1 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten.
Art.2. § 1. Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, hebben de werklieden, in afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, recht op een opzeggingstermijn van :
1° vier weken wat de werklieden betreft die minder dan elf jaar anciënniteit in de onderneming tellen;
2° zes weken wat de werklieden betreft die tussen elf en minder dan zestien jaar anciënniteit in de onderneming tellen;
3° acht weken wat de werklieden betreft die tussen zestien en minder dan éénentwintig jaar anciënniteit in de onderneming tellen;
4° tien weken wat de werklieden betreft die tussen éénentwintig en minder dan zesentwintig jaar anciënniteit in de onderneming tellen;
5° twaalf weken wat de werklieden betreft die zesentwintig jaar en meer anciënniteit in de onderneming tellen.
§ 2. De opzeggingstermijnen bepaald in § 1 zijn niet van toepassing in geval het ontslag gegeven wordt door de werkgever in het kader van een brugpensioenregeling. In dat geval worden de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, toegepast.
§ 3. De opzeggingstermijnen bepaald in § 1 zijn niet van toepassing op de werklieden die worden ontslagen als zieke van lange duur. Dit zijn de werklieden waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst sinds meer dan zes maanden is geschorst in de zin van artikel 58 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Voor deze werklieden zijn de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59 van dezelfde wet van toepassing.
Art.3. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven al hun gevolgen behouden.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET