de datum van notificatie van de vergunning, minstens aan de dekkingsgraden die voor de verschillende tijdstippen werden vastgelegd in de volgende tabel :
Termijn | Oppervlakte | Bevolking |
1 jaar | 65 % | 85 % |
2 jaar | 80 % | 95 % |
3 jaar | 90 % | 99 % |
De vermelde percentages komen overeen met de delen van het oppervlak van het grondgebied en van de bevolking die in België bediend moeten zijn. Op elk van de in deze paragraaf vastgelegde einddata is elk van beide doelstellingen inzake dekking bereikt.
De dekking van de bevolking wordt door het Instituut beoordeeld op grond van de demografische verspreiding die wordt bepaald door de onderverdeling van België in statistische sectoren door het nationaal Instituut voor de Statistiek.
Alle autowegen, d.w.z. de verkeersaders met de letters E, A en R, moeten volledig gedekt zijn binnen een termijn van twee jaar die ingaat op de datum van notificatie van de vergunning.
Afwijkingen kunnen door de Minister, op voorstel van het Instituut, worden toegestaan in geval van overmacht.
§ 2. Wat de bediening van de wegtunnels betreft, stellen de semafoonoperatoren alles in het werk om de nodige akkoorden te sluiten met de instellingen die over installaties beschikken waarmee de dekking van radiodiensten binnenin die tunnels wordt gegarandeerd, teneinde hun semafoondienst aan te bieden aan abonnees die erdoor rijden.
Afdeling 3. - Permanentie, kwaliteit en beschikbaarheid van de dienst.
Art.5. § 1. De semafoondienst van de operator wordt commercieel aangeboden binnen een maximumtermijn van een jaar te rekenen vanaf de datum van notificatie van de vergunning.
§ 2. De dienst die de semafoonoperator aanbiedt, voldoet op zijn minst aan de volgende voorwaarden wat betreft het gedeelte van de verzending van de berichten die normale voorrang krijgen op zijn semafoonnet :
1° faalkans van de berichtverzending : ten hoogste 2 % op het piekuur;
2° verzendtijd van de berichten : ten hoogste twee minuten voor 90 % van de berichten op het piekuur.
De praktische methoden en de precieze procedures met betrekking tot de meting van de faalkans en de verzendtijd worden door het Instituut vastgelegd in overleg met de semafoonoperatoren.
§ 3. De dienst is alle dagen van het jaar, 24 uur op 24 ter beschikking, met inbegrip van de dienst voor hulp aan de dienstabonnees.
De semafoonoperator treft alle nodige maatregelen om storingen in zijn netwerk binnen zes uur te kunnen opheffen. Deze termijn wordt verlengd tot twaalf uur voor de periodes buiten de normale werkuren van de semafoonoperator.
Afdeling 4. - Bescherming van de abonnees en van de gegevens.
Art.6. § 1. De semafoonoperator treft alle redelijke maatregelen om de vertrouwelijkheid van de berichten die via zijn netwerk worden uitgewisseld en de bescherming van de inlichtingen over zijn abonnees te garanderen.
De semafoonoperator neemt alle vereiste maatregelen om onwettig gebruik van zijn netwerk te voorkomen.
§ 2. De semafoonoperator legt aan zijn personeelsleden bepalingen op inzake de verplichting tot vertrouwelijkheid bij de behandeling van informatie over de abonnees van zijn netwerk.
Afdeling 5. - Technische normen.
Art.7. Het semafoonnet van de operator gebruikt een protocol dat voldoende bekendheid geniet op internationaal vlak.
Vooraleer ze wordt geïnstalleerd, moet alle radio-apparatuur van de basisstations goedgekeurd zijn volgens de geldende voorschriften van het Instituut.
Onverminderd de bepalingen van artikel 14, § 2, mag de semafoonoperator aan (geen enkel eindapparaat dat voldoet aan alle wettelijke bepalingen), de toegang tot zijn netwerk weigeren. <KB 2000-10-27/44, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 28-11-2000>
Afdeling 6. - Nummeringsplan.
Art.8. Het Instituut kent aan elke semafoonoperator op basis van zijn commerciële behoeften een gepaste capaciteit in het nationale nummeringsplan toe overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 december 1997 betreffende het beheer van het nummeringsplan.
Afdeling 7. - Rechten voor de uitreiking, het beheer en het toezicht op de vergunning.
Onderafdeling 1. - Rechten voor de uitreiking van de vergunning.
Art.9. Elke kandidaat betaalt, alvorens zijn kandidatuurdossier op te sturen, een som van 500.000 frank aan het Instituut om de kosten te dekken in verband met het onderzoek van zijn dossier.
Bovendien betaalt elke in aanmerking genomen semafoonoperator, binnen de dertig dagen die volgen op de notificatie door de Minister, aan het Instituut de advieskosten die het eventueel heeft gedragen om zich te laten bijstaan bij de analyse van zijn kandidatuur.
Onderafdeling 2. - Rechten voor het beheer en het toezicht op de vergunning.
Art.10. § 1. Om de kosten te dekken voor het beheer van de vergunning, met inbegrip van de kosten van de controle die erop betrekking hebben, betaalt de semafoonoperator jaarlijks aan het Instituut een recht van één miljoen frank, " recht voor het beheer van de vergunning " genoemd.
Dit recht moet de semafoonoperator betalen voor elk semafoonnetwerk dat door hem wordt uitgebaat met een welbepaald protocol, onafhankelijk van het aantal gebruikte radiofrequenties.
De eerste betaling van het recht voor het beheer van de vergunning wordt verricht binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van notificatie van de vergunning. Het recht wordt berekend naar rato van het aantal maanden dat nog overblijft tot 31 december van het lopende jaar.
§ 2. Dit recht wordt betaald op het rekeningnummer dat door het Instituut wordt meegedeeld.
Elke onvolledige maand wordt voor een volledige maand aangerekend.
§ 3. Onverminderd de bepalingen van de voorgaande paragrafen, wordt het recht voor het beheer van de vergunning uiterlijk op 31 januari van het jaar waarop het recht in kwestie betrekking heeft, betaald.
Rechten die op de vastgestelde vervaldatum niet zijn betaald, geven van rechtswege en zonder ingebrekestelling, aanleiding tot een interest tegen het wettelijke tarief verhoogd met 2 %. Die interest wordt berekend naar rato van het aantal kalenderdagen achterstand.
§ 4. De in dit artikel vermelde bedragen van de rechten worden elk jaar op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
De aanpassing gebeurt met behulp van de coëfficiënt die bekomen wordt door het indexcijfer van de maand december die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing plaatsvindt, te delen door het indexcijfer van de maand december 1996. Na de toepassing van de coëfficiënt worden de bekomen bedragen afgerond tot het hogere duizendtal franken.
Afdeling 8. - Universele telefoongids.
Art.11. De semafoonoperator kan in de universele telefoongidsen gegevens opnemen die noodzakelijk zijn om de abonnees van zijn dienst te kunnen identificeren, die zich niet tegen die publicatie verzetten.
Afdeling 9. - Toezicht op de naleving van de vergunning.
Art.12. § 1. Het Instituut controleert de naleving door de semafoonoperator van de voorwaarden van dit besluit en van zijn vergunning.
§ 2. De semafoonoperator is ertoe gehouden op verzoek van het Instituut alle informatie te verstrekken over de staat van de aanleg van zijn netwerk, de commercialisering van de diensten en zijn financiële toestand.
De operator moet elk jaar, uiterlijk op 30 juni, aan het Instituut een verslag toezenden over zijn activiteiten gedurende het voorgaande jaar. Dat verslag bevat ten minste de volgende informatie :
1° de verwezenlijkte dekkingszone;
2° een beschrijving van de aangeboden diensten, en;
3° het aantal dienstabonnees.
De semafoonoperator verleent gratis zijn medewerking bij elk verzoek van het Instituut dat bedoeld is om na te gaan of de bepalingen van dit besluit en van zijn vergunning worden nageleefd.
§ 3. De semafoonoperator stelt het Instituut gratis tien dienstaansluitingen op zijn semafoonnet ter beschikking om het de ambtenaren mogelijk te maken na te gaan of de bepalingen van dit besluit en de voorwaarden van de vergunning worden nageleefd.
Afdeling 10. - Rechten en plichten met betrekking tot interconnectie.
