26 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de tandprothese.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de tandprothese.
Art.2. § 1. Wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, hebben de werklieden, in afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, recht op een opzeggingstermijn van :
1° 35 dagen wat de werklieden betreft die minstens tien jaar ononderbroken in dienst zijn van dezelfde onderneming op het ogenblik dat de opzeggingstermijn een aanvang neemt;
2° 70 dagen wat de werklieden betreft die minstens twintig jaar ononderbroken in dienst zijn van dezelfde onderneming op het ogenblik dat de opzeggingstermijn een aanvang neemt.
§ 2. De opzeggingstermijnen bepaald in § 1 zijn niet van toepassing in geval het ontslag gegeven wordt door de werkgever in het kader van een brugpensioenregeling. In dat geval worden de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, toegepast.
Art.3. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven al hun gevolgen behouden.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 mei 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET