30 APRIL 1999. - Ministerieel besluit houdende de toepassingsregelen betreffende de toekenning van een begeleidingsuitkering aan jongeren die een intensieve opleiding met uitzicht op een baan volgen.
Art. 1-3
Artikel 1. De aanvraag voor het bekomen van de begeleidingsuitkering bedoeld in het koninklijk besluit van 8 december 1998 betreffende de toekenning van een begeleidingsuitkering aan jongeren die een intensieve opleiding met uitzicht op een baan volgen moet bij het werkloosheidsbureau ingediend worden op de wijze en binnen de termijnen die voor de uitkeringsaanvraag in geval van volledige werkloosheid werden vastgesteld in de artikelen 92 en 93 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering.
Art.2. Om volledig te zijn, moet het dossier van de jongere die de begeleidingsuitkering vraagt de volgende stukken bevatten :
- de " persoonlijke werkloosheidsverklaring " C 109 bedoeld in artikel 87, 5°, van het voormeld ministerieel besluit, dienstig voor de aanvraag van wachtuitkeringen, waaruit blijkt welke studies de jongere beëindigd heeft;
- een formulier waarvan het model door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening werd vastgelegd, bevattende inzonderheid een verklaring van de jongere en van de verantwoordelijke van de dienst bevoegd voor de opleiding, waaruit blijkt dat de jongere een intensieve begeleiding zal volgen en dat hij ten minste zeven maanden is ingeschreven als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Brussel, 30 april 1999.
Mevr. M. SMET