Art.13. § 1. In geval van een interconnectie met een machtige operator die een PSTN/ISDN-netwerk exploiteert, zoals bedoeld in artikel 109ter, § 3 van de wet, voeren de semafoonoperator en de betreffende PSTN/ISDN-operator commerciële onderhandelingen over de financiële vergoeding en de procedures voor de compensatie voor de afwikkeling van het verkeer van het PSTN/ISDN-net naar het netwerk van de semafoonoperator, waarbij de volgende beginselen worden nageleefd :
1° de kosten van de berichten kunnen ofwel volledig worden aangerekend aan de oproeper, ofwel op specifieke wijze worden verdeeld tussen de oproeper en de dienstabonnee, ofwel volledig worden aangerekend aan de dienstabonnee;
2° voor de berichten waarvan de kosten volledig aan de oproeper worden aangerekend, stelt de semafoonoperator het bedrag vast van de interconnectielasten die hij de PSTN/ISDN-operator vraagt voor elk bericht dat door het PSTN/ISDN naar zijn semafoonnet wordt verstuurd en daar uitkomt;
3° voor de berichten waarvan de kosten volledig of gedeeltelijk aan de dienstabonnee worden aangerekend, stelt de semafoonoperator het bedrag vast van de interconnectielasten die hij aan de PSTN/ISDN-operator vraagt voor elk bericht dat door het PSTN/ISDN naar zijn semafoonnet wordt verstuurd en daar uitkomt, rekening houdend met de vergoeding die bij de dienstabonnee wordt geïnd;
4° bij de vaststelling van zijn interconnectielasten houdt de semafoonoperator rekening met de tariefmogelijkheden waarover de PSTN/ISDN-operator beschikt;
5° de PSTN/ISDN-operator legt het tariefniveau vast voor het gedeelte van de kosten van de berichten die aan de oproeper worden aangerekend waarbij hij aan de door de semafoonoperator vastgelegde interconnectiekosten een verhoging toevoegt die redelijk is, niet discriminerend en op de kosten gebaseerd;
6° de PSTN/ISDN-operator stelt zijn eigen abonnees volledig en duidelijk op de hoogte van de voorwaarden voor het versturen van berichten vanuit zijn PSTN/ISDN naar het netwerk van de semafoonoperator.
§ 2. Deze paragraaf is van toepassing op elke organisatie die aangemerkt wordt als een organisatie met een sterke positie op de markt van de diensten van mobiele of vaste spraaktelefonie, de huurlijnen, de vaste openbare telefoonnetwerken of de openbare netwerken voor mobiele telefonie die ook een semafoonnetwerk exploiteert of die een dochtervennootschap of een partner heeft die ook zulk een netwerk exploiteert.
De leveringsvoorwaarden van een operator bedoeld in het eerste lid met betrekking tot de verrichtingen die de semafoonoperator eist, mogen niet minder gunstig zijn dan degene die voor de exploitatie van zijn eigen semafoonnet worden geboden.
De in het vorige lid bedoelde voorwaarden zijn de technische kwaliteit van de verrichtingen, de financiële voorwaarden en de termijnen voor het ter beschikking stellen van die verrichtingen, voorzover de behoeften van de semafoonoperator op behoorlijke wijze aan de betrokken operator zijn gemeld.
Afdeling 11. - Contractuele voorwaarden voor de dienstverlening en service providers.
Art.14. § 1. De dienstvoorwaarden zijn identiek voor dienstabonnees die zich in soortgelijke omstandigheden bevinden, en dat wat betreft :
1° de tarieven en eventuele kortingen;
2° de nadere regels inzake aansluiting;
3° het onderhoud;
4° de kwaliteit, de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de dienst.
§ 2. De semafoonoperator mag, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen, de toegang tot de dienst niet weigeren, noch schorsen, behalve in geval van fraude of wanneer blijkt of vermoed wordt dat de abonnee niet of onvoldoende betaalt, of op grond van de volgende essentiële vereisten :
1° de veiligheid van het functioneren van het net;
2° het behoud van de netwerkintegriteit;
3° de interoperabiliteit van de diensten en van de netten in gerechtvaardigde gevallen;
4° de bescherming van de overgebrachte gegevens in gerechtvaardigde gevallen.
Met de voorafgaande toestemming van het Instituut kan de semafoonoperator de toegang tot zijn netwerk ontzeggen aan elke dienstabonnee of groep van abonnees die het net niet zou gebruiken in overeenstemming met de normale voorwaarden van de dienst die aan alle abonnees wordt geboden.
Art.15. § 1. De contracten die de operator met natuurlijke of rechtspersonen sluit om zijn semafoondienst op de markt te brengen, bevatten op zijn minst de volgende gegevens :
1° de gelijke toegang en behandeling van de abonnees overeenkomstig artikel 14, § 1;
2° de globale eerbiediging van de tariefstructuur van de semafoonoperator;
3° de verplichting het Instituut in te lichten over de tariefwijzigingen overeenkomstig § 2;
4° de naleving van de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
5° de nodige samenwerking met de gerechtelijke instanties en de nooddiensten overeenkomstig artikel 19;
6° het sluiten van een overeenkomst tussen die service providers en de Ombudsdienst.
De semafoonoperator zendt het Instituut de lijst toe van de service providers waarmee hij contracten heeft afgesloten : die contracten worden op verzoek aan het Instituut bezorgd.
§ 2. De semafoonoperator stelt de tarieven vast van de diensten die hij aan de dienstabonnees verstrekt. Elke aanpassing van de prijs van de diensten aangeboden door de semafoonoperator, wordt aan het Instituut meegedeeld binnen de maand volgend op de inwerkingtreding van de betreffende aanpassing.
De tarieven worden openbaar gemaakt door de semafoonoperator, die het publiek een duidelijke brochure ter beschikking stelt waarin al zijn tarieven worden voorgesteld. Bij elke bijwerking wordt een exemplaar van die brochure aan het Instituut toegestuurd.
Afdeling 12. - Duur, beëindiging en vernieuwing van de vergunning.
Art.16. § 1. De vergunning is persoonlijk en onoverdraagbaar. Het Instituut wordt ten minste een maand van tevoren in kennis gesteld van elke wijziging in de structuur van of de controle op het kapitaal van de semafoonoperator. Het Instituut deelt die wijzigingen aan de Minister mee.
§ 2. De vergunning die krachtens dit besluit wordt verleend, is geldig voor een periode van tien jaar, vanaf de datum van notificatie van die vergunning.
Na het verstrijken van die eerste periode kan de vergunning stilzwijgend worden verlengd voor opeenvolgende termijnen van (twee jaar). (Vanaf het verstrijken van de eerste periode van twee jaar kan de dienst op elk moment worden beëindigd mits eerbiediging van de procedure vermeld in het derde en vierde lid) <KB 2005-03-08/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-06-2004>
De Minister en de operator mogen, per aangetekende brief, eenzijdig afzien van de stilzwijgende verlenging, met eerbiediging van een opzeg van (één jaar). De beslissing van de Minister de vergunning niet te verlengen houdt rekening met de omstandigheden waarin de semafoonoperator voldaan heeft aan de voorwaarden van zijn vergunning en van het bestek, alsook met de algemene ontwikkeling van de sector van de mobiele diensten. <KB 2005-03-08/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-06-2004>
(Tegelijk met de opzeg van de vergunning stelt de semafoonoperator zijn klanten op de hoogte van de voorziene beëindiging van de dienst.) <KB 2005-03-08/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-06-2004>
Afdeling 13. - Sancties bij niet-naleving van de voorwaarden van de vergunning.
Art.17. § 1. De Koning kan op ieder ogenblik, bij een in de Ministerraad overlegd besluit, op voorstel van de Minister en na advies van het Instituut, de vergunning schorsen of intrekken indien de semafoonoperator zich niet houdt aan de bepalingen van dit besluit of van zijn vergunning.
§ 2. De schorsing of intrekking wordt steeds voorafgegaan door een ingebrekestelling vanwege het Instituut waardoor de semafoonoperator de kans krijgt om de regels na te komen. De semafoonoperator beschikt over ten minste een maand om zijn toestand te regulariseren. Die termijn kan worden verlengd naar gelang van de aard van de vastgestelde inbreuk.
Op zijn verzoek wordt de semafoonoperator door het Instituut gehoord.
§ 3. Geen enkele schorsing of intrekking geeft aanleiding tot enige vergoeding, noch tot de terugbetaling van de rechten die eventueel overeenkomstig artikelen 8, 9, 10, 23 en 24 zijn betaald.
Afdeling 14. - Universele dienstverlening.
Art.18. Op verzoek van het Instituut, verstrekt de semafoonoperator alle inlichtingen die nodig zijn voor de berekening van zijn bijdrage in het Fonds voor de universele dienstverlening inzake telecommunicatie.
Afdeling 15. - Samenwerking met de hulp- en veiligheidsdiensten.
Art.19. De semafoonoperator verleent zijn medewerking aan de gerechtelijke instanties volgens de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen : daartoe zorgt de semafoonoperator voor de nodige technische middelen.
Afdeling 16. - Ombudsdienst.
Art.20. Onverminderd artikel 43bis, § 3, van de wet, stelt de semafoonoperator op eigen kosten een dienst in die belast is met het behandelen van klachten vanwege de abonnees.
Afdeling 17. - Gebruik van de frequenties.
Art.21. § 1. Onverminderd artikel 17 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1979 betreffende de private radioverbindingen, wijst het Instituut de nodige radiofrequenties toe aan het semafoonnet van de operator naar gelang van het beschikbare radiospectrum, de behoorlijk gerechtvaardigde noden van de semafoonoperator en de gebruiksbeperkingen die met name voortvloeien uit de internationale akkoorden inzake frequentiecoördinatie.
§ 2. Het Instituut wijst bij voorrang frequenties toe binnen de band 169,4 - 169,8 MHz, overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende de toewijzing van frequenties bestemd voor de pan-Europese semafoondienst.
§ 3. De semafoonoperator deelt aan het Instituut, op diens aanvraag, het volledige frequentieplan van zijn netwerk mee.
De toewijzing van een frequentie vervalt automatisch wanneer die frequentie niet binnen een termijn van drie jaar vanaf de aanvraag door de semafoonoperator in gebruik is genomen.
Art.22. § 1. In geval van radiostoringen die worden veroorzaakt door de basisstations van het netwerk van de semafoonoperator op andere gebruikers van het radiospectrum, verleent het Instituut, op verzoek van de semafoonoperator, technische bijstand om het probleem op te lossen, voorzover de verrichtingen die aan het Instituut worden gevraagd, redelijk blijven.
§ 2. Het Instituut kan aan de semafoonoperator gegronde technische en economisch redelijke verplichtingen opleggen die in verhouding staan tot het beoogde doel, om het risico te beperken van storingen op de teledistributienetwerken, die veroorzaakt worden door de basisstations van zijn semafoonnetwerk.
Zulke verplichtingen mogen slechts aan de semafoonoperator opgelegd worden indien blijkt dat de betreffende teledistributienetwerken volgens de regels van de kunst ontworpen zijn en uitgebaat worden.
Afdeling 18. - Periodieke rechten voor het gebruik van het radiospectrum.
Art.23. § 1. De semafoonoperator kwijt zich van een jaarlijks recht van één miljoen frank per radiofrequentie, ongeacht het aantal toewijzingen die deze frequentie exploiteren, om de bijbehorende kosten te dekken van de terbeschikkingstelling van de frequenties, de coördinatie ervan en de controleposten. Dit recht wordt " recht voor de terbeschikkingstelling van de frequenties " genoemd.
Het recht voor de terbeschikkingstelling van elke frequentie wordt betaald binnen dertig dagen volgend op de indienststelling van die frequentie naar rato van het aantal maanden dat nog overblijft tot 31 december van het lopende jaar.
§ 2. De bepalingen van § 2, § 3 en § 4, van artikel 10 zijn ook van toepassing op de rechten voor de terbeschikkingstelling van de frequenties.
Afdeling 19. - Vergoeding van de vorige gebruikers van de frequentieband.
Art.24. De semafoonoperator stort, in voorkomend geval, aan het Instituut, binnen de drie maanden na het verzoek van het Instituut, een bedrag dat bestemd is als vergoeding van de vorige gebruikers van de frequentieband die aan de semafoonoperator toegewezen is, van wie het radiocommunicatienet, gereorganiseerd is moeten worden.
Voorzover het, overeenkomstig artikel 21, § 2, zijn semafoonnet is toegestaan in de frequentieband 169,4 - 169,8 MHz te werken, is de voormelde terugbetaling bestemd om de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken gedragen kosten voor het vrijmaken van deze frequentieband te dekken.
Het Instituut legt de praktische regels vast in verband met die terugbetaling.
Afdeling 20. - Gebruik van de eigendommen.
Art.25. De semafoonoperator stelt zoveel mogelijk alles in het werk om zijn antennes op reeds bestaande steunpunten te installeren, zoals daken van gebouwen of pylonen. De semafoonoperatoren mogen overeenkomen hun antennesites gezamenlijk te gebruiken.
HOOFDSTUK III. - Procedure voor de toekenning van de vergunningen om een semafoondienst te exploiteren.
Afdeling 1. - Doel van de procedure en samenstelling van de kandidaten.
Art.26. § 1. Iedere persoon die een vergunning wenst te krijgen om een semafoonnet aan te leggen en te exploiteren dient zijn kandidatuur in in de vorm en overeenkomstig de voorwaarden die in dit hoofdstuk zijn vastgelegd.
§ 2. Onverminderd artikel 36, wordt voor iedere semafoonoperator, de in dit hoofdstuk vastgelegde procedure toegepast voor elk van zijn semafoonnetten dat volgens een welbepaald protocol werkt.
Art.27. § 1. Onverminderd de akkoorden en overeenkomsten die de Belgische Staat of de Europese Unie heeft ondertekend, mag een kandidatuur worden ingediend door elke onderneming die haar maatschappelijke zetel in een Lid-Staat van de Europese economische Ruimte heeft en waarvan ten hoogste 49 % van het kapitaal in handen is van ondernemingen uit landen van buiten de Europese economische Ruimte.
§ 2. Indien een kandidatuur wordt voorgelegd door een vereniging van ondernemingen, verbinden de leden van die vereniging er zich toe een maatschappij op te richten conform de voorgaande paragraaf, indien de vergunning aan hen wordt toegekend.
§ 3. Elk semafoonoperator die een andere activiteit uitoefent dan die bedoeld in dit besluit en waarvoor hij exclusieve of bijzondere rechten geniet of een sterke positie heeft op de betrokken markt, neemt alle gepaste maatregelen om zijn activiteiten op gebied van semafonie boekhoudkundig te scheiden, zodat het Instituut zich ervan kan vergewissen dat er geen kruissubsidiëring bestaat.
Afdeling 2. - Indienen van de kandidatuur.
Art.28. § 1. De kandidaat dient zijn kandidatuurdossier volgens de in artikel 29 beschreven vorm, in bij het Instituut via een aangetekende brief.
§ 2. Binnen veertien dagen na de datum waarop de kandidatuur is ingediend, stuurt het Instituut aan de kandidaat een schriftelijke bevestiging van de goede ontvangst van zijn kandidatuurdossier.
§ 3. De kandidaat blijft door zijn offerte zes maanden gebonden vanaf de datum waarop de kandidatuur is ingediend.
Art.29. § 1. Het kandidatuurdossier bevat op zijn minst de volgende elementen :
1. samenvatting :
1.1. algemene voorstelling van de offerte met de voornaamste karakteristieken ervan;
1.2. bewijs van de betaling van de in artikel 9, eerste lid, vermelde dossierkosten;
2. juridische aspecten :
2.1. inlichtingen over de kandidaat, in het bijzonder zijn rechtspositie en zijn financiële structuur;
2.2. wat de kandidaturen betreft die zijn ingediend door verenigingen, de rechtsvorm van de toekomstige maatschappij en de toekomstige samenstelling van het kapitaal, alsook een beschrijving van het besluitvormingsproces;
3. commerciële aspecten :
3.1. gedetailleerde beschrijving van de vooruitzichten inzake commerciële ontwikkeling;
3.2. aspecten in verband met de concurrentie op de semafoniemarkt en de overige daarmee samenhangende markten;
3.3. voorgesteld tariefbeleid;
3.4. strategie voor de dienstverlening;
4. financiële aspecten :
4.1. gedetailleerde studie van de financiële verwachtingen;
4.2. beschrijving van het financieel vermogen van de kandidaat wat betreft solvabiliteit en de aard van de financiële waarborgen;
4.3. externe financieringsbronnen;
5. technische aspecten :
5.1. tijdschema van de aanleg;
5.2. beoogde opbouw van het netwerk;
5.3. dekking van het grondgebied;
5.4. dimensionering van het net;
5.5. eventuele bijkomende diensten;
5.6. aspecten in verband met de radiofrequenties;
5.7. uitrusting die wordt gebruikt;
6. organisatorische aspecten :
6.1. organisatie van de onderneming op het stuk van het beheer van human resources;
6.2. management en organisatie inzake commercialisering, planning, technisch onderhoud en facturering;
7. aspecten in verband met ervaring : referenties inzake nuttige ervaring en bekwaamheid voor de ontwikkeling van een semafoondienst in België, met name op het gebied van mobiele communicatie.
Het Instituut legt de gedetailleerde manier vast waarop het kandidatuurdossier wordt voorgelegd.
§ 2. De kandidaat mag in zijn dossier voorstellen formuleren die verder gaan dan de minimumvoorwaarden die in het bestek zijn vermeld. Indien de kandidaat een vergunning verkrijgt, zullen die voorstellen in de vergunning worden opgenomen en krijgen zij een dwingend karakter.
De kandidaat moeten de inlichtingen aanduiden die hij vertrouwelijk acht.
De kandidaat mag geen enkele wijziging aanbrengen in zijn dossier nadat het is neergelegd.
Art.30. § 1. Het kandidatuurdossier is in vier exemplaren opgesteld.
§ 2. Een van de exemplaren van het kandidatuurdossier wordt door de kandidaat aangeduid als het originele exemplaar. Dat exemplaar wordt medeondertekend door alle personen in wiens naam de kandidaat optreedt.
Art.31. § 1. Het Instituut behoudt zich het recht voor elke kandidaat in zijn kantoren te Brussel uit te nodigen om zijn kandidatuurdossier te komen voorstellen. Die voorstelling duurt niet langer dan een werkdag.
§ 2. In geen geval kunnen de Staat of het Instituut aansprakelijk worden gesteld voor de kosten die de kandidaat direct of indirect heeft opgelopen voor de aanvraag van de vergunning en voor de procedure voor het toekennen ervan.
Afdeling 3. - Onderzoek van de kandidaturen.
Art.32. § 1. Het Instituut onderzoekt de conformiteit van de kandidatuurdossiers met de voorwaarden die in het bestek zijn vastgelegd, in het bijzonder wat de criteria betreft die in afdeling één van Hoofdstuk II zijn bepaald.
§ 2. Het Instituut kan aan de kandidaat, naast de in artikel 29 vermelde elementen, alle bijkomende inlichtingen vragen die het nodig acht om de waarde van de ingediende kandidatuur te kunnen beoordelen.
Art.33. Het Instituut legt de Minister een met redenen omkleed verslag voor, waarin de conformiteit van de kandidatuur met de voorwaarden van het bestek wordt onderzocht.
Afdeling 4. - Toekenning van de vergunning.
Art.34. § 1. De Minister legt aan de Ministerraad het voorstel om een semafoonvergunning aan de kandidaat toe te kennen, ter goedkeuring voor.
§ 2. De vergunning neemt onder meer de eventuele verbintenissen van de kandidaat over die de in het bestek vastgelegde minimumvoorwaarden overstijgen.
§ 3. De Minister stuurt de vergunning toe aan elke in aanmerking genomen semafoonoperator. Binnen de maand, te rekenen vanaf de datum van de notificatie, maakt de semafoonoperator zijn aanvaarding van de voorwaarden van de vergunning bekend aan de Minister.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.35.[1 Proximus]1 mag haar bestaand semafoonnet SEM-III gebaseerd op het POCSAG-protocol, blijven exploiteren.
[1 Proximus]1 komt de voorwaarden en overige regels na die in dit besluit en in haar vergunning zijn vastgesteld.
----------
(1)<W 2015-08-10/26, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 22-06-2015 (zie KB 2015-09-11/02, art. 1)>
Art.36. Het koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende het opzetten en exploiteren van ERMES-semafoonnetten wordt opgeheven.
De vergunningen die eventueel voor de inwerkingtreding van dit besluit zouden zijn verleend op basis van het bedoelde koninklijk besluit, worden door dit besluit geregeld.
Art.37. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 38.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.